Table Of ContentPRAKTISCHE GRAMMATICA VAN HET LONKUNDO
"KONGO-OVERZEE BIBLIOTHEEK"
ONDER LEIDING VAN PROF. DR. A. BURSSENS, UNIVERSITEIT TE GENT
I
PRAKTI SCH EG-RAM MATI CA
VAN HET LONKUNDO(LOMONGO)
(BELGISCH KONGO)
DOOR
s. c.
G. HULSTAERT, M.
MCMXXXVIII
DE SIKKEL, KRUISHOFSTRAAT 223, ANTWERPEN
...
VOORBERICHT
Deze spraakkunst is praktisch opgevat en met oefeningen voor
zien, omdat zij bedoeld is als hulpmiddel voor de missionanssen
en andere Europeanen in Belgisch Kongo om vlugger en gemakke
lijker het lonkundó of lomóngo aan te leeren (1). Om praktisch
pedagogische redenen is niet elke woordsoort doorloopend afge
handeld. De stof werd zóó verdeeld dat, na enkele lessen reeds,
eenvoudige zinnetjes kunnen worden gevormd. De inhoudstafel
en de woordenlijst laten aan den anderen kant toe, de verschillende
bij elkaar hoorende deelen gemakkelijk te vinden. De schrijver
heeft de rangschikking gevolgd, die hem het meest praktisch leek
om zoo haast mogelijk de meest noodige elementen der taal te
laten. aanleeren. Slechts beleefdheidsformules en groeten zijn
achteraan gezet. Voorzetsels en voegwoorden zijn, naar gelang
van de omstandigheden, in de oefeningen ingewerkt en lmnnen
gemakkelijk in de woordenlijst worden gevonden.
Het dialekt, dat aan deze spraakkunst ten grondslag ligt, is
dit van de streek rond Flandria (provincie Coquilhatstad, Belgisch
Kongo), voornamelijk dit der Bongfli, dat mij het grammatisch
regelmatigste en tevens rijkste lijkt te zijn. Verscheidene afwij
kingen van andere dialekten zijn echter ook aangestipt. Het ware
onmogelijk geweest, en zou trouwens het kader van dit werk zijn
te buiten gegaan, met alle dialekten rekening te houden.
Het lonkundó of lomóngo beslaat in al zijn vertakkingen een
zeer uitgestrekt gebied, dat wel het grootste is van alle Kongo
leesche talen.
(1) Het moge hier nogmaals gezegd worden, dat lonkundó en lom:>ngo
niet twee talen zijn, noeh zelfs twee dialekten derzelfde taal. Beide namen
hebben slechts een geographische beteekenis. Tusschen Nkundó en Móngo
is uit een linguistisch of ethnographisch oogpunt geen grens te trekken.
v
Evenals elke groote taal, bestaat het lonkundó uit verscheidene
dialekten, die op hun beurt weer onderverdeeld worden in kleinere
dialekten, enz. In Anthropo8, XXIX, blz. 75 werden enkele dier
K
grootere dialekten genoemd als aan het hoofddialèkt (lonkundó
l:>m{mg:> sensu 8tricto) verwante idiomen. Men hun grootere of
kleinere verschillen loopen zij zóó door elkaar, dat zij den indruk
wekken te zijn voortgesproten uit een vermenging, die in meerdere
of mindere mate en in verschillende verhouding heeft plaats gehad.
De produkten daarvan vloeien overal in een of ander 9pzicht in
elkaar tot een, ook geographisch, sterk dooreen gestrengeld net.
Het hier behandelde dialekt behoort tot het hoofddialekt
(lonkund6 of 1:>m5ngo sensu 8tricto), dat het verst verbreid en het
best gekend is. Door zijn geographische ligging, wegens het gebruik
dat door de missionarissen van dit dialekt wordt gemaakt, en door
de reeds bestaande literatuur, is het geroepen om de basis te
worden van een letterkundige taal, die kan dienen voor de heele
centrale kom in Kongo tot aan de Kasai (1).
