Table Of ContentTwentse Taalbank
TWENTS
0 0 S C H R I E F W I E D A T ?
~
Oetgave: Kreenk vuur de Twentse Sproak.
Twentse Taalbank
T W E N T S
HOO SCHRIEF WIE DAT ?
Auteursrechten: Kreenk vuur de Twentse Sproak, 1982
Twentse Taalbank
De Twentse spelling.
Inleiding
Het heeft vijf jaar geduurd voor de spellingscommissie
met het voorstel voor de dag durfde komen. Het had ook
tien jaar, maar even goed niet langer dan een jaar of
enkele maanden kunnen duren. Een spelling vaststellen
is niet meer dan het maken van een afspraak en dan
maar hopen, dat de betrokkenen zich aan die afspraak
zullen houden.
Er is geen spelling voor "het" Twents ontworpen, want
Twents bestaat niet. Er zijn verschillende Twentse di
alecten, die allemaal met deze spelling geschreven
moeten kunnen worden. Dat wil zeggen dat de spelling
niet de uitspraak weergeeft (dat is ook niet mogelijk),
maar dat vooral de woorden herkenbaar moeten zijn. De
spelling is zo gekozen dat iedere ~ialektspreker in
Twente de woorden en klanken van zijn dialekt wel kan
herkennen met enige goede wil. Die goede wil is echt
wel nodig, ook bij de leden van de spellingscommissie.
Het bleek iedere keer weer dat het veel gemakkelijker
is een voorstel van iemand af te keuren dan zelf een
beter voorstel te doen. De commissie weet daarvan mee
te praten, na die vijf jaar.
Een eenheidsspelling vonden we belangrijker dan een
spelling met variatiemogelijkheden voor de verschillen
de dialekten. De verschillen tussen Twentse en niet-Twent
se dialekten zijn g~oter dan tussen Twentse dialekten
onderling. Het een eenheidsspelling is het minder moei
lijk dialekt te lezen en er les over te geven, zowel in
de cursussen Twents als op de scholen. Het kunnen her
kennen van het woordbeeld is daarbij erg belangrijk.
De dialekten, ook de Twentse, raken wat meer in dan
tientallen jaren het geval is geweest; door een eenheids
spelling wordt "het Twents" beter herkenbaar, ook voor
de buitenwereld.
Dr.J.Daan
3.
Twentse Taalbank
RICHTLIJNEN VOOR DE SPELLING VAN HET TWENTS.
1. Algemeen Regel: UITGANGSPUNT BIJ DE SPELLING VAN
HET 1\.lENTS ZIJN DE NEDERLANDSE
SPELLINGSREGELS. DEZE GELDEN OVER
AL DE ONDERSTAANDE VOORSCHRIF
~il.AR
TEN GEEN UITSPRAAK DOEN.
2. Klinkers
2.1 Eenklanken Regel: IN OPEN LETTERGREPEN WORDEN LANGE
KLINI<ERS MET EEN ENKELE LETTER GE
SPELD, MAAR ALS EEN WOORD EINDIGT
OF EEN LANGE KLINKER, DAN SPELT
MEN STEEDS MET TWEE LETTERS, OOK
IN ..Al'LEIDINGEN, SAMENSTELLINGEN EN
EUIGINGSVORMEN VAN NAAMWOORDEN.
b.v. deep - <leper
koo - koomoat
OvePzicht van de eenklanken in het Twents
Spei- Voorbeelden Klank ongeveer
Zing als Ned.
a vermaln(verspillen), dawweln(stoeien) korte a
-
aa maakn(maken), zik waarn(op zijn hoede lange aa
zijn) -
-e etn(eten), pepper(peper) korte e
ee dree(drie), verleezn(verliezen) lange ee
ea weagn(wegen), wearkn(werken) lange klank in
unfair
i wille(plezier), wiln(willen) körte
i.
ie wiezn(wijzen), blievn(blijven) lange ie
-0 botter(boter), wochtn(wachten) korte o (van
bol, bolle(stier) pot én bom)
00 stool(stoel), bloomn(bloemen) lange oo
oa woagn(wagen), boavn(boven) lange klank in
èèèèh
0 p~tte(potten), sl~ttel(sleutel) korte Duitse
in löss, KÖln
oa nöast(naast), bÖarger(burger) lange klank in.
