Table Of ContentHuiselijk en seksueel geweld
sph
Werken in
Redactie: Marijke van Bommel
Maria van Deutekom
Britt Fontaine
Marja Magnée
Alfons Ravelli
Huiselijk en
seksueel geweld
Auteur: Wendela Wentzel
Bohn Stafleu Van Loghum
Houten, 2003
©2003 Bohn Stafleu Van Loghum, Houten
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige
wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b
Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23
augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk ver-
schuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB
Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen,
readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uit-
gever te wenden.
ISBN 90 313 3584 3
NUR 740
Ontwerp omslag en binnenwerk: Studio Bassa, Culemborg
Bohn Stafleu Van Loghum Distributeur in België:
Het Spoor 2 Standaard Uitgeverij
Postbus 246 Belgiëlei 147a
3990 GA Houten 2018 Antwerpen
www.bsl.nl www.standaarduitgeverij.be
Inhoud
Inleiding 9
1 Huiselijk geweld: wat verstaan we eronder? 11
1.1 Seksueel misbruik 12
1.1.1 Verkrachting binnen het huwelijk 12
1.1.2 Incest 13
1.2 Mishandeling 14
1.2.1 Kindermishandeling 14
1.2.2 Vrouwenmishandeling 14
2 Gevolgen van huiselijk geweld 17
2.1 Psychologische en psychosomatische gevolgen 18
2.2 Fysieke gevolgen 19
2.3 Sociale gevolgen 19
2.4 Kinderen en pubers 20
2.5 Mannen en vrouwen 21
2.6 Homoseksuele en lesbische relaties 22
2.7 Vluchtelingen en allochtonen 23
3 Signaleren 24
3.1 Signalen van geweld en misbruik 26
3.1.1 Volwassenen 26
3.1.2 Kinderen 27
3.1.3 Volwassen vrouwen 27
3.1.4 Allochtone vrouwen en meisjes 27
3.1.5 Mannen en jongens 28
3.1.6 Gezinnen 28
3.1.7 Daders 29
3.2 Conclusie 29
inhoud 5
4 Bespreekbaar maken 30
1. Het bespreken van huiselijk geweld en seksueel misbruik 30
4.1.1 Het voeren van een gesprek 30
4.1.2 Huiselijk geweld bespreken met vrouwen 33
4.1.3 Huiselijk geweld bespreken met mannen 34
4.1.4 Huiselijk geweld bespreken met kinderen 34
4.1.5 Huiselijk geweld bespreken met allochtonen 35
4.2 Afsluitende opmerkingen 35
5 Het vervolg: begeleiden en verwijzen 36
5.1 Vervolgstappen bij mishandelde en misbruikte kinderen 37
5.2 Begeleidende gesprekken 37
5.3 Voorlichting en psycho-educatie 37
5.4 Begeleiden in de sph-praktijk 38
5.5 Verwijzen 41
6 Hulpverlening 42
6.1 Intake 42
6.2 Instellingen 42
6.3 Aanbod 43
6.4 Systeemgerichte aanpak bij huiselijk geweld 44
6.5 Sekseverschillen in de hulpverlening 45
6.6 Preventie en psycho-educatie 45
7 Ontwikkelingen 48
7.1 Samenwerking op lokaal niveau 48
7.2 Zorgprogramma’s 49
7.3 Kwaliteitsbeleid 49
7.4 Uithuisplaatsing dader 50
7.5 Doorbreken beroepsgeheim met betrekking tot kinderen 50
7.6 Flexibilisering beroepsgeheim met betrekking tot volwassenen 51
7.7 Verjaringstermijn geweldsdelicten tegen minderjarigen 51
7.8 Mishandeling tussen niet gehuwde/geregistreerde partners 52
8 Professionalisering van de sph’er 53
8.1 Algemene eisen aan professionals 53
8.2 Huiselijk geweld in de opleiding 54
8.3 Gevolgen voor de hulpverlener 54
6 inhoud
Bijlagen
1 Kernfeiten 56
2 Sociale kaart 57
3 Pakket beroepsrisico’s 59
Literatuur 61
Over TransAct 64
inhoud 7
Wat slachtoffers van huiselijk geweld overkomt, is vaak te erg voor woorden.
Laten wij als hulpverleners hen helpen woorden te geven aan het onzegbare
en te zwijgen als dit nodig is.
Inleiding
Geweld achter de voordeur, ook wel huiselijk geweld genoemd, is de meest
voorkomende vorm van geweld in onze samenleving. Bij geen enkele
geweldsvorm vallen zo veel slachtoffers. Wrang genoeg betekent dit dat
thuis de onveiligste plek is.
Het praten over huiselijk en seksueel geweld werd ruim 30 jaar geleden
gestart onder invloed van de vrouwenbeweging. Op het gebied van vrou-
wenmishandeling, nu vaak huiselijk geweld genoemd, legde men tot dan
toe vaak de schuld bij de vrouwen zelf; een masochistische persoonlijk-
heidsstructuur was een van de verklaringen. In het denken van die tijd
bestond seksueel geweld binnen het huwelijk niet: een man die seks
afdwong van zijn vrouw stond in zijn recht en was dus niet strafbaar. De
vrouwenbeweging argumenteerde dat het in dergelijke gevallen wel dege-
lijk om verkrachting ging, en maakte zich met succes sterk om dit strafbaar
te stellen.