Men bedient zich van deze taal in de missiescholen van het
Mfjngo-gebied binnen de grenzen van het vikariaat van Coquilhat
'stad en van de prefektuur van Basankusu, zoowet de katholieke
missies als de protestantsche zendingen. Hoe de toestand in andere
streken is, weten we niet juist.
De schrijfwijze is nog niet heelemaal vastgelegd. De onder
scheidene missie-genootschappen hebben nog geen overeenkomst
getroffen, hoewel dit zeer wenschelijk, ja noodig is. We hopen dat
weldra ernstige pogingen in dien zin mogen worden aangewend.
De bier gevolgde schrijfwijze berust op de beginselen van het
Internationale Instituut voor Afrikaansche Talen en Kulturen
(Londen). In de scholen en in de uitgaven van het vikariaat van
Coquilhatstad wordt deze schrijfwijze gevolgd, behalve voor:> en E,
die, tot groot nadeel der leerlingen en lezers, niet onderscheiden
worden, wegens moeilijkheden die gansch buiten den wil der missie
liggen.
(I) Reeds in het Vocabulary of Kilolo (1887) schrijft J. B. EDDIE (blz. lIl) :
"hun taal wordt verstaan tot zelfs in het gebied van de Boven-Lomami..."
"deze (dialektale) eigenaardigheden vormen geen hinderpaal voor den
omgang met den heelen volksstam."
I
I
! VI
I
Al de zorg besteed aan dit werkje kan niet beletten, dat de rang
schikking der stof sommigen min gelukkig zal vom:kGmen. Wij
hebben alleen het nut der missionarissen en andere blanken. op
het oog gehad, opdat zij zoo gauw en zoo gemakkelijk mogelijk de
taal zouden kunnen aanleeren (1). De schrijver is er van overtuigd,
dat dit werk voor verbetering vatbaar is, en zelfs dat er, uit een
theoretisch oogpunt, fout~m kunnen in voorkomen, vooral wat
betreft de juiste beteekenis van sommige vormen van de werk
woorden, die voor de blanken zoo ingewikkeld zijn.
Niemand die de moeilijkheden kent, welke voor een Europeaan
gelegen zijn in de studie eener Bantoetaal, zal het den schrijver
ten kwade duiden.
Over het lonkundó zijn reeds verschenen,
Spraakkunsten:
J. B. EDDIE, A Vocabulary ot KJlolo ... wir/A a few introductory
Notes on the Grammar (London 1887}.
J. & F. T. Mc KITTRICK, Guide to the Lonkundu Langwnge (London
1893).
A. &, L. RUSKIN, Outlines of the Grammar of the Lomongo Language
(1903).
R. tT. DYE, A Lonkundo Grammar (Bolenge 1910).
E. R. MooN, First Lessons in Lonkundo (Bolenge 1917).
J. VERPOORTEN, Grammaire Lonkundo (Gent z. j.).
E. A. & L. RUSKIN, A Grammar of the Lomongo Language (Bonga
ndanga 1934).
G. HULSTAERT, Les Tons en Lonkundo, in Anthropos, XXIX, blz. 75,
1934.
VVoordenboeken :
J. B. EDDIE. Zie hierboven.
L. M. DE HAILES, Kilolo-English Vocabulary (London 1891).
E. A. & L. RUSKIN, Short Vocabularyof the Lomongo (Bongandanga
1912).
(1) Daarom ook zijn lang niet alle fijne bijzonderheden der taal behandeld
hoewel meerdere aangegeven zijn.
VII
· .
(FOREIGN CHRISTIAN MISSIONARY SOCIETY), English-Lonkundo and
Lonkundo-English VocabuUiry (Bolenge 1913).
H.
J. VERPOORTEN, Vocabulaire Lonkundo (Gent, z.
E. A. & L. RUSKIN, Dictionary of the Lomongo (London 1927).
Vermelden we nog een met het hier behandelde idioom zeer
nauw verwant Nkundó-Mángo-dialekt :
L. GILLIARD, Grammaire pratique Lontomba (Brussel 1928).
L. GILLIARD, Grammaire synthétique Lontomba (Brussel 1928) met
woordenlijst.
