Geef uiting aan je gender, geef uiting aan je ras!

18 Pages·2011·0.41 MB·Dutch

« Performe ton genre, performe ta race ! » :
Re-penser l’articulation entre sexisme et racisme
à l’ère de la postcolonie
“Geef uiting aan je gender, geef uiting aan je ras!”:
Een andere kijk op het samengaan van seksisme en racisme
in het postkoloniale tijdperk
Elsa Dorlin
Elsa Dorlin is docente Filosofie aan de Uni- Elsa Dorlin est Maîtresse de conférences
versité de Panthéon Sorbonne. Ze is de au- en philosophie à l’Université de Panthéon
teur van La Matrice de la race, généalogie Sorbonne. Elle est l’auteure de La Matrice
sexuelle et coloniale de la Nation française de la race, généalogie sexuelle et coloniale
(2006) en is co-redactrice van Le Corps, en- de la Nation française (2006), et a co-dirigé
tre sexe et genre (2005). Haar interesse op Le Corps, entre sexe et genre (2005). Ses
het vlak van onderwijs en onderzoek gaat enseignements et recherches portent sur
vooral uit naar feminisme, geschiedenis la théorie féministe, l’histoire et la philoso-
van de geneeskunde, geschiedenis van ra- phie de la médecine, l’histoire du racisme
cisme en post-koloniale studies. Momen- et les études post-coloniales. Enfin, elle
teel bereidt ze een boek voor over ‘zwarte prépare actuellement un livre sur les ‘phi-
filosofie’ (Black Thoughts, verschijnt in losophies noires’ (Black Thoughts: à paraî-
2007). tre en 2007).
49
Van het concept van de performativiteit van gender naar de dus niet verder dan de productie van een wetenschap die er
koloniale nabootsing vorm aan geeft. Dit wil daarom niet zeggen dat we ons niet
In 1990 publiceerde Judith Butler Gender Trouble. In het conditioneren om te geloven in onze “werkelijke identiteit”,
laatste hoofdstuk werkt de filosofe haar hoofdconcept van in onze “verborgen verlangens”, in ons “ware ik”,… Dit is be-
de performativiteit van gender uit. Ze gaat hierbij uit van de doeld om alle strategieën om deze discipline te belichamen,
gedachte dat “het lichaam vorm krijgt door politieke krach- alle sociale mechanismen om de genderverhouding te verin-
ten die er strategisch belang bij hebben dat het lichaam af- nerlijken, onzichtbaar te maken. “Met andere woorden, de
gewerkt is en geslachtskenmerken vertoont.”1 Het lichaam, uitgedrukte en uitgevoerde handelingen, gebaren en ver-
het geslachtelijke lichaam is met andere woorden niet de langens creëren de illusie van een interne kern waarrond
onwankelbare grond, het natuurlijke voetstuk van de soci- gender georganiseerd is, een illusie die door het discours in
ale hiërarchieën en verdeeldheid, maar daarentegen het ef- stand wordt gehouden om de seksualiteit te reguleren.”2
fect ervan. Het geslachtelijke lichaam is dus niet de oorzaak Judith Butler werd vaak verweten dat ze het geweld van
van – of zelfs de aanleiding voor – een machtsverhouding, de overheersing heeft vervreemd door meteen te stellen dat
maar eerder het effect van een machtsverhouding, in die zin alles discours is. Dat is haar ten onrechte beschuldigen,
dat het door die verhouding, die verwijst naar een overheer- voor zover de handelingen van discours waarnaar ze hier
singssyteem dat samengaat met op voortplanting gerichte verwijst, “performatieve” handelingen zijn. Butler volgt het
heteroseksualiteit, vorm krijgt en in bedwang gehouden voorbeeld van de taalfilosoof John Austin3 en zijn onder-
wordt. Zo richt deze genderdiscipline, waarin gender als his- scheid tussen beschrijvende, verklarende en performatieve
torische machtsverhouding wordt gezien, zich niet alleen op uitingen en definieert de genderwetenschap als “performa-
het lichaam, maar maakt er ook een geslachtelijk lichaam tieve” handelingen, gebaren, verwezenlijkingen, in die zin
van. Het lichaam heeft dus geen oorspronkelijke betekenis, dat ze voortbrengen wat ze zeggen. En wat zeggen/brengen
puur stoffelijk, “vrij” van om het even welke macht en gaat ze dan voort? Ze brengen “gegenderde subjecten” voort,
“le corps n’a pas de signification originelle, de matérialité pure, ‘vierge’ de
Du concept de performativité du genre à l’imita- les gestes, les désirs exprimés et réalisés créent
tion coloniale l’illusion d’un noyau interne et organisateur du
En 1990, Judith Butler publie Gender Trouble. genre, une illusion maintenue par le discours
Dans son dernier chapitre, la philosophe élabore afin de réguler la sexualité. »2
son concept majeur de performativité du genre. Il S’inspirant du philosophe du langage John
s’agit de partir de l’idée selon laquelle « le corps Austin3 et de sa distinction entre les énoncés
est façonné par des forces politiques ayant stra- descriptifs, les énoncés déclaratifs et les énon-
tégiquement intérêt à faire en sorte qu’il reste cés performatifs, Butler définit la discipline du
fini et constitué par les marqueurs du sexe. »1 genre comme des actes, des gestes, des accom-
Autrement dit, le corps, le corps sexué, n’est pas plissements « performatifs », au sens où ils font
le fondement inébranlable, le socle naturel des ce qu’ils disent. Et que disent ? Que font-ils ? Ils
hiérarchies et divisions sociales. Le corps sexué font des « sujets genrés », au sens où ils font ce
n’est pas la cause – ou même l’occasion – d’un rap- qui est précisément censé les proférer. Les actes
port de pouvoir, mais plutôt l’effet d’un rapport produisent leurs propres agents, leurs créateurs/
de pouvoir, au sens où il est façonné, discipliné locuteurs : les actes genrés, produisent des sujets
par ce rapport, qui renvoie à un système de domi- genrés pour les effectuer. L’ensemble de ces pra-
nation articulé à l’hétérosexualité reproductive. tiques, qui sont autant de rituels sociaux coerci-
Ainsi, cette discipline du genre, défini comme tifs que nous accomplissons pour nous signaler,
rapport de pouvoir historique, cible le corps en pour nous marquer, pour nous comporter comme
même temps qu’elle le produit comme un corps « homme » ou « femme », sont autant d’énoncés
sexué. Par conséquent, le corps n’a pas de signi- performatifs qui font ce qu’ils disent : je suis une
fication originelle, de matérialité pure, « vierge » femme ou je suis un homme (regardez d’ailleurs
de tout pouvoir, en deçà de cette production dis- comment je marche, comment je m’habille, com-
ciplinaire qui le constitue. Ce qui ne veut pas ment je parle, comment je souris, comment je
dire pour autant que l’on ne nous conditionne penche ma tête, comment je mange, comment
pas à croire à notre « véritable identité », à nos je cours, comment je me bats – ou ne me bats
« désirs enfouis », à notre « authentique moi » … pas – comment je pleure, comment je baise…). Ici,
ce qui a pour fonction d’invisibiliser toutes les je n’exprime pas mon identité, je la produis au
stratégies d’incorporation de cette discipline, moment où je l’exécute, je ne cesse de la jouer, de
