Table Of ContentTEKENEN TER VERLICHTING
Architectuurtekeningen in de achttiende-eeuwse
Republiek
Architectural drawings in the Eighteenth-century Dutch Republic
(with a summary in English)
Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector
magnificus, prof.dr. J.C. Stoof, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te
verdedigen op 16 november 2010 des middags te 12.45 uur
door Eva Röell
geboren op 28 juni 1973 te Hilversum
Promotoren: Prof. dr. K.A. Ottenheym
Prof. dr. A.F.W. Bosman
INHOUDSOPGAVE
Woord vooraf 9
Inleiding 10
Wat zijn architectuurtekeningen? En welke achttiende eeuw? 10
Architectuurtekeningen in architectuurhistorisch onderzoek 11
De achttiende eeuw in architectuurhistorisch onderzoek 12
Overgeleverde achttiende-eeuwse architectuurtekeningen; omvang en aard van het materiaal 13
Vraagstelling en aanpak 14
DEEL I: PRAKTISCHE OMSTANDIGHEDEN EN THEORETISCHE VISIES
Hoofdstuk 1: Het werkveld. Makers en gebruikers van architectuurtekeningen in de
achttiende-eeuwse Republiek 17
1.1 De organisatie van bouwprojecten door verschillende soorten opdrachtgevers 17
Stadhouderlijk hof 17
Raad van State 20
Admiraliteiten 21
Provincies 21
Steden 22
Religieuze instellingen 25
Instellingen van sociale zorg, cultuur en wetenschap 25
Particuliere opdrachtgevers 26
1.2 Ontwerpers en tekenaars 28
Ontwerpers en tekenaars van architectonische werken in de achttiende eeuw 28
De term ‘architect’ in de achttiende eeuw 30
Beloningen voor ontwerp- en tekenwerk 35
Hoofdstuk 2: Leren tekenen: praktijk en theorie van het bouwkundig tekenonderwijs 40
2.1 Onderwijs 40
Onderwijs door de gilden 40
Particuliere tekenscholen 41
Konst- of wiskundescholen, wiskunde-genootschappen en het Nut 42
De Fundaties van Renswoude 43
Tekenonderwijs aan weeshuizen: Amsterdam, Rotterdam en Utrecht 48
Tekenonderwijs aan Hogescholen en Universiteiten 51
Militaire opleidingen 52
Tekencolleges en -academies; institutionalisering van tekenonderwijs 54
Van en naar het buitenland 57
2.2 Vakpublicaties 60
Tekeningen en tekenvaardigheid in architectuurtheorie en leerboeken 60
Wie las wat? Boeken over bouwkundig tekenen in boedel- en veilingcatalogi 66
Hoofdstuk 3: Wat en hoe getekend? De architectuurtekening als materieel object 72
3.1 Projecties 72
Orthografie 72
Perspectief 73
Axonometrie 76
3.2 Voorstellingen 76
Plattegrond 76
Opstand 77
Doorsnede 78
Gespleten voorstelling 78
Uitgeklapte tekening 78
3.3 Tekenmaterialen en –instrumenten 81
Papier en hout 81
Tekenplanken en tekentafels 83
Potlood en krijt 84
Pennen en penselen 85
Inkt en kleuren 87
Linialen en tekenhaken 89
Passers en prikkers 89
Gradenbogen en proportiepassers 90
Perspectiefinstrumenten 91
3.4 Tekentechnieken 92
Schetsen 92
Maat, schaal en moduul 92
Nette tekeningen 95
Schaduwen en wassen 96
Omkadering 98
Kopiëren 98
Vergroten en verkleinen 99
DEEL II: FUNCTIES VAN TEKENINGEN IN DE PRAKTIJK
Hoofdstuk 4: De tekenpraktijk van architecten en ingenieurs 101
4.1 David van Stolk (1692-1770) 101
De tekeningen van David van Stolk 103
Studie en acquisitie 105
Tekenen in de praktijk: vier bouwprojecten 105
Typen tekeningen van Van Stolk 108
4.2 Matthias Soiron (1748-1834) 110
De tekeningenverzameling van Soiron 111
Typen tekeningen van Soiron 112
Tekentechnieken van Soiron 113
4.3 Ingenieurs 114
Ingenieurs 115
Civieltechnische functionarissen 116
Ingenieurstekeningen in archieven 117
Gebruik van tekeningen in het corps der genie: documentatie en controle 118