Moge ons werkje een nieuwe aanwinst zijn voor de kennis .van
deze ver-verbreide, rijke, belangrijke Bantoetaal.
Indien eenige Europeanen door deze spraakkunst er toe komen
gemakkelijker, met meer zekerheid en vrucht met de inlanders
om te gaan; indien vooral de jonge missionàrissen er een steun en
leidraad in vinden voor hun gewichtigen doch moeilijken plicht
der taalstudie, en zij door betere kennis van dit zeer geschikt uit
drukkingsmiddel van gedachten, gevoelens en strevingen meer in
staat gesteld worden om het Nkundó-volk op te voeren naar een
hechte, diep-kristelijke, hoogstaande beschaving, tot grooter tijde
lijk en eeuwig geluk van enkelingen en gemeenschap, dan zal de
schrijver zich voor zijn moeite ruimschoots beloond achten.
vm
INLEIDING
UITSPRAAK EN SCHRIJFWIJZE
I. KLINKERS
1. Het lonkundó bezit zeven klinkerphonemen :
a open klinker, als in het Nederlandsch; al naar gelang van het
woord, als in kat of meer naar den a-klank toe van vader, of
van lang.
E half open vóórklinker, meestal tusschen Ned. bed en Fr. fait;
meer naar den een of anderen klank naar gelang van het woord.
e half gesloten vóórklinker, zooals in Fr. bébé; meer gesloten dan
in Ned. beek.
i gesloten voorklinker; meer gesloten dan in Ned; vlieg; gelijkt
meer op i in Fr. si.
o half open achterklinker; meer open dan in Ned. God; ongeveer
als in Eng. all of not.
o half gesloten achterklinker; meer open dan in Ned. boot.
u gesloten achterklinker; meest als in Ned. koe, soms naar Fr.
nous.
De kleinere verschillen zijn te wijten aan de omgeving van den
klinker in het woord. Men leert ze dan ook gemakkelijk en om zoo
te zeggen natuurlijk aan.
u en i kunnen in sommige woorden afwisselen, naar gelang van
de dialekten. Bv; uta en ita, terugkeeren; ûkumwa en ikumwa,
loopen ; wili en wiili, zijde, kant; lonjlingó en lonjingó, bloem. In
dit werk gebruiken we den vorm in zwang in het ten grondslag
liggende dialekt (den eersten in de aangehaalde voorbeelden).
Bijna altijd is het de vorm met u. De door ons gekozen vorm
bevordert de du~delijkheid en het onderscheid. : )
1./t.4:. 4./..-J. .....,"'...... U-J' f,.JJt:/.l.<. I!..().
2. Duur. rw
J.
Al de klinkers kunnen lang of kort zijn. Slechts in zeldzame
1
gevallen is de duur' der klinkers~van belang voor de beteekenis;
over het algemeen heeft hij geen semantische of grammatische'
waarde. De duur (lengte) wordt dan ook slechts bij uitzondering
aangegeven.
3. Dubbelklanken.
Het lonkundó bezit, phonetisch beschouwd, allerlei dubbel
klanken, hetzij verbindingen van verschillende klinkers, hetzij
verdubbeling van twee en zelfs drie klinkers derzelfde soort. Bv. :
ááta, hij bezit. njééta, het roepen. aaft, pijn. loóla, hèmel. l:>:>k:>,
arm (lidmaat). njiila , het plaatsen. njuUla, fluiten. áoma, hij doodt.
aooma, hij heeft gedood. toooma, wij hebben gedood.
4. KUnkerharmonie.
Men lette er op dat er, over het algemeen, overeenkomst bestaat,
eenerzijds tusschen 0 en e, anderzijds tusschen :> en a. D. w. z. dat
in éélLZelfde woord aIle ocklanken evenwaardig zijn (dus alle 0
of alle :», hetgeen eveneens geldt voor e en a. Wàar de stam :>
heeft, hebben alle bijkomstige klankgrepen ook:> of s, niet 0 of e .
