Table Of Content*Opmaak dialect Raalte_DEF 29-09-2011 11:22 Pagina 1
DE DIALECTENVAN
CENTRAAL-SALLAND: RAALTE, HEINO EN LEMELERVELD
*Opmaak dialect Raalte_DEF 29-09-2011 11:22 Pagina 2
A Monique, celle qui a été, est et restera toujours ma ‘Valentine’!
De dialecten van
centraal-Salland: Raalte,
Heino en Lemelerveld
Klank- en vormleer
J.J. Spa
Deze publicatie kwam tot stand dankzij financiële bijdragen van het Prins
Bernhard Cultuurfonds Overijssel, het Plantenfonds en de Stichting R. Roelofs-
Dijkslag.
Publicaties van de IJsselacademie nr. 224
© IJsselacademie
ISBN 978-90-6697-211-7
Vormgeving: Frank de Wit
Grammaticareeks deel 6
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door
Een uitgave van de IJsselacademie
middel van fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voor-
afgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Kampen, 2011
*Opmaak dialect Raalte_DEF 29-09-2011 11:22 Pagina 4
De dialecten van centraal-Salland: Raalte, Heino en Lemelerveld Inhoud
Inhoud De verkleinwoorden 80
Klinkerverandering bij verkleinwoords-
Inleiding 7 vorming82
De achtervoegsels83
De notering van de klanken 9
De meervoudsuitgangen 89
Raalte11
De telwoorden 95
De klinkers 11
Tijdsaanduidingen 96
De tweeklanken 35
Syntactische verschijnselen 97
De medeklinkers 40
Uitdrukkingen eigen aan het Raaltes
Uitspraakregels 41 98
De persoonlijke voornaamwoorden 50 Raalter tekst 98
Folklore
De bezittelijke voornaamwoorden 52
De werkwoorden 53 Heino101
De werkwoordstijden53
De zwakke werkwoorden54 De klinkers 101
De sterke werkwoorden61
De werkwoordsklassen62 De tweeklanken 115
Overige sterke en onregelmatige werk-
woorden70 De persoonlijke voornaamwoorden
De voornaamste hulp- en koppelwerk- 118
woorden72
De bezittelijke voornaamwoorden 119
De lidwoorden 76
De werkwoorden 119
De aanwijzende voornaamwoorden 78 De zwakke werkwoorden119
De sterke werkwoorden123
De bijvoeglijke naamwoorden 79 De werkwoordsklassen123
Overige sterke en onregelmatige werk-
woorden127
4 5
*Opmaak dialect Raalte_DEF 29-09-2011 11:22 Pagina 6
De dialecten van centraal-Salland: Raalte, Heino en Lemelerveld Inleiding
De voornaamste hulp- en koppelwerk- De bezittelijke voornaamwoorden 166 Inleiding
woorden129
De werkwoorden 166 De IJsselacademie heeft mij opnieuw in staat gesteld een aantal Overijsselse dia-
De lidwoorden 133 De zwakke werkwoorden166 lecten te beschrijven. Werden de door mij reeds beschreven volkstalen gesproken
De sterke werkwoorden168 ten noorden of ten westen van Zwolle (zie de literatuur), de in dit boek besproken
De aanwijzende voornaamwoorden 134 De werkwoordsklassen168 dialecten worden gebezigd ten zuidoosten van de provinciehoofdstad. Het gaat hier
Overige sterke en onregelmatige werk- namelijk om de Sallandse dialecten van Raalte, Heino en Lemelerveld. De groot-
De bijvoeglijke naamwoorden 134 woorden171 ste verschillen tussen deze dialecten en het Nederlandse standaarddialect liggen
De voornaamste hulp- en koppelwerk- enerzijds in het klinkersysteem en anderzijds in de vormen van de werkwoorden
De verkleinwoorden 136 woorden171 en de zelfstandige naamwoorden. Dat het klinkersysteem afwijkt van dat van het
De achtervoegsels137 Nederlands blijkt alleen al hieruit dat er in het Nederlands 13 à 14 verschillende
De lidwoorden 175 klinkers zijn (vgl. Cohen e.a. 1961, p. 25) en in de drie bovengenoemde dialecten
De meervoudsuitgangen 139 22. Zijn er in het Nederlands maar 3 verschillende tweeklanken (ei/ij, ui, au/ou;
De aanwijzende voornaamwoorden 176 vgl. Cohen e.a. 1961, p. 27), in de in dit boek beschreven dialecten zijn dat er een
De telwoorden 145 tiental.