tous les mécanismes sociaux d’intériorisation du l’incarner littéralement. Sur l’exemple des perfor-
rapport de genre. « En d’autres termes, les actes, matifs classiques que sont les énoncés suivants :
50 51
in die zin dat ze datgene voortbrengen wat precies geacht Gender is dus geen feit, geen gegeven, het is een geheel van
wordt er uiting aan te geven. De handelingen brengen hun (wetenschappelijke) praktijken, handelingen (van gebod,
eigen handelende personen voort, hun makers/sprekers: de verzoek), die in werking zijn, die tot stand komen. Gender
‘gegenderde’ handelingen brengen ‘gegenderde’ subjecten is een verhouding in act, maar die zich net maskeert als
voort om ze uit te voeren. Het geheel van deze praktijken, die verhouding. Getuige hiervan is het feit dat gender als per-
evengoed dwingende sociale rituelen zijn die we uitvoeren formatieve uiting voortdurend opnieuw moet uitgesproken
om ons als “man” of “vrouw” te onderscheiden, om ons als en herhaald worden en absoluut niet doeltreffend is zonder
dusdanig kenbaar te maken en te gedragen, zijn evenzeer haar eigen reïteratie: gender openbaart zich niet eens en
performatieve uitingen die voortbrengen wat ze zeggen: ik voor altijd, het moet zich voortdurend herhalen. Het wordt
ben een vrouw of ik ben een man (kijk maar hoe ik loop, hoe onophoudelijk opnieuw opgevoerd: het is een ritueel dat
ik me kleed, hoe ik praat, hoe ik glimlach, hoe ik mijn hoofd we moeten uitvoeren en het is net in deze herhaling van
buig, hoe ik eet, hoe ik ren, hoe ik vecht – of niet vecht, hoe hetzelfde dat de genderverhouding erin slaagt zich als soci-
ik huil, hoe ik kus…). Hier druk ik mijn identiteit niet uit, ik ale verhouding te vermommen (m.a.w. als constructie en als
breng ze voort op het moment dat ik ze uitvoer, ik perform ze, overheersing). Zo ontwikkelt Judith Butler daarentegen, in
ik speel ze voortdurend en geef ze letterlijk gestalte. Met als plaats van “alleen” discours te bieden, of de door en door ge-
voorbeeld klassieke performatieve uitingen als de volgende: welddadige dimensie van de genderverhouding los te laten,
“ik trouw met u” of “ik veroordeel u”… zouden we kunnen het concept van performativiteit van gender om de stoffe-
aantonen dat de uiting van de handelende persoon van de lijkheid van gender als sociale constructie te benaderen. Dit
burgerlijke stand of meer nog van de echografist in de vijfde concept laat haar dus toe de eigen logica van de genderover-
maand van een zwangerschap, “het is een meisje!” of “het is heersing te begrijpen, en ook de zwakke plekken ervan: het
een jongen!”, een performatieve uiting is. is in de herhaling, de ontoereikende reïteratie, die afstand
neemt van de performatieve uiting, dat de ondermijning er-
tout pouvoir, en deçà de cette production disciplinaire qui le constitue.”
« je vous marie » ou « je vous condamne »… on et en sa naturalité […]. Si ces styles sont produits
pourrait montrer que l’énoncé de l’agent de l’état par des actes et s’ils produisent des sujets genrés
civil ou plus encore celui de l’échographe au cin- avec cohérence se faisant passer pour leurs pro-
quième mois de la grossesse, « c’est une fille ! » pres créateurs, quelle sorte de performance serait
ou « c’est un garçon ! », est un performatif. en mesure de révéler que cette ‘cause’ apparente
Le genre n’est donc pas un fait, un donné, c’est est un ‘effet’ ? »4 La question posée par Judith
un ensemble de pratiques (disciplinaires), d’actes Butler ici renvoie à ce que John Austin appelle les
(d’injonction, d’interpellation), qui fonctionnent, « énoncés malheureux ». Autrement dit, à quelles
qui s’effectuent. Le genre est un rapport en acte, conditions un énoncé performatif ne fonctionne
mais qui précisément se masque comme rapport. pas ? Comment rendre les performatifs de genre
En témoigne le fait que le genre comme perfor- malheureux, c’est-à-dire improductifs en matière
matif doit constamment se redire, se répéter, il de normes de genre ? Ce sera le cas emblématique
n’a aucune efficacité sans sa propre réitération : des performances drag : leur performance n’est
le genre ne se déclare pas une fois pour toute, il pas subversive en soi5, mais elle permet de com-
doit se répéter sans cesse. Il est en permanence prendre comment mettre à mal la performativité
rejoué : il s’agit d’un rituel que nous sommes en- du genre. Il s’agit de montrer que le sujet genré
joints d’effectuer et c’est précisément dans cette n’est pas la cause de ses discours et de ses actes,
répétition du même que le rapport de genre par- mais bien leur effet.
vient à se masquer comme rapport social (c’est-à- En 1993, Judith Butler revient sur son concept
dire comme construction et comme domination). de performance/performativité du genre dans Bo-
Ainsi, loin d’être « seulement » du discours, ou dies that matter en prenant notamment en comp-
loin de déréaliser la dimension foncièrement vio- te un certain nombre de critiques qui lui avaient
lente du rapport de genre, Judith Butler dévelop- été adressées. Or, dès l’ouverture du chapitre
pe au contraire le concept de performativité du « Critically Queer », elle évoque sous forme d’in-
genre pour penser la matérialité du genre comme terrogation, les possibilités de transposition de
construction sociale. Ce concept lui permet donc son analyse au racisme.6 Butler laisse la question
de saisir la logique même de la domination de en suspens dans ce texte et y reviendra longue-
genre, mais aussi ses failles : c’est dans la répé- ment dans Le Pouvoir des mots, mais en traitant
tition, la réitération inadéquate, décalée du per- des discours de haine (sexisme, lesbophobie/ho-
formatif que réside sa possible subversion. « La mophobie, racisme). Pour ma part, je voudrais
construction nous force à croire en sa nécessité tenter d’appliquer directement le concept de per-
50 51
van ligt. “De constructie dwingt ons ertoe in de noodzaak en lijkheden om haar analyse over te brengen naar het racisme.6
natuurlijkheid ervan te geloven […]. Als deze manieren door Butler laat de vraag in deze tekst open en komt er uitgebreid
handelingen voortgebracht worden en als ze ‘gegenderde’ op terug in Opgefokte taal, waarin het echter gaat over de
subjecten voortbrengen die zich coherent uitgeven voor hun discours van de haat (seksisme, lesbofobie/homofobie, ra-
eigen makers, welke soort performance zou dan in staat cisme). Persoonlijk zou ik het concept van performativiteit
zijn om te onthullen dat deze schijnbare ‘oorzaak’ een ‘ef- rechtstreeks willen proberen toe te passen op de kwestie van
fect’ is?”.4 De vraag die Judith Butler hier stelt verwijst naar racisme. Een dergelijke benadering laat toe het samengaan
wat John Austin “ongelukkige uitingen” noemt. Met andere van seksisme en racisme te herzien door het ontstaan van
woorden: onder welke voorwaarden werkt een performatieve deze twee overheersingsverhoudingen te onderzoeken.