. Of nog met andere woorden : heeft een klankgreep :> of a, dan
hebben alle andere klankgrepen ook:> of a.
Bv. stam : ksnd, weggaan; l:>kand:>, reis; de s van den stam
beïnvloedt het voorvoegsel 10 zóó dat het 1:> wordt; het achter
voegsel 0 wordt eveneens :>. Vergelijk daar mee : stam tUl, smeden;
lotUlo, smederij (allebei 0). tósanga, wij zeggen (stam sang) ;
maar : t:>msmya, wij eerbiedigen.
:> en a eischen dus steeds :> en a.
Er bestaan echter een paar u i t zon d er i n gen: 1. In samen
gestelde woorden; bv. oki, jouw; inti:>, hun. 2. In gevallen waar de
te beïnvloeden klinker te ver afstaat van den stamklinker. Aldus
behouden de achtervoegsels ano en ako in zelfstandige naamwoor
den steeds 0, wat ook de klank van ~ den ·~tanlZij.. Ook nog: het
achtervoegsel ake in'werkwoorden, bv. tàksndáké, ga niet, enz.
5. Een zeer belangrijke opmerking.
Bij het uitspreken der klinkers geve men aan deze hun volle
waarde. De klinkers van het lonkundó zijn niet moeilijk, maar zij
verschillen merkelijk van deze in het Nederlandsch. Aldus staat
2
onze Nederlandsche ie tamelijk· dicht bij de lonkundó e. De
lonkundó 0 staat tusschen de Ned. 00 en Ned. oe. De Nkun,dó
schrijven onze Ned. oe, zooals wij ze gewoonlijk uitspreken,ge
makkelijk 0; en onze ie wordt voor hen zoo iets als nun e. Bv.
ngonga, bel, klok; de 0 moet steeds als volle 00 klinken, hoewel zij
kort is, dus nooit als in Ned. long of stronk. Bokenda, balk; de 0
moet steeds klinken als 00 in loot, doch kort, en de e als in beek
(hoewel kort) ; dus uitspreken als boo-kee-nda, maar 00 en ee kort
houden.
11. MEDEKLINKERS
1. In het lonkundó worden de medeklinkers nooit verdubbeld,
behalve n en m. Me~ne ze dus in de uitspraak steeds hun volle
waarde te geven. Bv. een s-klank wordt steeds met één enkele s
.geschreven. Waar één s staat, moet steeds s worden uitgesproken;
nooit mag men z zeggen zooals in het Fr. Bv. lofoso, huid, vel;
uit te spreken als lo-fo-so(de'o's met hun volle waarde), niet:
lo:lfoso, noch lo:lfozo, noch I:>f:>s:>.
Men treft in het lonkundó de volgende medeklinkerphonemen
aan:
b bilabiale stemhebbende explosief; zooals in het Nederlandsch.
d stemhebbende alveolare explosief; uitgesproken met de tongpunt
tegen den tandwortel. Ongeveer als in het Ned.. d is eigenlijk
slechts een variante van 1 in de meeste dialekten en komt dan
ook slechts voor na n. Andere dialekten hebben d in plaats
van I, zonder vóórafgaande nasaal.
f (= !) stemlooze bilabiale fricatief. Wordt uitgesproken met de
lippen gerond tegenover elkaar, in den stand waarmee we
gewoonlijk zacht blazen om een scherpe pijn te verzachten;
maar de onderlip is iets ingetrokken, de boventanden raken
haar echter niet. In het hoofddialekt is f niet zoo ten volle
bila.biaalals bv; in het losakanyi en andere dialekten(l).
(1) Op sommige oudere missieposten hoort men reeds, vooral bij de school.
jeugd, de labio·dentale f, zooals in het Ned., dit onder Europeeschen invloed.
Het is aan dit feit te wijten, dat ik in mijn studie in Anthropo8 fouten en
tegenstrijdigheden geschreven heb.
3