Onder invloed van deze debatten kreeg men ook meer aandacht voor licha-
melijk en seksueel geweld tegen kinderen binnen het gezin. Voor die tijd
was men zich niet bewust van de ernst van seksueel geweld. Men dacht bij-
voorbeeld dat jongere kinderen geen idee hadden wat hen overkwam en er
daardoor ook niets aan zouden overhouden.
Sinds het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw wordt geweld
achter de voordeur opgevat als iets dat een trauma kan veroorzaken. Door
voorlichtingscampagnes en de verbetering van de aanpak bij politie, justitie
en hulpverlening melden slachtoffers in toenemende mate het misbruik of
de mishandeling. De overheid erkent steeds meer haar verantwoordelijk-
heid bij het maatschappelijke probleem van huiselijk en seksueel geweld.
Dit blijkt uit de toegenomen aandacht voor dit onderwerp in de politiek. De
aandacht voor plegers van huiselijk geweld is eveneens toegenomen.
Ook sociaal-pedagogisch hulpverleners krijgen regelmatig te maken met
slachtoffers van huiselijk geweld. Of je nu in een internaat werkt of in een
vrouwenopvangcentrum, bij bureau Jeugdzorg of in een buurthuis, overal
komen kinderen en (jong)volwassenen die misbruikt of mishandeld zijn. Dit
cahier is geschreven om studenten van de opleiding tot sociaal-pedago-
gisch hulpverlener hierop voor te bereiden. Want hoe merk je dat geweld de
inleiding 9
achtergrond is van iemands problemen? Welke gevolgen heeft huiselijk
geweld op jongens en op meiden? Welke culturele factoren kunnen van
invloed zijn? En hoe praat je er met iemand over? Wanneer verwijs je door
en waarop moet je letten? Dit cahier geeft antwoord op al deze vragen.
Studenten kunnen dit cahier voor zichzelf gebruiken, maar het heeft de
voorkeur als het in de klas door de docent gebruikt en besproken wordt. De
theoretische uitleg wordt aangevuld met checklists en geïllustreerd aan de
hand van casuïstiek. Deze casuïstiek is ontleend aan de praktijk van de
sph’er. Waar mogelijk nemen we in dit cahier seksespecifieke en intercul-
turele factoren mee.1Buiten het bestek van dit cahier vallen: plegers van
geweld, seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag van hulpver-
leners en andere professionals tegenover cliënten, en verkrachting door
onbekenden.
In hoofdstuk 1 gaan we in op de definities die we gebruiken als we het heb-
ben over seksueel en huiselijk geweld. In hoofdstuk 2 komen de gevolgen
van geweld voor de slachtoffers aan de orde. In de volgende hoofdstukken
staat het werk van de sph’er centraal. Hoofdstuk 3 behandelt de signale-
rende taak. In hoofdstuk 4 bespreken we hoe je als hulpverlener gesigna-
leerd misbruik bespreekbaar kunt maken, terwijl we in hoofdstuk 5 ingaan
op het vervolg: begeleiden en verwijzen. Om goed te kunnen verwijzen is
een overzicht van de verschillende begeleidingsvormen van belang; hier-
over gaat hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 komen de actuele ontwikkelingen op
het terrein van seksueel en huiselijk geweld aan bod. We sluiten af met een
bespreking van de noodzaak tot professionalisering van hulpverleners.
Wendela Wentzel is verbonden aan TransAct en al jaren betrokken bij de
ontwikkeling van een structureel aanbod voor hogescholen en andere
opleidingen, gericht op huiselijk geweld. Zij verzorgt regelmatig bij- en
nascholingen voor opleidingen en professionals in de zorg.
Marjoleine Huntjens leverde als (ex-)studente aan de sph-opleiding een bij-
drage in het kader van haar stage bij TransAct. Haar eigen praktijkervarin-
gen en die van medestudenten leverden de casussen op. Anne-Marie de
Ruiter vereenvoudigde de tekst en maakte deze tot een inzichtelijk geheel.
Britt Fontaine hield als lid van de redactiecommissie de grote lijn in de
gaten en leverde een constructieve bijdrage.
Wij hopen dat deze publicatie toekomstige hulpverleners de kennis en het
vertrouwen geeft om op een respectvolle en professionele manier met
slachtoffers van huiselijk geweld om te gaan, en zo zelf met voldoening hun
werk te doen.2
1 Voor een verdieping in de seksespecifieke hulpverlening verwijzen wij naar Seksespecifieke hulpverle-
ning voor maatschappelijk werkers (Van Oosten & Van der Vlugt, 2002). Hierin staan ook interessante
hoofdstukken voor sph’ers.
2 Een slachtoffer van mishandeling of seksueel misbruik wordt in dit boek aangeduid met ‘zij’. Je kunt hier
net zo goed ‘hij’ lezen. Een sociaal-pedagogisch hulpverlener in het algemeen wordt aangeduid met ‘hij’.
Hier kun je net zo goed ‘zij’ lezen. Voor dit laatste is in dit cahier gekozen in verband met de leesbaarheid.
10 inleiding