uiting niet? Hoe kunnen we performatieve genderuitingen Naar het voorbeeld van Frantz Fanon7, ontwikkelt Homi
ongelukkig maken, d.w.z. onvruchtbaar op het vlak van gen- Bhabha het concept “koloniale nabootsing” [colonial mimi-
dernormen? Daarvan zijn de drag performances symbool: cry], dat een interessante omzetting/vertaling van de pro-
hun performance is niet subversief op zich5, maar laat ons blematiek van performativiteit naar de kwestie van racisme
toe te begrijpen hoe we de performativiteit van gender kun- en het postkoloniale tijdperk zou kunnen zijn. De koloniale
nen kapotmaken. Het gaat erom aan te tonen dat het ‘ge- nabootsing wordt gedefinieerd als “een van de moeilijkst
genderd’ subject niet de oorzaak is van zijn discours en zijn te begrijpen strategieën, maar ook de meest doeltreffende
handelingen, maar eerder het effect ervan. van de koloniale macht en kennis”.8 De nabootsing is een
In 1993 kwam Judith Butler terug op haar concept van van de typische uitingen van het koloniale discours. Ze kan
de performance/performativiteit van gender in Bodies that worden gezien als een machtstechniek die erop gericht is
matter en hield daarbij speciaal rekening met een aantal de gekoloniseerde op te sluiten in de beledigende identiteit
kritieken die ze kreeg. Vanaf de opening van het hoofdstuk die hem kenmerkt: de uitgesloten identiteit weergegeven in
“Critically Queer”, vermeldt ze echter in vraagvorm de moge- het cliché wordt dan de identiteit die de gekoloniseerde ge-
“l’imitation signale sa présence par métonymie : il imite, donc il est,
formativité à la question du racisme. Une telle l’homme blanc. C’est ce que l’on pourrait appeler
lecture pourrait permettre de repenser l’articula- la « dialectique du racisme ».
tion du sexisme et du racisme, en proposant une C’est à partir de ce point qu’il faut relire Frantz
analyse de l’engendrement de ces deux rapports Fanon, pour qui il y a plusieurs identités à imiter,
de domination. à jouer, plusieurs masques blancs. Peau noire,
S’inspirant de Frantz Fanon7, Homi Bhabha, masques blancs. Que signifie ce titre ? Dans l’in-
l’une des figures actuelles les plus importantes troduction, Fanon oppose deux personnages :
des post-colonial studies, développe le concept « L’homme de couleur et la Blanche » et l’homme
d’ « imitation coloniale » [colonial mimicry] qui de « L’expérience vécue du Noir ».
pourrait être une transposition/traduction inté- Le premier est celui qui aspire à l’égalité en
ressante de la problématique de la performati- imitant le langage du Blanc, en plongeant dans
vité à la question du racisme et de la postcolonie. le monde du Blanc, en couchant avec la femme
L’imitation coloniale est définie comme « l’une du Blanc9 : « Je ne veux pas être reconnu comme
des stratégies les plus difficilement saisissables Noir, mais comme Blanc. Or – et c’est là une re-
mais aussi les plus efficaces du pouvoir et du sa- connaissance que Hegel n’a pas décrite – qui peut
voir colonial. »8 L’imitation est un des modes typi- le faire, sinon la Blanche ? En m’aimant, elle me
ques du discours colonial. Elle peut être comprise prouve que je suis digne d’un amour blanc. On
comme une technique de pouvoir qui vise à enfer- m’aime comme un Blanc. Je suis un Blanc. »10 On
mer le colonisé dans l’identité infâmante qui le retiendra ici l’importance de la sexualité et l’en-
caractérise : l’identité forclose que représente le jeu qu’elle recouvre dans le contexte du racisme :
stéréotype devient alors l’identité que le colonisé la subjectivation passe nécessairement par le rap-
est contraint d’imiter pour exister, de performer port sexuel, ultime étape de la reconnaissance.
pour être reconnu. Fanon l’avait parfaitement L’imitation ici est imitation du Blanc, parce
montré, le stéréotype devient alors la scène sur que le Blanc c’est l’Homme,11 c’est le Sujet. Toute-
laquelle se joue la subjectivation du colonisé, fois, comme l’analyse Bhabha, cette imitation est
son accès au statut ou à la position de sujet, mais toujours défaillante, c’est une imitation qui ne
aussi du colon lui-même : c’est le Blanc qui fait le parvient jamais à se faire oublier comme imita-
Noir et c’est le Noir ainsi réifié qui fait le Blanc. tion et qui renvoie l’imitateur à ce qu’il n’est pas.
Le stéréotype n’est pas tant une simplification, C’est un processus qui permet non seulement de
qu’une ossification du Sujet dans cette typologie maintenir l’autre à l’extérieur du monde des do-
raciale fantasmée au sommet de laquelle domine minants – toujours dans une performance impar-
52 53
dwongen wordt na te bootsen om te bestaan, te performen erkend worden. Wie – en dat is een erkenning die Hegel niet
om erkend te worden. Fanon had het al perfect aangetoond, beschreven heeft – kan dit nu beter bewerkstelligen dan de
het cliché wordt dan het toneel waarop de subjectivering van Blanke? Door van mij te houden bewijst ze dat ik een blanke
de gekoloniseerde zich afspeelt, zijn toegang tot het statuut liefde waard ben. Ik word geliefd als een Blanke. Ik ben een
of de positie van subject, maar ook die van de kolonist zelf: Blanke.”10 Hier moeten we het belang van de seksualiteit
het is de Blanke die zich voordoet als Zwarte en het is de op onthouden en de uitdaging die ze voorstelt in de context van
die manier tot object gemaakte Zwarte die zich voordoet als het racisme: de subjectivering gebeurt onvermijdelijk via de
Blanke. Het cliché is niet zozeer een vereenvoudiging, maar seksuele omgang, als laatste fase in de erkenning.