Frans oeuvre
oe moes(muis), toesken(ruilen) oe
-u tusken(tussen~ but, butte(botten) korte u
uu muus, muze(muizen), kuuln(rollen) lange uu
eu beuke(boeken), beteunCSchaars) eu
4.
2. 2 Tweek fonken Twentse Taalbank
Overzicht van de tweeklanken in het TUJents
Spel- Voorbeelden Klank ongeveer
Zing als Ned.
ei heistern(gehaast,ongeorganiseerd wer- ei
ken), eiloof, eiloaf(klimop)
ui kuiern(babbelen), spuitn(spuiten) ui
~u kouw(kooi), slouw(sloom) ou
aauw gaauw(gauw) - ongeveer als
in miauw
aai aait(altijd) aai
ooi mooi(mooi) ooi
eei dreein, naast dreain(draaien) ee + j-klank
eai weain(waaien), zeain(zaaien) ea + j-klank
eui bleuin(bloeien), greuin(groeien) eu + j-klank
-.
oai. möaite(moeite) -- Öa + j-klank
uui buui(bui) uu + j-klank
iej biej(bij), wiej(wij) ie + j-klank
~ b~(bui) u + j-klank
2.3 Bijzondere klanken
In sorrurtige delen van Twente kent men die niet
klanken~
onder paragraaf 2.1 en 2.2 genoemd staan. We vermelden
de volgende:
Spel- Voorbeelden Klank ongeveer
Zing als ·
i-j bi-j(bij), vri-j(vrij) Ned. i in pit
gevolgd door j
oa oaver,naast oaver(over) lange oo +
boavn, naast boavn(boven) korte a
stoave, naast stoave(stoof)
êa l!~vn, naast leavn(leven) lange ee +
korte a
ie bîevn, naast beevn, bevn(beven) als in België
fegel,naast egel
oe koegel, naast kogel, koggel(kogel) oe + e (als
voegel, naast vogel, voggel(vogel) in me)
ûe v~~gel(vogels), mûeglik(mogelijk) uu + e ( in m.~)
5.
Twentse Taalbank
3. MedekZinker>s
Alleen de r ver>dient bijzondere aandacht.
Regel: DE R WOEJJT GESCIU\.EVEN ALS DAT IN HET OVER
EENKOMS11GE NEDERLANDSE WOORD OOK GEBEURT,
OOIC ALS DE R IN llET TWENTS NIET WORDT UIT
GESPROREN.
3.1 Korte klinke~s BevoJ,gd door!:_
Voorbeelden: dÖrst(dorst), dwers(dwars), stert,start
(staart), ampart(apart), better(beter),
ha.!_d(hard), he!:te(hart), ko.E_tns(onlangs).
3.2 Lange klinker Bevolgd door E.
Regel: WAAR HET OVEREENKOMSTIGE NEDERLANDSE WOORD
aar HEEFT, SPELLEN WE IN HET TWENTS oar EN
WAAR HET OVEREENKOMSTIGE NEDERLANDSE WOORD
oor OF oer> HEEFT, SPELLEN WE IN HET TWENTS
oor.
Voorbeelden: door(gek,dwaas), boord(b.v.boord van
hemd),noordn(noorden).
z:woar(zwaar), doar(daar), joar(jaar),
board (baard). - -
Opmerking: De invloed, die de r hier in het Twents op
de vooraf gaande lange klinker heeft, geven ,
we niet weer in de spelling.
Voorbeelden: deer(dier), mekaar(elkaar), vaar(vader).
4. Medeklinkers in verbuiging en vervoeging.
Regel: DE STAM VAN ZELFS1ANDIGE NAAMWOORDEN EN WERK
WOORDEN BLIJFT IN DE SPELLING STEEDS, D.W.Z.
IN ALLE VERBUIGINGEN EN VERVOEGINGEN GEHAND
HAAFD.
-In het bijzonder moet men hier attent op zijn
bij stammen eindigend op d en op t (de stam
is onderstreept)
hoaldn(houden), verkoaldn(verkouden), oalde
peerde(oude paarden), woch~n(wachten)
6.
Twentse Taalbank
N.E. MEERVOUDSVORMEN in de tegenwoordige tijd worden
in het Twents gevormd door de stam van het werk
woord, gevolgd door een t.