Tekeningen in de uitvoeringspraktijk: de relatie tot het bestek 120
4.4 De tekenpraktijk van architecten en ingenieurs 126
Hoofdstuk 5: De rol van tekeningen bij overheidsopdrachten 130
5.1 Het logement van Amsterdam in Den Haag 1736-1741 en 1814 130
Tekeningen en aanvullende bronnen 130
Ontwerpen voor het nieuwe logement 131
Tekeningen van Coenraad Hoeneker 134
Goedkeuring en uitvoering 136
Interieurafwerking: stucwerk en schouwen 138
Van stedelijk logement naar paleis: de verbouwing in 1814 141
De gevelopstand van Noordendorp 144
Effecten van opdrachtsituatie op productie en gebruik van tekeningen 145
5.2 De herbouw van het Tucht- en Werkhuis van de Staten van Friesland 1754-1756 146
Ontwerpen voor herbouw 146
Presentatietekeningen van het definitieve ontwerp 149
Bestekken en tekeningen voor de uitvoering 150
Drie raadselachtige tekeningen 152
5.3 Het nieuwe Spin- en Werkhuis in Amsterdam 1778-1782 153
Opdracht en ontwerp 153
Uitvoering: bestekken, tekeningen, profielen en modellen 155
Beeldhouwwerk, stucwerk, de verhoorzaal en de tuin 158
Documentatie en verspreiding 159
5.4 Een statig stadhuis voor Groningen 1774-1810 160
Prijsvraagontwerpen 160
Directeur-generaal Husly 163
Het ontwerp van 1776 164
De tekeningenseries A-D 167
Aanbestedingen en stopzetting 1776-1777 171
Nieuwe start met een nieuw ontwerp 1792-1795 172
Voltooiing door Raammaker vanaf 1802 174
Hoofdstuk 6: De rol van tekeningen bij bouwprojecten van instellingen 177
6.1 Het hofje van Noblet in Haarlem 1750-1760 177
Het tekeningenarchief 178
Tekeningen bij het testament 179
Ontwerpfasen vanaf 1757 180
Uitvoeringstekeningen en bestekken 183
Decoratie, aanvullingen en wijzigingen 185
6.2 Teylershofje in Haarlem 1784-1790 187
De opdracht 187
Leendert Viervant de Jonge (1752-1801) 188
Tekeningen uit de ontwerpfase 1780-1784 189
Ontwerpen voor nieuw hofje aan de Koudenhoorn, 1784-1785 190
Tekeningen in de uitvoeringsfase 1785 - 1787 192
Ontwerpen voor het voorgebouw 1787-1788 193
Representatie 194
6.3 Het Maagdenhuis in Amsterdam 1780-1787 195
De tekeningen 196
Ter discussie en presentatie: ontwerpen in tekeningen en model 196
Ter constructie: tekeningen en bestekken 200
Ter representatie: tekeningen van het resultaat 203
Samenvatting en conclusies 205
Samenvatting 205
Het werkveld 205
Tekenonderwijs 206
Tekenmaterialen en –technieken 207
De casus 210
Conclusies 216
Afkortingen 220
Bibliografie 221
Primaire literatuur 221
Secundaire literatuur 227
Enkele websites 253
Bijlagen 254
1. Het pro memorie van Matthias Soiron 254
2. Rotulus van ‘tekeningen en plans’ voor de voltooiing van het Stadhuis van Groningen uit 1802 256
3. Teylershofje: fragment rekening Viervant d.d. 16 augustus 1793 257
Summary 258
Curriculum Vitae 262
Woord vooraf
Toen de mogelijkheid tot het doen van promotieonderzoek naar achttiende-eeuwse architectuurtekeningen zich
voordeed waren zowel de periode als het onderwerp relatief onbekend terrein voor mij. Desondanks was mijn
fascinatie snel gewekt. Als historisch onderzoeker sprak (en spreekt) het verkennen en eigen maken van nieuw
terrein mij immers aan en al snel voelde ik mij verbonden met zowel het tijdvak als het onderzoeksmateriaal.
Het voorstel voor dit onderzoek kwam voort uit het in 2004 afgeronde onderzoek naar de zeventiende-eeuwse
architectuurtekeningen in de Republiek door Elske Gerritsen. Haar proefschrift legde een stevige basis voor mijn
onderzoek.