eerder een verbening van het Subject in deze ingebeelde ra- De nabootsing is hier de nabootsing van de Blanke, want
ciale typologie waarin de blanke man aan de top overheerst. de Blanke is de Mens11, is het Subject. Zoals Bhabha het
Dit is wat we de “dialectiek van het racisme” zouden kunnen samenvat, faalt deze nabootsing echter altijd, want het is
noemen. een nabootsing die als nabootsing nooit kan vergeten wor-
En het is vanaf hier dat we Frantz Fanon opnieuw moe- den en die de nabootser herinnert aan wat hij niet is. Het is
ten lezen, voor wie er verschillende identiteiten zijn om na een proces dat niet alleen toelaat de ander buiten de wereld
te bootsen, te spelen, verschillende witte maskers. Zwarte van de overheersers te houden – steeds in een gebrekkige,
huid, witte maskers. Wat betekent deze titel? In de inleiding ongelukkige performance van de norm – en hem dus als
stelt Fanon twee personages tegenover elkaar: “De gekleurde een bedrieger uit te sluiten door hem volledig te controle-
man en de Blanke vrouw” en de man van de “door de Zwarte ren, want ook al slooft hij zich uit om te kopiëren, hij vindt
beleefde ervaring”. De eerste is diegene die naar gelijkheid geen originele vormen van verzet uit. Deze koloniale tactiek
streeft door de taal van de Blanke na te bootsen, door in de wordt gekenmerkt door wat Bhabha de tweeslachtigheid van
wereld van de Blanke te duiken, door met de vrouw van de de nabootsing noemt: “bijna hetzelfde, maar toch niet hele-
Blanke te slapen9: “Ik wil niet als Zwarte, maar als Blanke maal” [“almost the same, but not quite”12]. Om doeltreffend
mais puisqu’il imite, il ne sera jamais véritablement.”
faite, malheureuse, de la norme – et donc de l’ex- Dans le texte de Fanon, on trouve une seconde fi-
clure comme un imposteur, tout en le contrôlant gure : celle du Nègre.
absolument, car pendant qu’il s’évertue à copier, « – Regarde, il est beau, ce nègre…
il n’invente pas de modes inédits de résistance. – Le beau nègre vous emmerde, madame !
Cette tactique coloniale se caractérise par ce que […]. Puisque l’autre hésitait à me recon-
Bhabha appelle l’ambivalence de l’imitation : naître, il ne restait qu’une solution : me faire
« presque le même, mais pas tout à fait » [« almost connaître. »14
the same, but not quite »12]. Car pour être efficace, C’est ici que Fanon décide « de pousser son cri
l’imitation doit toujours « en rajouter », elle est nègre »15 : c’est alors une plongée dans le primiti-
par définition dans l’excès. Et c’est grâce à cet ex- visme, dans la « culture nègre », dans l’histoire de
cès impossible à masquer tout à fait que le domi- son peuple : « C’est la période où les intellectuels
né peut être tenu en respect. Le masque ici n’est chantent les moindres déterminations du pano-
pas ce qui cache ou ce qui dissimule, le masque rama indigène. Le boubou se trouve sacralisé, les
est précisément ce qui marque le dominé, ce qui le chaussures parisiennes ou italiennes délaissées
désigne et le fixe dans la mascarade. Le « sujet co- au profit de babouches. Le langage du dominateur
lonial » – ici le sujet colonisé, dominé – est défini écorche soudain les lèvres. Retrouver son peuple
par cette « présence partielle »13 (elle est double- c’est quelque fois dans cette période vouloir être
ment partielle pourrait-on dire : sa propre iden- nègre, non pas un nègre comme les autres mais
tité est toujours cachée, recouverte, incomplète, un véritable nègre, un chien de nègre, tel que le
tout comme l’identité du colon à imiter, toujours veut le Blanc. Retrouver son peuple, c’est se faire
virtuelle) qui le caractérise en propre. L’imita- bicot, se faire le plus indigène possible, le plus
tion signale sa présence par métonymie : il imite, méconnaissable. »16 Même la négritude de Cé-
donc il est, mais puisqu’il imite, il ne sera jamais saire, Senghor et Damas, est une déformation qui
véritablement. Ainsi, en imitant l’identité domi- fonctionne comme une « fiction régulatrice », se-
nante, ce n’est jamais moi que je produis comme lon Fanon.17 La négritude s’apparente finalement
Sujet (de mes actes, de mes discours, de mes mi- à une incorporation du stéréotype, même inver-
miques), car je suis toujours démasqué comme un sé : « faire le nègre », c’est à la fois le jouer et le fa-
imitateur. En revanche, ce que je produis, ce que briquer. Si les traits infâmants sont re-signifiés,
je réalise, c’est le Blanc comme orignal, le Blanc re-valorisés, il n’en demeure pas moins que les
comme Sujet authentique. contours de cette identité ont été tracés par les
dominants. Le masque n’est pas tombé. Plus en-
52 53
te zijn moet de nabootsing immers altijd “overdrijven”, ze In de tekst van Fanon vinden we een tweede figuur: de
is per definitie buitensporig. En het is dankzij het feit dat Zwarte.
deze overmaat onmogelijk volledig kan verhuld worden dat “- Kijk hoe mooi die zwarte is…
de overheerste in bedwang kan gehouden worden. Het mas- - U hebt lak aan die mooie zwarte, mevrouw!
ker is hier niet iets dat verbergt of verhult, het masker is […]. Aangezien de ander aarzelt om me te erkennen, was
net wat de overheerste markeert, wat hem identificeert en er maar één oplossing: me doen gelden.”14
definieert in de maskerade. Het “koloniale subject” - hier Hier besluit Fanon “voor het eerst van zich te laten ho-
het gekoloniseerde, overheerste subject - wordt door deze ren als zwarte”:15 hij duikt in de primitiviteit, in de “zwarte
“onvolledige aanwezigheid”13 bepaald (we zouden kunnen cultuur”, in de geschiedenis van zijn volk: “Het is de periode
zeggen dat ze op twee manieren onvolledig is: haar eigen waarin de intellectuelen de lof zingen van de kleinste ken-
identiteit is altijd verborgen, versluierd, onvolledig, net als merken van het inheemse panorama. De lange tunica wordt
de identiteit van de kolonist die nagebootst wordt, die altijd als heilig vereerd, de Parijse of Italiaanse schoenen worden
virtueel is), als een geheel eigen kenmerk. De nabootsing opgegeven ten gunste van de pantoffels. De taal van de over-
kondigt op metonymische wijze zijn aanwezigheid aan: hij heerser is plots iets waaran je je tong verbrandt. Zijn volk
bootst na, dus hij bestaat, maar aangezien hij nabootst, zal terugvinden is in die periode soms zwart willen zijn, geen
hij nooit echt bestaan. Door de overheersende identiteit na zwarte als de anderen, maar een echte zwarte, een neger-
te bootsen zal ik nooit mezelf als Subject voortbrengen (uit hond, zoals de Blanke wil. Zijn volk terugvinden, dat is Ara-
mijn handelingen, mijn discours, mijn mimiek), want ik zal bier worden, zo inheems mogelijk worden, zo onherkenbaar
altijd als nabootser ontmaskerd worden. Wat ik daarentegen mogelijk”.16 Zelfs het neger-zijn van Césaire, Senghor en Da-
voortbreng, wat ik bewerkstellig, is de Blanke als origineel, mas is een vervorming die als een “regulerende fictie” werkt,
de Blanke als authentiek Subject. aldus Fanon.17 Het neger-zijn heeft uiteindelijk veel weg van
een opname van het cliché, ook al wordt het omgedraaid.