Dit betekent voor stannnen, die. eindigen op d of
t, dat resp. dt en tt wordt gespeld in het
Twents.
B.v. wiej,iej,zee proatt - wij,jullie,zij praten
wiej redt oons wa- - wij redden ons wel.
Als het onderwerp, in de vorm van het persoonlijk
voornaamwoord in de eerste en tweede persoon meer
voud, achter het vervoegde werkwoord (de persoons
vorm) staat, verdwijnt deze t-uitgang.
B.v. wiej nemt - maar: nem-wiej (wij nemen-nemen
wij), dus ook: wiej; iej proatt, maar: praat
wiej, proa! iej. - -
VERKLEINWOORDEN van woorden eindigend op k,
eindigen in het Twents op kken (mits de Twentse
vorm niet ksken of kjen heeft in de uitspraak).
B.v. heukken, naast heuksk~n (hoekje).
5. De uitgang -(e)n
Regel: ALS IN DE UITGANG -en GEEN e GEHOORD WORDT,
AL
SPELLEN WE ALLEEN -n, OOK HOREN WE SOMS
EEN -m OF -ng - KLANK.
N.b. De medeklinker voor deze -n wordt niet
verdubbeld
B.v. maakn(maken), nerrrn(nemen), -dus niet:nermm
zetn(zetten), looP!!:_(Zopen), schrievn(sehrij
ven), krief!!!:..(krijgen), winn(winnen), binn
(binnen), bindn, beendn(binden), deankn
(denken); - - -
maar wel: wasken(wassenj, tusk~n(tussen),
vis ken (vissen).
N.b. In de verleden tijd van regelmatige werk
woorden spellen we de d of t niet:
B.v. zee leavn(zij leefden), iej woln(u, J~J
wilde), wiej maakn (wij maak tenT; wiej
proatn(wij praatten), zee wochtn(zij
wachtten). -
7.
Twentse Taalbank
6. Samentrekking
Regel: VOOR DE S.AMENTREXKING VAN WERKWOORD OF VOEG
ME1 PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD GEBRUI
~OORD
REN WE DE A.POSTROFE.
Jl.v. kó'j(kun je), wi'j(wil je), doo'w(doen we)~
he'k(heb ik), a'j(als je). ·
Opmerking: Let op de spelling "e"(hij) in gevallen
als hef e(beeft hij), dÖt e(doet hij),
krig e(krijgt hij). We schrijven, zoals
uit deze voorbeelden blijkt, hier geen
apostrofe en we schrijven het persoon
lijk voorna<ll!lwoord los van het werkwoord.
7 • Lidwoorden
Regel: BIJ HET SCHRIJVEN VAN DE LIDWOORDEN GEBRUIKEN
\.IE GEEN APOSTROFE.
De lidwoorden in het Twents zijn
bepaald: onbepaald:
n voot (de voet) nen voot(een voet)
de koo(de koe) ne koo(een koe)
! peerd(het paard) ~ peerd(een paard)
- de onderstreepte woorden zijn de lidi,Joorden
- het meervoud wijkt niet af van het Nederlands.
8. De uitgang -Zijk
Regel: DE NEDERLANDSE UITGANG -lijk WORDT IN HET
TWENTS -lik GESPELD.
B.v. riekeli_k(rijkelijk), geveurlik(gevaarlijk)
9. Woorden van vreemde herkomst
Regel: VOLG BIJ DEZE WOORDEN DE NEDERLANDSE SPELLING,
BEHALVE WANNEER DE VREEMDE HERKOMST NIET MEER
GEVOELD WORDT.
Voorbeelden van vreemde woorden, die niet meer
als zodanig gevoeld worden:
trankiel,kraankiel(vastberaden), profors(vrij
moedig), verinneweern(kapot maken), estemeern
(waarderen,gastvrij onthalen), fenoalweg(hele
maal), preenspoals(met name), veraltereerd
(overstuur).
8.
Twentse Taalbank
DE RICHTLIJNEN OP BESTAANDE LECTUUR.