Ik ben mijn promotor Koen Ottenheym bijzonder dankbaar voor de mogelijkheid die hij mij met de
aanstelling als aio op dit onderwerp heeft geboden, en voor het in mij gestelde vertrouwen. De moed om aan het
promotietraject te beginnen en ook te voltooien heb ik kunnen opbrengen dankzij de steun van mijn promotor Lex
Bosman. Vanaf mijn studietijd is hij van cruciaal belang geweest voor mijn ontwikkeling tot architectuurhistorisch
onderzoeker. Mijn dank aan hem is groot.
Mijn aanstelling was mogelijk dankzij de financiële steun van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, en
ik wil met name Peter Don van harte danken voor zijn betrokkenheid en ondersteuning. Een andere belangrijke
archiefinstelling voor mijn onderzoek was het Stadsarchief Amsterdam, waar Erik Schmitz van cruciale betekenis is
geweest voor het vinden van de weg naar de tekeningen. Zijn kennis van het archief en de bereidheid die te delen
zijn ongeëvenaard.
Het binnen de specialisatie Architectuurgeschiedenis en Monumentenzorg bestaande ‘klasje’ heeft door
gedeelde ervaringen, lezing van teksten, aanbevelingen en uitwisseling van nieuws, veel bijgedragen aan zowel
de inhoud als methoden van het promotieonderzoek. In het solistische bestaan van de promovendus was dit
collegiale genootschap een bijzonder waardevol en plezierig klankbord. Ik wil de deelnemers aan het klasje:
Jaap-Evert Abrahamse, Gea van Essen, Merlijn Hurx, Geert Medema, Esther Starkenburg, Leo van den Burg,
Freek Schmidt, Rob Dettingmeijer, Lex Bosman, Koen Ottenheym, Marie-Therese van Thoor en Dirk van de Vijver
daarvoor graag bedanken. Ook heb ik baat gehad bij gedachtewisselingen over de inhoud en vorm van het
proefschrift(onderzoek) met Pieter Vlaardingerbroek en Elske Gerritsen. Wim Boerefijn wil ik bedanken voor het
lezen en becommentariëren van het manuscript. Zijn opmerkingen en vragen kwamen in een belangrijke fase van
de inhoudelijke opzet, en gaven mij het vertrouwen dat nodig was voor afronding.
René Kerkhoven heeft het begin van mijn opleiding tot kunsthistoricus meegemaakt, en speelde nu een rol
bij de voltooiing daarvan door zijn vertaling van de samenvatting in het Engels. Hedda van het Groenewoud wil
ik bedanken voor de laatste tekstuele redactie van het manuscript en Helga Smit voor het opmaken ervan. Mijn
overgrootvader J.B.A. Kessler heeft zonder het te weten middels het Kessler Trust financieel bijgedragen aan de
uiteindelijke productie, waarvoor ik de trustees hartelijk dank. Jaap en Annet, Johan en Janke, Louk en Femke,
Marcia en Katinka dank ik voor hun zeer gewaardeerde praktische ondersteuning in de vorm van kinderopvang.
Tot slot wil ik Martijn bedanken voor het vertrouwen, de tijd en ruimte die hij mij heeft gegund. Zijn veerkracht en
humor hebben er vooral in de laatste, fysiek moeilijke jaren voor gezorgd dat dit boek er is gekomen.
9
INLEIDING
Wat zijn architectuurtekeningen? En welke achttiende eeuw?
Het realiseren van een gebouw is in bijna alle gevallen te complex, arbeidsintensief en kostbaar om onvoorbereid,
zonder plan en organisatiestructuur aan te vatten. Aan de betrokken partijen moet voorafgaand aan en tijdens de
bouw duidelijk worden gemaakt wat de verwachtingen en bedoelingen zijn. Daarvoor kan een aantal middelen
worden ingezet, zoals maquettes of gebouwde voorbeelden, beschrijvingen (bestekken) en tekeningen. De
tekeningen, die in de verschillende fasen van het ontwerp- en bouwproces in de achttiende-eeuwse Republiek
werden gemaakt en gebruikt, zijn het onderwerp van dit onderzoek. Omdat die tekeningen niet de enige
communicatiemiddelen waren en meestal ook niet zelfstandig functioneerden, worden maquettes en bestekken
ook in het onderzoek betrokken. Er is een omvangrijke en diverse groep architectuurtekeningen uit de achttiende
eeuw in verschillende archieven en collecties bewaard gebleven.1 Ook bestekken zijn nog voldoende voorhanden
om in relatie tot de bewaarde tekeningen te onderzoeken. Nederlandse Maquettes uit de achttiende eeuw
zijn echter zelden overgeleverd.2 Tekeningen die niet direct een rol speelden bij de totstandkoming van een
gebouw, maar wel door ontwerpers en uitvoerders werden gemaakt, worden in het onderzoek betrokken als
bronnen voor het tekenonderwijs en de gebruikte tekentechnieken. Daarbij valt te denken aan ontwerpstudies,
opmetingstekeningen, tekenoefeningen en kopieën van getekende of gedrukte voorbeelden. Beeldende
voorstellingen van bestaande of bedachte architectuur, die zijn bedoeld en gebruikt als kunstwerken, behoren
niet tot ons begrip van de architectuurtekening.3 Ze zijn immers niet gemaakt met het oog op het ontwerpen en
oprichten van gebouwen.