De bijvoeglijke naamwoorden 177 De medeklinkersystemen van de drie dialecten verschillen niet van dat van het
Tijdsaanduidingen 147 Nederlands.
De verkleinwoorden 178 Wat de woordopbouw betreft, zijn de vormen van de zgn. sterke werkwoorden in
Syntactische verschijnselen 147 De achtervoegsels178 de drie dialecten nogal afwijkend van het Standaardnederlands. Het voltooid deel-
woord van alle werkwoorden, zowel de zwakke als de sterke, heeft als voorvoegsel
Uitdrukkingen eigen aan het Heinoos De meervoudsuitgangen 181 een zgn. stomme e-. De verkleinwoorden van de zelfstandige naamwoorden heb-
148 ben allemaal ‘Umlaut’.
De telwoorden 184 Wat ook behoorlijk afwijkt zijn de regels voor de uitspraak van klanken en klank-
Een tekst in het Heinoos 149 groepen: Het ‘inslikken’, bijvoorbeeld, van de stomme e in de uitgang -en en het
De tomaten Tijdsaanduidingen 186 als een neusklinker uitspreken van de combinatie ‘klinker + n’in sommige geval-
len, dragen bij aan het - voor de buitenstaander - ‘exotisch’karakter van de drie
Uitdrukkingen eigen aan het dialecten. Opvallend is verder dat de woorden van deze dialecten veel korte klin-
Lemelerveld151 Lemelervelds 186 kers kennen, in afwijking van wat gebruikelijk is in het Standaardnederlands en in
de meer westelijk gesproken Overijsselse dialecten.
De klinkers 151 Lemelervelder tekst 188
Een reize op de fietse in de oorlog Bij het schrijven van dit boek heb ik opnieuw dankbaar gebruik gemaakt van de
De tweeklanken 160 ingevulde formulieren - het resultaat van een in de jaren 1978-1981 door dr. H.
Literatuur 190 Bloemhoff gehouden enquête - die de IJsselacademie me via mevrouw drs. Ph.
Uitspraakregels 163 Bloemhoff ter beschikking heeft gesteld. Ik dank de heer Bloemhoff, zijn echtge-
note en de instelling waaraan ze verbonden is daarvoor weer zeer hartelijk.
De persoonlijke voornaamwoorden 164 Destijds werden onder meer in de dorpen Raalte, Heino en Lemelerveld gedurende
drie jaar schriftelijk vragen beantwoord betreffende de talen van deze plaatsen. De
6 7
*Opmaak dialect Raalte_DEF 29-09-2011 11:22 Pagina 8
De dialecten van centraal-Salland: Raalte, Heino en Lemelerveld De notering van de klanken
contactpersonen van de informantengroepen waren gedurende dat project de heren De notering van de klanken
H. Koerhuis (Raalte), H. van der Veen (†) (Heino) en H.A.G. Schoorlemmer
(Lemelerveld). Voor het noteren van het dialectmateriaal in dit boekje zijn de uitgangspunten
gekozen die de IJsselacademie hanteert voor de dialecten van haar werkgebied, en
De traditie dat mevrouw Bloemhoff zich ermee belast de historische (Oudsak- die neergelegd zijn in de Handleiding voor het schrijven van de streektaal van
sische) oorsprong van de hedendaagse Nedersaksische woorden van de beschreven West-Overijssel en de Oost-Veluwe(te downloaden via www.ijsselacademie.nl). Op
dialecten aan te geven wordt ook in dit boek weer voortgezet. Zoals altijd mijn enkele punten wordt in dit boek van deze spelling afgeweken, omdat het in dit
welgemeende dank daarvoor. Bovendien heeft ze het manuscript van dit boek boek belangrijk is, de uitspraak van de klanken nauwkeurig weer te geven, name-
nauwkeurig gelezen en door haar opmerkingen me voor een aantal uitglijders lijk:
behoed. a. Doorgaans wordt in de spelling geen onderscheid gemaakt tussen de korte en
lange ie, uuen oe, omdat dat in het schriftbeeld niet gemakkelijk te realiseren is.