“mon hypothèse est que les concepts de performance-tivité/imitation
core, le masque n’est pas noir sur une peau noire : exemple historique, puis je tenterai d’éprouver
le masque demeure blanc, car il renvoie précisé- cette hypothèse à partir de la situation française
ment à une identité noire fantasmée par le Blanc actuelle.
que ce dernier projette sur le Noir. Sous couverts Aux Etats-Unis, au cours de la période escla-
de retrouver une identité noire précoloniale, une vagiste et ségrégationniste s’est développée une
identité enfouie, ancestrale ou encore authenti- conception du « matriarcat noir », que l’on retrou-
que qui serait en dessous du stéréotype que l’on ve aujourd’hui à la fois dans les discours néocon-
a été contraint de mimer, il est question d’une servateurs de la droite américaine,20 mais aussi
identité éminemment coloniale, moderne18 : elle dans certaines recherches anthropologiques sur
est un nouveau masque. Ici, nous retrouvons le la matrifocalité prétendument caractéristique
concept de performativité/performance, dans la des sociétés antillaise ou africaine. Je vais me
mesure où tout est fait pour donner à voir – et concentrer sur les Etats-Unis.
laisser croire à – l’existence d’une identité noire Dès la période esclavagiste s’est construit ce
fondamentale, d’un sujet, d’un agent qui serait mythe du « matriarcat noir »: une forme d’orga-
la cause, le point focal de cette culture « différen- nisation sociale littéralement monstrueuse, dans
te. »19 L’imitation, ou plutôt la performance, pro- laquelle l’ordre « naturel » des sexes est inversé.
duit de toutes pièces un sujet racisé qu’elle pré- Une organisation sociale où les femmes sont pré-
tend retrouver, nettoyer des injures du dominant, sentées comme de « mauvaises » mères, des fem-
mais ce sujet vient corroborer l’idéologie raciste, mes abusives et castratrices. Dans la littérature
il participe de la racialisation du monde. raciste, la figure de la femme noire au pouvoir
castrateur fonctionne alors comme l’externalisa-
Femmes noires, regards blancs : le mythe du ma- tion d’une modalité paradigmatique du pouvoir
triarcat colonial : l’une des pratiques caractéristiques des
Il y a un relation analogique entre les analyses de systèmes plantocratiques ou esclavagistes com-
Butler sur le rapport de genre et celles de Fanon me des gouvernements coloniaux étant l’émascu-
et de Bhabha sur le rapport colonial. Mon hypo- lation – symbolique et effective – de l’esclave et du
thèse est que les concepts de performance-tivité/ colonisé.21 Dans sa version contemporaine, le my-
imitation peuvent nous permettre de compren- the du « matriarcat noir » est largement diffusé
dre ensemble sexisme et racisme. Sans rabattre par le rapport The Negro Family rédigé par Moy-
l’un sur l’autre, il s’agit ici de penser leur logique nihan en 1965, pour qui le matriarcat qui règne
commune. Pour ce faire, je travaillerai d’abord un dans la famille noire constitue un « nœud de pa-
54 55
Ook al kregen de beledigende trekken een nieuwe betekenis, Zwarte vrouwen, blanke blikken: de mythe van het matriar-
een nieuwe waarde, dit neemt niet weg dat de contouren van chaat
deze identiteit door de overheersers geschetst werden. Het Er is een analoog verband tussen de analyses van Butler
masker is niet gevallen. Meer nog, het masker is niet zwart over de genderverhouding en die van Fanon en Bhabha over
op een zwarte huid: het masker blijft blank, want het ver- de koloniale verhouding. Mijn hypothese is dat de concep-
wijst precies naar een zwarte identiteit die de Blanke zich ten van performance-performativiteit/nabootsing ons kun-
inbeeldt en op de Zwarte projecteert. Onder het mom van de nen helpen om seksisme en racisme samen te begrijpen. Ook
zoektocht naar een prekoloniale zwarte identiteit, een ver- al is niet de bedoeling het ene concept in hetzelfde laatje te
borgen, voorouderlijke of zelfs authentieke identiteit die on- stoppen als het andere, het gaat er hier om na te denken over
der het cliché dat men heeft moeten nabootsen ligt, is sprake hun gemeenschappelijke logica. Hiervoor zal ik eerst met
van een bij uitstek koloniale, moderne identiteit:18 het is een een historisch voorbeeld werken en daarna deze hypothese
nieuw masker. Hier botsen we op het concept van performa- proberen op de proef te stellen in functie van de huidige
tiviteit/performance, voor zover er alles wordt aan gedaan Franse situatie.
om het bestaan van een fundamentele zwarte identiteit aan In de Verenigde Staten ontstond tijdens de periode van
te tonen en erin te doen geloven, een identiteit van een sub- slavernij en segregatie een opvatting van “zwart matriar-
ject, een handelende persoon die de oorzaak, het middelpunt chaat”, die we vandaag terugvinden in zowel het neoconser-
van die “andere” cultuur zou zijn.19 De nabootsing, of veeleer vatieve discours van Amerikaans rechts20 als in bepaalde an-
de performance, brengt een volkomen aan zijn ras onder- tropologische studies naar de matrifocaliteit die zogenaamd
worpen subject voort dat die identiteit wil terugvinden, van typisch is voor de Antilliaanse of Afrikaanse maatschappij.
de beledigingen van de overheerser wil zuiveren, maar dit Ik richt me hier op de Verenigde Staten. Deze mythe van
subject bevestigt net de racistische ideologie en spruit voort “zwart matriarchaat” werd opgebouwd sinds de periode van
uit de racialisering van de wereld. slavernij: een letterlijk monsterlijke maatschappelijke or-
peuvent nous permettre de comprendre ensemble sexisme et racisme.”