TOEGE~AST
Eerst de oorspronkelijke tekst, daarnaast de nieuve spelling
1. NICH VEUR VOL (Oet et oalde doarp 1, B.Plegt, Losser)
In Den Haag wÖdden wieleu hier in oons döärpken nich veur
vol rekkend, dat koj waan de post zeen. Wie hadden al
joren nen pingeltram, seends 1903 al, en ie konnen der
mooi met na t hoge Noorden kommen, na Deernenkamp, en na
t Zuden tut an de Grenau. Mer de breewe oet de viede
weerld dee na oons doarp hen mossen dee wÖdden in Olden-
zel oet t grote spoor laden en dan gungen 2e na Laster
hen met t oale WalhÖfken, de bor, op ne hoondenkoor van
de "Nederlandse Posterijen" (dat stun der op, ok nog)
net of der gennen tram bestun. Veur WalhÖfken was dat ja
ne mooie broadwinning, mer veur oons was dat t bewies
dat ze oonze breewe (en oons dan) nich meer as ne hoon-
denkoor weerd vunnen. ·
2. ENGELN-JAN (Riesn tusken 1750 en 1830, W.J.C. van
Wijngaarden, Riesn)
In den tied leawn ook Engeln-Jan. Zin moo was werrevrouwe
en hetn Engele. Joa ik kan wa zegng: hee leawt nog, want
wo vaake wordt e nog anehaald urn zinne kweekslaage,ge
zegngn en grapn. Hee zat vol met toksen. Hee kon t zegngn
en hee durvn t ook. En t muejste was, 2e wilrn dr neet
helleg umme. Zukke leu he'j, doar'j nooit helleg op wordt,
a zegt ze t ook nog zo raak.Non nin? Zo'n soort was Engeln
Jan. Leazen of skriewn kon e neet, mer n healder vestaand
har e en n stoark gehuengn ook. Riemm kon e ook wa. Wat
e dee? Hee was van alls: doodgreawr, kloknluudr, umreupr,
ofsleagr en wat wee-r ik t. As e mos ummeroopn, gung t
aaltied oet n kop, a was t ook nog zoo vuile. En vaake
op riem. Zo reup e nen keer:Riesndr turfkloetn, iej zoln
biej Spinn-Wilm kornm dat spek betaaln; want biej de ve
kuepe, kom iejleu biej huepe, mer a 'tr wat is te betaaln,
kan 'k dr oew an de hûêre neet biej haaln. Iedereene
keann um dan ook en Jan keann alleman.
10.
Twentse Taalbank
In Den Haag wÖrdn wieleu hier in oons dÖarpken nich veur
vol reknd, dat ko'j waan de post zeen. Wie hadn al
joarn nen pingeltram, seends 1903 al, en ie konn der
mooi met naa t hoge Noordn komn, naa Deernkamp, en naa
t Zuudn tut an de Gronau. Mer de brewe oet de wiede
weerld dee naa oons doarp hen mostn dee wordn in Oldn
zel oet t grote spoor laadn en dan gungn ze naa Loster
hen met t oalde WalhÖfken, de bor, op ne hoondnkoar van
de "Nederlandse Posterijen" (dat· stun der op, ok nog)
net of der genn tram bestun. Veur WalhÖfken was dat ja
ne mooie broadwinning, mer veur oons was dat t bewies
dat ze oonze brewe (en oons dan) nich meer as ne hoondn
koar weerd vundn.
,In den tied leavn ook Engeln-Jan. Zin moo was werrevrouwe
en hetn Engele. Joa ik kan wa zegn: hee leaft nog,want
woo vake wordt e nog anehaald um zinne kweekslage, ge
zegn en grapn. Hee zat vol met toksn. Hee kon t zegn
en hee dÖrvn t ook. En t meuiste was, zee wördn der neet
hellig unnne. Zukke leu he'j, doar'j nooit hellig op wordt,
a zegt ze t ook nog zo raak. Non nin? Zoo'n soort was ~ngeln
Jan. Leazn of skrievn kon e neet, mer n healder verstaand
har e en n stoark gehûegn ook. Riemn kon e ook wa. Wat
e dee? Hee was van als: doodgreawer, kloknluder, umreuper,
ofsleager en wat weet ik t. As e mos ummeroopn, gung t
aaltied oet n kop, a was t ook nog zoo vulle. En vake
op riem. Zoo reup e nen keer:Riesnder turfkloetn, iej zoln
biej Spinn-Wilm komn dat spek betaaln; want biej de ver
kûepe kom iejleu biej hûepe, mer as der wat is te betaaln,
kan'k der oew an de hûere neet biej haaln. Iederene
keann urn dan ook en Jan keann alleman.
11.