De volgende personen hebben me laten profiteren van hun taalkundige kennis op In dit boek wordt het onderscheid wel gemaakt, en worden de lange ie, uuen oe
het gebied van hun dialect: aangeduid met een dubbele punt: ie:, uu:, oe:.
Voor het Raaltes : Mevrouw H. Krijt-Smeenk (geb. 1920) en de heren H.P. b. De verkleinwoordsuitgang –gienwordt in dit boek alleen op deze wijze geschre-
Brinkhuis (geb. 1932) en H. Koerhuis (geb. 1941). De historische boerderij Strunk, ven wanneer de gstemhebbend is; is deze stemloos, dan schrijven we –chien.
waar de ontvangsten altijd plaatsvonden, vormde een passende omlijsting voor het c. Als één van de korte klinkers i, u, ó, e, ö, ä, a aan het eind van een woord staat,
dialectonderzoek. De immer door de heer Brinkhuis geserveerde koffie en het wordt hij geschreven met een eropvolgende h, dit om verwarring te voorkomen
gebak waren daarbij de krenten in de pap. Mevr. H. Krijt-Smeenk heeft het ver- tussen bijv. de lange eindklinker ä inva ‘va(der)’en de korte äin mäh ‘maar’.We
schijnen van het boek helaas niet meer mee mogen maken. schrijven dus ook weh ‘wel’. Overigens komt het weinig voor dat één van deze
Voor het Heinoos: Mevrouw M.Wolfkamp-Hansman (geb. 1924), zeer vitaal, in klinkers aan het eind van een woord staat. Als dit gebeurt, is dat vaak het gevolg
wier huis ik steeds enorm gastvrij ben ontvangen, en de heren J.L. Melenhorst van uitspraakregel 6(p. 44).
(geb. 1939) en S.M. Nijboer (geb. 1930), die met veel humor mijn onderzoek d. De meervouden van zee, reeen sleeworden niet zoals in het Nederlands
zwierig begeleidden. geschreven, maar vanwege de uitspraak (zeejen, reejenetc. )als zeeien, reeien,
Voor het Lemelervelds: De heren E. Habers (geb. 1924) en H. Huurman (geb. sleeien.
1916.) De idyllische, aan het Overijssels kanaal gelegen woning van de heer e. Het bepaald lidwoord mannelijk wordt geschreven als n in plaats van’n, omdat
Habers was een ideale plek voor het afvuren van vragen over het dialect. De heer er verschil in uitspraak is tussen n (ontstaan uit den) en ’n(uit een)(zie p. 77).
Huurman betoonde zich een aangenaam causeur. In het stadium van de afronding
van het werk is de heer G. Zwinselman (geb. 1941) bereid gevonden nog een aan- Hieronder wordt een aantal belangrijke punten van de IJsselacademiespelling in
tal vragen te beantwoorden. het kort herhaald:
- De stomme e die in de uitgang -envan de werkwoordsvormen en de meervouden
U allen zeg ik dank voor uw bereidwilligheid om mij te ontvangen en de gekke van zelfstandige naamwoorden voorkomt en in de meeste Oost-Nederlandse dia-
vragen te beantwoorden die ik - vaak ook per telefoon - stelde, waarbij u uw lecten niet wordt gehoord, wordt wel geschreven. Dus niet gie:t’n ‘gieten’, lèèz’n
geduld nooit verloren hebt als ik u de woorden voor de zoveelste keer uit de mond ‘lezen’, pie:p’m ‘piepen’, kiek’ng ‘kijken’, krie:ng’ng ‘krijgen’, esprung’ng
wilde lospeuteren. Uw inlichtingen werden zeer gewaardeerd. ‘gesprongen’, drie:m’m ‘drijven’, espunn’n‘gesponnen’, bössel’n ‘borstelen’,
luuster’n ‘luisteren’enz., maar gie:ten, lèzen, pie:pen, kieken, krie:gen, esprungen,
Dit boek draag ik op aan de meest bewonderenswaardige persoon die ik ooit ben drie:ven, espunnen, bösselen, luusteren enz. Deze klinker verdwijnt ook in andere
tegengekomen: mijn vrouw! uitgangen, zoals -el, -er, -em, -end enz.maar ook daar wordt hij wel geschreven.