thologies » morales, sociales et politiques : taux femme sexuellement insatiable et entreprenan-
élevé de divorces, d’unions « illégitimes », « cycle te. Cette prétendue immoralité des femmes noi-
de la pauvreté » et de la délinquance et, du fait de res est une conception rémanente des idéologies
la dépendance envers les l’Etat social, ruine de racistes esclavagiste et ségrégationniste. Dans
ce dernier.22 Le matriarcat noir s’articule autour les plantations du Sud des Etats-Unis, comme sur
d’une figure emblématique : celle de la welfare les habitations des colonies françaises d’ailleurs,
mother ou welfare Queen (que je traduis par « la elle a largement permis de disculper, de blanchir
diva des allocs »). Cette figure est éminemment les Blancs des viols systématiques perpétués sur
sexuelle, à la fois surérotisée et survirilisée – ce les femmes noires, au nom de la lubricité et de
qui permet d’assurer la pérennité de son effet l’immoralité de ces dernières. Or, le terme bitch
castrateur sur les hommes noirs, à qui elle inter- tel qu’il est notamment promu par le gangsta
dit de devenir de « vrais » patriarches, c’est-à-dire rap25ou même par le rap « bling bling »26, fait aus-
de « vrais » dominants. Sa sexualité est aussi ra- si référence à l’animalité et compare les femmes
menée à sa fertilité : « la mère assistée [welfare noires à des chiennes, leurs enfants à une portée.
mother] représente une femme qui n’a pas de mo- Cette représentation infâmante tour à tour BBM
rale, à la sexualité débridée, facteurs identifiés et bitch est extrêmement pernicieuse dans la me-
comme la cause de sa condition précaire. […] »23 sure où elle fait disparaître le stéréotype en tant
Ce qui rend ce matriarcat des plus monstrueux que stéréotype. Autrement dit, pour être recon-
est le fait qu’il synthétise les deux faces antino- nue dans sa féminité « noire » – féminité racisée
miques d’une féminité normative: la maman et qui répond à la féminité dominante, tout aussi
la putain. Comme le souligne parfaitement Pa- racisée, des Blanches ou des bourgeoises –, il faut
tricia Hill Collins, la BBM24 est aujourd’hui une l’incarner totalement.
représentation omniprésente des discours racis- Le mythe du « matriarcat noir » fonctionne en-
tes et sexistes, largement relayée par des figures fin comme une idéologie incapacitante, car il neu-
emblématiques de la culture africaine améri- tralise en la déformant tout ce qui s’apparente à
caine contemporaine. La BBM est une synthèse une affirmation des femmes noires27, l’autono-
« monstrueuse », comme en témoigne les deux mie et le pouvoir étant l’apanage des hommes, se
sens principaux du terme bitch, par lequel elle saisir de ces attributs typiquement « masculins »
est communément interpellée, c’est-à-dire par implique nécessairement l’effémination des hom-
lequel on la fait advenir à la réalité/matérialité. mes noirs et la virilisation des femmes noires.
Le terme bitch (ou ho) désigne d’abord la jeune Autrement dit, les stéréotypes qui pèsent sur les
54 55
ganisatievorm, waarin de “natuurlijke” orde van de geslach- seksueel, tegelijkertijd overdreven geërotiseerd en verman-
ten omgekeerd wordt. Een maatschappelijke organisatie nelijkt – dit zorgt voor een eeuwig castrerend effect op de
waar vrouwen worden voorgesteld als “slechte” moeders, zwarte mannen, die zij verbiedt “echte” patriarchen te wor-
overdreven dominerende en castrerende vrouwen. In de den, m.a.w. “echte” overheersers. Haar seksualiteit wordt
racistische literatuur komt de figuur van de zwarte vrouw ook gereduceerd tot haar vruchtbaarheid: “de bijstandsmoe-
met castrerende macht dus naar voren als de belichaming der [welfare mother] is een zedeloze vrouw, met een onge-
van een paradigma van de koloniale macht: een van de ken- breidelde geslachtsdrift en haar precaire toestand zou aan
merkende praktijken van zowel de systemen gebaseerd op deze factoren te wijten zijn. […]”23.
plantersheerschappij of negerslavernij als van de koloniale Wat dit matriarchaat zo monsterlijk maakt is het feit dat
overheden was immers de – symbolische en daadwerkelijke het de twee tegenstrijdige aspecten van de normatieve vrou-
– castratie van slaven en gekoloniseerden.21 De hedendaagse welijkheid versmelt: de mama en de hoer. Zoals Patricia Hill
versie van de mythe van het “zwarte matriarchaat” werd Collins het zeer goed uitdrukt, is de BBM24 vandaag de dag
ruim verspreid door het rapport The Negro Family dat in een alomtegenwoordige uiting van het racistische en sek-
1965 door Moyniha werd opgesteld. Hij beschouwde het ma- sistische discours, ruim overgenomen door emblematische
triarchaat dat in zwarte families heerste als een “haard van figuren uit de hedendaagse Afro-Amerikaanse cultuur. De
morele, maatschappelijke en politieke ziekten”: een hoog BBM is een “monsterlijke” samensmelting, zoals blijkt uit
scheidingsgehalte, “buitenechtelijke” relaties, “armoede- de twee hoofdbetekenissen van de term bitch, waarmee ze
cyclus” en criminaliteitscyclus tengevolge van de afhanke- doorgaans wordt aangesproken, d.w.z. waarmee ze dichter
lijkheid van de welvaartstaat en de ineenstorting ervan.22 bij de materialiteit wordt gebracht. De term bitch (of ho) ver-
Het zwarte matriarchaat is georganiseerd rond een emble- wijst in de eerste plaats naar de seksueel onverzadigbare en
matische figuur: de welfare queen (wat ik vertaal door “de ondernemende jonge vrouw. Deze zogenaamde zedeloosheid
bijstandsdiva”) of welfare mother. Deze figuur is bij uitstek van zwarte vrouwen is een opvatting die overgenomen werd
“le combat pour l’avortement libre et gratuit et contre les stéréo-
femmes noires sont des stéréotypes qui mettent est vrai que les images et les institutions qui sont
en scène des mutations de genre (des femmes qui décrites comme sexistes affectent à la fois les
deviennent des hommes, des hommes qui devien- femmes blanches et les femmes noires, elles sont
nent des femmes) : l’imitation de ces stéréotypes pourtant affectées différemment selon la façon
à laquelle sont contraintes les femmes noires dont elles sont touchées par d’autres formes d’op-
fonctionne de façon complexe car elle articule pression. Ainsi […], il serait faux de dire que tou-
sexisme et racisme. L’imitation est d’abord celle tes les femmes sont opprimées par l’image de la
des normes de genre, mais en tant que ces normes femme « féminine », communément décrite com-
sont inversées : les femmes performent des traits me honnête, délicate et ayant besoin du soutien et
typiquement masculins (le pouvoir économique, de la protection des hommes. »28 Cela signifie que
l’autorité sur les enfants, l’indépendance, mais cette représentation peut historiquement consti-
aussi l’initiative sexuelle), alors que les hommes tuer une représentation enviable. On comprend
sont efféminés (dépendants, passifs, inactifs). dès lors que les femmes Africaines Américaines
Cette scène imitative ne peut donc jamais se fai- n’aient pas participé en masse aux mouvements
re oublier comme imitation, non pas tant par son des femmes des années soixante et soixante dix
caractère exagéré, que par sa nature grotesque aux Etats-Unis. Cela s’explique par une certaine
du fait même de ces mutations de genre, de cette indifférence, voire un racisme, des féministes
inversion de l’ordre sexuel. blanches alors majoritaires dans le mouvement,
Les normes de la féminité et de la masculinité mais aussi par le fait que l’agenda politique du
ont historiquement contribué à engendrer des mouvement s’est quasi exclusivement concentré
stéréotypes racistes. La féminité dominante, ra- sur la condition des femmes blanches hétéro-
cisée, s’est construite autour d’un certain nombre sexuelles des classes moyennes et supérieures,
de traits, autour d’un motif idéologique (la mora- c’est-à-dire sur une modalité particulière de la do-
lité, la maternité et, si ce n’est la pureté et l’inno- mination de genre. Le combat pour l’avortement
cence, du moins l’ignorance de la sexualité). C’est libre et gratuit et contre les stéréotypes sexistes
pour cette raison qu’elle va devenir une ressource qui identifient féminité et maternité, sexualité et
politique, un enjeu majeur dans le procès d’éman- reproduction, ont été prioritaires pour les femmes
cipation des femmes noires. Devenir libre, accé- blanches et hétérosexuelles, mais qu’en était-il
der à l’égalité, c’est aussi devenir mère, c’est-à- pour les femmes de couleur à qui on a historique-
dire se battre pour être reconnue dans son rôle de ment dénié l’accès à la maternité ou qui ont été
femme et de mère, de « bonne mère ». « Alors qu’il victimes des campagnes de stérilisation forcée ?