Het onderzoek is opgezet in aansluiting op het door Elske Gerritsen uitgevoerde promotieonderzoek naar
architectuurtekeningen in de zeventiende-eeuwse Republiek.4 Daaruit is naar voren gekomen dat vanaf de jaren
twintig van de zeventiende eeuw een groep Amsterdamse en Haagse opdrachtgevers uit de hoogste kringen vanuit
een nieuwe, meer op de klassieke theorie gestoelde belangstelling voor architectuur een beroep deed op een
nieuw type ontwerpers, te weten een kleine groep van goed geschoolde schilder-architecten. De tekening vormde
tussen deze opdrachtgevers en ontwerpers de belichaming van het intellectuele ontwerpproces. De tekeningen
moesten een exact meetbare voorstelling op schaal geven van het beoogde gebouw. De serie van plattegrond,
opstand en doorsnede in orthogonale projectie werd in de loop van de zeventiende eeuw de standaard voor alle
ontwerpersgroepen. Architectuurtractaten en prentseries speelden een belangrijke rol in deze ontwikkeling, maar
ook de ontwikkelingen in mathematica en landmeetkunde droegen er aan bij.
De standaardisatie van de architectuurtekeningen werd veroorzaakt door de functie van de tekeningen
als verbindende factor tussen de verschillende betrokkenen en de steeds verdergaande loskoppeling van het
ontwerpwerk van de uitvoering op de bouwplaats. De opdrachtgever vroeg om een actief aandeel in het proces en
de taken in ontwerp en uitvoering werden steeds verder verdeeld onder meerdere mensen.
Ook in de achttiende eeuw vonden ontwikkelingen plaats in de vormen en functies van architectuurtekeningen,
maar tegelijkertijd moet de continuïteit in methoden en technieken niet worden onderschat. Ten opzichte van
de zeventiende eeuw onderscheidt de achttiende eeuw zich door de aard en omvang van de bouwopdrachten.
Terwijl de hoge bouwproductie in de zeventiende eeuw hele stadsuitbreidingen en veel grote voorname gebouwen
voortbracht, was in de achttiende eeuw de productie in het algemeen geringer en lag het zwaartepunt bij bouw en
verbouw van woonhuizen en buitenhuizen, instellingen van sociale en culturele zorg en interieurvernieuwingen.
1 Een zinnige schatting van de hoeveelheid bewaarde architectuurtekeningen uit de achttiende-eeuwse Republiek is niet mogelijk.
Duidelijk is dat de hoeveelheid en vooral de diversiteit vele malen groter is dan die van de bewaarde zeventiende-eeuwse
architectuurtekeningen.
2 Zie voor het gebruik, de technieken en vormen van bouwmodellen Tieskens e.a. 1983, Reuther en Berckenhagen 1994 en Millon
1999.
3 Een bloeiend genre in de achttiende eeuw was dat van de zogenaamde topografische tekening, met bekende namen als Abraham
Rademaker (1676/77-1735), Cornelis Pronk (1691-1759) en Jan de Beijer (1703-1785). Dit soort tekeningen wordt ook wel
architectuurtekeningen genoemd.
4 Zie E. Gerritsen, Architectuurtekeningen. De tekening in de zeventiende-eeuwse ontwerp- en bouwpraktijk in de Noordelijke
Nederlanden, diss. Universiteit Utrecht 2004, en de handelseditie: Zeventiende-eeuwse architectuurtekeningen. De tekening in de
ontwerp- en bouwpraktijk in de Nederlandse Republiek, Zeist/Zwolle 2006.
10
Description:Architectural drawings in the Eighteenth-century Dutch Republic niet verworpen, wat wel door oudere auteurs als Leon Battista Alberti de mathematische regel van Archimedes en de kwadratuur van een cirkel.455 Er zijn voor zover bekend twee persoonlijke tekeningenarchieven van