8 9
*Opmaak dialect Raalte_DEF 29-09-2011 11:22 Pagina 10
De dialecten van centraal-Salland: Raalte, Heino en Lemelerveld Raalte - de klinkers
Raalte
Dus niet keer’l ‘kerel’,köpp’r‘koper (= metaal)’, bess’m‘bezem’, ao’md ‘avond’
enz., maar kerel, köpper, bessem, aovend.
- De stomme ewordt geschreven zoals in het Nederlands gangbaar is: dudelijk De klinkers
‘duidelijk’, ie:uwig ‘eeuwig’, een ‘een’, mu:re ‘muur’, e’brökken ‘gebroken’.
Hetzelfde principe geldt voor de notering van de tweeklanken:ei ‘ei’, hijskräne De klinkers in het dialect van Raalte laten zich als volgt in schema zetten:
‘hijskraan’, touw ‘touw’, kauwe ‘kauw (= vogel)’, lui ‘lui’(bijv. nw.), tieuws ‘bij-
terig’(van vee). vvoooorr ++ ggeesspprreeiidd voor + gerond achter + gerond achter + gespreid
- In een open lettergreep en aan het einde van een woord worden de lange klinkers kort lang kort lang kort lang kort lang
uu:, ee, oo, èè, öö,ää, aaen de korte klinkeruumet één enkele letter geschreven
ie ie: uu uu: oe oe: gesloten
(behalve de ee en de èèaan het woordeinde), zoals in het Nederlands gebruikelijk
i ee u eu ó oo half-gesloten
is: mu:re ‘muur’, lege ‘laag’(bijv. nw.), bone‘boon’, hège‘heg’, e’zögen‘gezo-
gen’, bäne ‘baan’, nave ‘naaf’, buten ‘buiten’, mu: ‘moe’, snee ‘sneeuw; snee’, e èè ö öö o ao half-open
kulo ‘zonderling figuur’, stèè‘plek, plaats’, vä ‘va(der)’. Vóór de werkwoordsuit- ä ää a aa open
gangen -ien (uitgesproken als -jen)worden deze klinkers , net als in het
Standaardnederlands, met twee letters geschreven: drèèien ‘draaien’.
- De schuurklanken die met de tongrug worden uitgesproken (g, ch) worden als De klinkers die voor+ gespreidzijn, worden vóór in de mond uitgesproken, met
volgt genoteerd: De stemhebbende variant wordt na een medeklinker of een lange gespreide lippen, d.w.z. dat de mondhoeken zo ver mogelijk van elkaar verwijderd
klinker als g geschreven, na een korte klinker als gg. Dus balgen‘(dieren)buiken’, blijven.
oge‘oog’, rugge ‘rug’. De stemloze variant wordt als g genoteerd aan het woord- De klinkers die voor+ gerond zijn, worden vóór in de mond uitgesproken, met
begin, dus gläsien ‘glaasje’. Ook elders in het woord wordt deze variant als g geronde d.w.z. getuite lippen.
genoteerd mits hij in andere vormen van het woord stemhebbend is. Dus weug De klinkers die achter + gerond zijn, worden achter in de mond en met geronde
‘woog’(vanwege weuge ‘(ik) woog’), wèègt ‘(hij) weegt (vanwege wège‘(ik) lippen uitgesproken.
weeg’). In de resterende gevallen wordt de stemloze variant genoteerd als in het De klinkers die achter+ gespreid zijn, worden achter in de mond en met gesprei-
Nederlands. Vgl. verkoch ‘verkocht’, genóg ‘genoeg’. de lippen uitgesproken.