56 57
van de racistische ideologieën van slavernij en segregatie. mers het voorrecht van mannen en zich meester maken van
Op de plantages in het Zuiden van de Verenigde Staten, net deze typisch “mannelijke” attributen houdt noodzakelijker-
als in de woningen in de Franse kolonies trouwens, liet deze wijs de vervrouwelijking van zwarte mannen en de verman-
opvatting makkelijk toe de Blanken te verontschuldigen, nelijking van zwarte vrouwen in. Met andere woorden: de
vrij te pleiten van de systematische verkrachtingen die te- clichés waaronder zwarte vrouwen gebukt gaan, brengen
gen zwarte vrouwen gepleegd werden, in naam van de geil- genderverschuivingen naar voren (vrouwen worden mannen
heid en zedeloosheid van deze vrouwen. De term bitch zoals en mannen worden vrouwen): de nabootsing van deze stereo-
hij met name door de gangsta rap25 of zelfs door de “bling typen waartoe zwarte vrouwen verplicht zijn, heeft een inge-
bling”26 rap wordt gepromoot, verwijst echter ook naar de wikkelde werking, want het is een samengaan van seksisme
dierlijkheid en vergelijkt zwarte vrouwen met teven, en haar en racisme. De nabootsing is in de eerste plaats een naboot-
kinderen met een worp. Deze beledigende voorstelling, beur- sing van gendernormen, maar met dien verstande dat deze
telings BBM en bitch, is uiterst schadelijk voor zover ze het normen omgekeerd worden: de vrouwen vertonen typisch
cliché als cliché doet verdwijnen. Met andere woorden: om in mannelijke trekken (economische macht, gezag over de
je “zwarte” vrouwelijkheid erkend te worden – een aan je ras kinderen, onafhankelijkheid, maar ook seksueel initiatief),
onderworpen vrouwelijkheid die beantwoordt aan de over- terwijl de mannen vervrouwelijkt zijn (afhankelijk, passief,
heersende vrouwelijkheid van de Blanken of middenklas- gelaten). Dit nabootsingsschouwspel kan nooit als naboot-
sevrouwen, al evenzeer rasbepaald – moet je deze volledig sing vergeten worden, niet noodzakelijk door het overdre-
belichamen. ven karakter, maar veeleer door het groteske karakter ervan
De mythe van het “zwarte matriarchaat” werkt ten slotte als gevolg van deze genderverschuivingen, de omkering van
als een verlammende ideologie, want door middel van ver- de seksuele orde.
vorming neutraliseert ze alles wat lijkt op een bevestiging De normen van vrouwelijkheid en mannelijkheid hebben
van zwarte vrouwen.27 Zelfstandigheid en macht zijn im- historisch bijgedragen aan het ontstaan van racistische cli-
types sexistes qui identifient féminité et maternité, sexualité et
Le sexisme et le racisme déforment le monde le modèle de la société américaine – étant le signe
commun dans lequel nous avons a lutté : « Cer- indéniable de leur accession à l’égalité (égalité
taines de nos préoccupations nous sont commu- des hommes entre eux). D’immenses figures fémi-
nes à nous femmes, d’autres pas. Vous avez peur nines du mouvement pour les droits civiques ont
que vos enfants grandissent pour se rallier au ainsi accepté de s’en tenir à une division sexuelle
patriarcat, et vous désavouent, nous avons peur extrêmement traditionnelle et conservatrice des
qu’on arrache de force nos enfants d’une voiture rôles, comme en témoignent les propos de cette
et qu’on les tue à bout portant dans la rue, com- militante : « Je pense que la femme doit se tenir
me nous craignons que vous tourniez le dos aux derrière l’homme. L’homme doit être devant la
raisons d’un tel meurtre. »29 Plus encore, comme femme car la femme noire a été historiquement
le rappelle Michele Wallace, toujours au nom du au dessus de l’homme noir dans ce pays. Bien que
matriarcat noir, d’aucun-e-s ont prétendu que les ce ne soit pas de leur faute, les femmes noires
femmes Africaines Américaines n’avaient plus ont acquis de meilleurs boulots et de meilleurs
besoin du féminisme car elles bénéficiaient de statuts. Elles n’ont pas été égales aux hommes
certains privilèges de genre refusés aux femmes blancs ni même aux femmes blanches, mais elles
WASP.30 ont été au dessus des hommes noirs. Et mainte-
Du fait de cette dévaluation systématique de nant que la révolution est socialement en place,
la maternité noire (matriarcat monstrueux, lu- je pense que les femmes noires ne doivent pas
brique, castrateur, parasite), de l’exclusion des être mises en avant dans la vie. Je pense que ce
bénéfices sociaux et symboliques de la féminité, devrait être les hommes noirs, parce que les hom-
la féminité/maternité deviennent un enjeu : pour mes représentent le symbole des races » 31.