Gesloten klinkers worden uitgesproken met de tongrug dicht bij het verhemelte;
Deze uitgangspunten komen erop neer dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij half-gesloten klinkers met de tongrug iets verder van het verhemelte verwijderd;
de Nederlandse spelling. Dat geldt ook voor die gevallen die hier niet genoemd de uitspraak van de half-openklinkers gaat gepaard met de op één na grootste
zijn, maar geen onoverkomelijke moeilijkheden zullen veroorzaken. Voor wat afstand tussen tongrug en verhemelte, terwijl bij de uitspraak van de openklinkers
betreft de woordklemtoon, deze valt in verreweg de meeste gevallen op dezelfde die afstand het grootstis. Bij alle klinkers komen twee varianten voor, een korte
lettergreep als in het Nederlands . Hij wordt daarom alleen aangegeven als er ver- en een lange. Om verwarring te voorkomen wordt bij de gesloten klinkers ter
warring mogelijk is en dat gebeurt in zo’n geval d.m.v. een apostrofteken (’) vóór onderscheiding het lengteteken (:) gebruikt om de lange variant aan te geven (ie,
de beklemtoonde lettergreep, bijv. e’wes‘geweest’, e’zene ‘gezien’, ’gespel ‘gesp’. ie:; uu, uu:; oe, oe:).
Al de woorden die in dit gedeelte zijn genoemd zijn afkomstig uit het Raaltes, Tot de klinkers behoort ook nog de zgn. stommee, een klank die erg veel lijkt op
maar voor het Heinoos en het Lemelervelds gelden dezelfde regels. de voor + geronde half-geslotenklinkerumaar die nooit de klemtoon heeft en in
het Raaltes in een aantal gevallen kan wegvallen. Zie hiervoor de uitspraakregels
(p. 41 e.v.).
10 11
*Opmaak dialect Raalte_DEF 29-09-2011 11:22 Pagina 12
De dialecten van centraal-Salland: Raalte, Heino en Lemelerveld Raalte - de klinkers
Vóór ng, v, z en rkunnen de korte ie, uuen oeniet voorkomen. De ó komt niet smiecheltien (2x) kleine rakker twieg twijg
vóór een r voor en de o niet vóór m, n en ng.De öö,ao,aa en de akomen niet sniebone snijboon wied ver; wijd
vóór een rvoor. Net als in het Nederlands komen de korte klinkers niet voor aan stief stijf wief wijf
het woordeinde, behalve dan in tussenwerpsels als al’läh ‘vooruit dan maar’en in tege’lieke tegelijk wies wijs (bijv. nw.)
bijwoorden als weh‘wel’, ah ‘al’, mäh ‘maar’. Het voorkomen van korte klinkers tied tijd zied zij, kant, zijkant
in deze laatste positie is echter vaak het gevolg van uitspraakregel 6(p. 44). Bij tiene tien ziedkaante zijkant
wijze van uitzondering kunnen de korte ie, uu en oe wel aan het woordeinde voor-
komen. Vgl. wie ‘wij’, vrollu ‘vrouwvolk’, noe ‘nu’. In deze woorden gaat de ie-klank terug op een
a. Oudwestgermaanse (verder: owg.) lange i: in de verkleinwoordsuitgang –ien,indrieten, ie, ies,
Alles wat hierboven vermeld is m.b.t. de klinkers en het al dan niet voorkomen kieken, kiemen, lief, lieken, lieste, piene, piepe, rieke, riepen, slieten ‘slijten (ww.)’, snie-, stief,
ervan in bepaalde omgevingen geldt ook voor het Heinoos en het Lemelervelds. tege’lieke, tied, wied, wief, wies, zied(-)en waarschijnlijk ook in twieg.
Alleen zijn de hierboven gegeven voorbeelden afkomstig uit het Raaltes. b. owg. i, in bie.
In de hieronder volgende beschrijvingen zijn alle woorden afkomstig uit het c. owg. lange e, later verhoogd tot ie: in –miete.
Raaltes. Ze zullen echter wel vaak geheel of gedeeltelijk overeenkomen met de d. owg. eha, na samentrekking en verhoging, in tiene.
Heinoose en/of Lemelerveldse woorden met dezelfde betekenis. e. owg. ai, wrs. in slieten‘zolderplanken’.
Het is mogelijk dat sommige van deze woorden onder het Heinoos en/of het Leenwoorden zijn kwiet(uit het Frans/Latijn) en pietse(uit het Duits). De herkomst van de iein
Lemelervelds nog een keer herhaald worden om een interessant gegeven in deze giespelenen smiechel-is onduidelijk.
dialecten te onderstrepen.
Als in de Nederlandse vertaling van een dialectwoord een komma staat tussen ie:
twee woorden, dan betekent dat deze nagenoeg dezelfde betekenis hebben. Worden De lange ie: klinkt ongeveer als de Nederlandse ie in het woord dier en wordt
de twee Nederlandse woorden gescheiden door een puntkomma, dan hebben deze o.a. gevonden in de Raalter woorden:
een minder verwante betekenis.
ie andie:vie andijvie lie:gen liegen
De korte ie klinkt als de klinker in het Nederlandse woord viel en komt voor in de bie:st beest lie:ne teugels
volgende woorden: die:pe diep mie:gen plassen, urineren
drie:ven drijven pie:pen piepen
bie bij (voorz.) lief lijf gie:ten gieten rie:ge rij (zelfst. nw.)
drieten poepen lieken gelijk maken gie:zelen ijzelen rie:n rijden
giespelen (snel) trippelen lieste lijst hie:te heet (bijv. nw.) rie:t riet
heuimiete hooimijt piene pijn ie:gt (oe)(veroud.) gedraag (je) rie:zemiete stapel rijshout
ie jij, u piepe pijp ie:kenholt eikenhout schie:ten schieten
ies ijs pietse twijg, zweep ie:ne één snie:n snijden
kieken kijken rieke rijk ie:ngaal/ie:ngääl aan één stuk door stie:n steen
kiemen kiemen, uitlopen riepen rijpen ie:zer ijzer stie:ve stijve (bijv. nw.,ver-
(van aardappel) slieten slijten; zolderplan- knie:ne konijn bogen vorm)
kwiet kwijt ken krie:gen krijgen
12 13
*Opmaak dialect Raalte_DEF 29-09-2011 11:22 Pagina 14
De dialecten van centraal-Salland: Raalte, Heino en Lemelerveld Raalte - de klinkers
tie:nen tenen (zelfst. nw. wie:ze wijze (bijv. nw., De uugaat in deze woorden terug op:
mv.) verbogen vorm) a. owg. lange u(die als een lange oemoet hebben geklonken), in bule/buul, buten, duken, huus,
wie:ven wijven zie:k ziek kruke, luus, luusteren, schulen, uuten waarschijnlijk ook kupeen schuuns.
b. owg. iu, in duusteren, oelu, zunigen waarschijnlijk missunen.