accéder à la reconnaissance, il faut cesser de Plus généralement, des femmes noires, jeu-
performer ce stéréotype, et imiter – au sens où je nes, éduquées, issues de la classe moyenne ont
l’ai défini plus haut – la norme dominante, nor- idéalisé cette norme victorienne de la féminité
me genrée et racisée. Il s’agit d’imiter l’identité et ont consenti, pour la première fois dans l’his-
sexuelle blanche pour accéder à ses privilèges. Il toire du mouvement noir, de ne pas se battre sur
faut donc remettre le patriarcat à l’endroit. C’est un pied d’égalité aux côtés des hommes noirs.
ainsi que dans les 60’ et 70’, les leaders Noirs ont Comme le rappelle bell hooks : « Les femmes noi-
clairement revendiqué une certaine identité vi- res d’aujourd’hui qui soutiennent la domination
riliste faisant la promotion de leur rôle de domi- patriarcale ont maintenu le statu quo sur la ques-
nant au sein du patriarcat : la virilité sexiste – sur tion de leur soumission compte tenu du contex-
56 57
chés. De overheersende, aan het ras onderworpen vrouwe- tig en zeventig in de Verenigde Staten. Dit is verklaarbaar
lijkheid werd opgebouwd rond een aantal kenmerken, rond door een zekere onverschilligheid, ja zelfs racisme, van de
een ideologisch patroon (de zedelijkheid, het moederschap blanke feministes die toen de meerderheid uitmaakten in de
en, misschien niet de zuiverheid en onschuldigheid, maar beweging, maar ook door het feit dat de politieke agenda van
toch wel de onwetendheid over seksualiteit). Om deze reden de beweging zich bijna uitsluitend richtte op de situatie van
werd het een politiek hulpmiddel, een belangrijke uitdaging de heteroseksuele blanke vrouwen uit de midden- en hogere
in het emancipatieproces van zwarte vrouwen. Vrij worden, klasse, anders gezegd op een bepaalde vorm van genderover-
toegang hebben tot gelijkheid, dat is ook moeder worden, heersing. De strijd voor vrije en gratis abortus en tegen de
d.w.z. vechten om in de rol van vrouw en moeder, “goede seksistische clichés die vrouwelijkheid met moederschap en
moeder”, erkend te worden. “Alhoewel het waar is dat voor- seksualiteit met voortplanting gelijkstellen, was prioritair
stellingen en instellingen die als seksistisch beschreven voor de blanke en heteroseksuele vrouwen, maar hoe stond
worden zowel blanke als zwarte vrouwen negatief beïnvloe- het met de gekleurde vrouwen aan wie historisch gezien de
den, worden zwarte vrouwen toch anders beïnvloed volgens toegang tot het moederschap werd ontzegd en die het slacht-
de manier waarop ze door andere vormen van onderdruk- offer werden van de verplichte sterilisatiecampagnes? Sek-
king getroffen worden. Zo […], zou het fout zijn te beweren sisme en racisme vervormen de gemeenschappelijke wereld
dat alle vrouwen gebukt gaan onder het beeld van de “vrou- waarin we moeten vechten: “Sommige van onze zorgen heb-
welijke” vrouw, doorgaans beschreven als eerlijk, zacht en ben we als vrouwen gemeen, andere niet. Jullie zijn bang dat
nood hebbend aan de steun en bescherming van mannen.”28 je kinderen zullen opgroeien en zich achter het patriarchaat
Dit betekent dat deze voorstelling historisch gezien een scharen en jullie in de steek laten, wij zijn bang dat onze kin-
benijdenswaardige voorstelling kan zijn. Het is dus begrij- deren met geweld uit een auto worden gerukt en voor onze
pelijk dat Afro-Amerikaanse vrouwen niet massaal hebben neus gedood worden, zoals wij ook bang zijn dat jullie doen
deelgenomen aan de vrouwenbewegingen van de jaren zes- alsof jullie neus bloedt over de redenen van zo’n moord.”29
reproduction, ont été prioritaires pour les femmes blanches et hété-
te de la politique raciale et ont soutenu qu’elles tèrent autour de la loi du 15 mars 2004, interdi-
étaient prêtes à accepter un rôle subordonné dans sant les « signes manifestant ostensiblement
leur rapports avec les hommes noirs pour le bien l’appartenance à une religion », témoignèrent
de la race »32. Le compromis est historiquement notamment de tensions entre les combats fémi-
coûteux. Pour bell hooks, comme pour nombre nistes et anti-racistes. Les lignes de clivage entre
de féministes africaines américaines, une telle celles et ceux qui étaient pour et celles ceux qui
configuration des rapports de domination est un étaient contre la loi ont souvent donné lieu à des
véritable piège politique. situations extrêmement problématiques où les
arguments féministes ont pu servir une rhétori-
Prolégomènes pour penser et agir en contexte que raciste, alors que les arguments anti-racistes
français entretenaient une rhétorique sexiste.36 Christine
En France, pendant des années, il y a eu très peu Delphy reprend précisément cette problémati-
de travaux sur l’articulation du sexisme et du ra- que de l’intersectionnalité et dénonce ce qu’elle
cisme33 ; et si, d’un point de vue militant, des lut- appelle le « faux dilemme » entre anti-sexisme et
tes ont été menées depuis de nombreuses années anti-racisme. Elle souligne fort justement com-
sur ces questions, ces problématiques ont néan- bien une partie du féminisme français pro-loi a
moins toujours été périphériques. Depuis 2003, été pris dans les rets de son propre colonialisme,
les choses ont considérablement changé en raison en culturalisant, pour ne pas dire en racialisant,
de ce que l’on peut appeler la « quatrième affaire le sexisme – laissant croire que les violences fai-
du voile »34 qui a ébranlé la République. Alors que tes aux femmes seraient l’apanage culturel des
jusqu’ici les études féministes françaises pen- hommes des « banlieues » et autres « quartiers
saient le sexisme et le racisme dans une relation populaires », voire une importation des pays
analogique (le « sexe » est comme la « race », une « musulmans », alors que le reste de la société
catégorie politique et non naturelle) ; désormais, française serait miraculeusement devenue égali-
sous l’influence des travaux anglophones notam- taire. Pour Delphy, le fait de concevoir le sexisme
ment, on pense leur articulation. En France, le des « quartiers » comme une « violence extraor-
concept d’ « intersectionnalité » du sexisme et dinaire »37 a eu pour conséquence de réduire les
du racisme développé par Kimberlé Crenshaw35 « filles voilées » au seul statut de victimes excep-
n’aura jamais trouvé meilleure illustration que tionnelles de la violence patriarcale – le pendant
lors des rebondissements de « l’affaire du voile » de ce discours étant de leur reprocher une com-
en 2003–2004. Les très vives polémiques qui écla- plaisance ou même une complicité vis-à-vis de la
58 59