De lange iegaat in deze woorden terug op een: c. umlaut van de oein de verkleinwoorden bukien, klutien, lukien.
a. owg. aidie in het Oudsaksisch een eewas geworden en later is verhoogd tot een lange ie, in In tutekomt de uu waarschijnlijk uit een owg. korte u.Wuleis ontstaan door samentrekking van
hie:te, ie:gt, ie:ne, stie:n, tie:nenen waarschijnlijk ook ie:ken-. wielu(den)met ronding van de ie.
b. owg. io, in die:pe, gie:ten, lie:gen, rie:t, schie:tenen zie:k. Leenwoorden uit de Romaanse talen zijn beschute, sukeläen suker. Onduidelijk is de herkomst
c. owg. lange idie: 1. lang is gebleven in open lettergreep voor v, z, gin drie:ven, ie:zer, mie:gen, van de uuin kukelen, kuken, kuloen schute.
rie:ge, rie:ze-en mogelijk ook in gie:zelenen krie:gen; 2. na aanvankelijke verkorting in open
lettergreep weer lang is geworden in stie:ve, wie:venen wie:ze, en door uitval van de d in rie:n uu:
(uit rieden) en snie:n(uit snieden).Lie:nezou uit liendekunnen zijn ontstaan. De lange uu: klinkt ongeveer als de Nederlandse klinker uu in guur en wordt
Leenwoorden uit het Frans zijn andie:vie, bie:st, ie:ngaal/ie:ngäälen knie:ne. onder meer gevonden in de volgende Raalter woorden:
Een klanknabootsend woord is pie:pen.
be’duu:n beduiden mu:re muur
uu be’tuu:n (veroud.) schaars nu:men noemen
De korte Raalter uu klinkt als de klinker in het Nederlandse woord fuut. We vin- (ik)bu:ge (ik) buig nu:ren neuren
den hem o.a. in de volgende woorden: bu:kien boekje schu:re schuur
bu:nen ravotten snuu:p snoep
beschute beschuit luus luis du:kien doekje spu:len spoelen
bukien buikje luusteren luisteren gruu:n groen stu:ver stuiver
bule/buul buidel, zak missunen misstaan hu:kien hoekje tu:ren vastleggen (van een
buten buiten oelu jullie (lijdend hu:re huur dier aan een paal)
duken duiken voorw.) hu:zen huizen vru:ten wroeten
duusteren donker worden schulen schuilen ku:kien koekje vu:tien voetje
huus huis schute schuit kuu:ltien kuiltje zu:ken zoeken
klutien kluitje schuuns schuin lu: lui (zelfst. nw., mv.) zu:te zoet
kruke kruik sukelä chocola lu:zebós luizenbos zu:ver zuiver
kukelen duikelen suker suiker mu: moe (bijv. nw.)
kuken kuiken tute tuit
kulo zonderling figuur uut uit
kupe kuip wule wij (pers. vnw.)
lukien luikje zunig zuinig
14 15
*Opmaak dialect Raalte_DEF 29-09-2011 11:22 Pagina 16
De dialecten van centraal-Salland: Raalte, Heino en Lemelerveld Raalte - de klinkers
De lange uukomt in deze woorden uit: De oecorrespondeert met een:
a. owg. lange u(die als een lange oemoet hebben geklonken) en lang is gebleven voor rof in a. owg. lange u(die als een lange oemoet hebben geklonken), in boek, broen, broes, doem, gloe-
open lettergreep voor v, z, g, in bu:ge, hu:re, hu:zen, lu:ze-, mu:re, schu:re, zu:veren waar- pen, kloete, knoes, kroepen, loek, moes, noe, proeme, proesen, roene, roet, roete, sloeke, stoe-
schijnlijk tu:ren. Be’tuu:nzou hier ook bij kunnen horen, als het kan worden uitgelegd als ken, stroeke, zoepenen waarschijnlijk ook in doesen‘indommelen’, doesterig, poes‘puist’,
‘betuind, beperkt’en in verband kan worden gebracht met tuun‘afrastering’. Merkwaardig is poesterig, roeken‘ruiken’en stoete.
dan wel de lengte van de klinker. b. owg. lange o, in bloeme, ploeg, roeken‘roeken (mv.)’, swoenzesen toeken/toepen.
b. owg. lange oin gruu:n, mu:, nu:men, vru:ten, zu:ken, zu:teen waarschijnlijk in spu:len. c. owg. iuin oelu.
c. owg. iuin be’duu:nen lu:, met rekking door samentrekking van -duden, luden. Doesen‘douchen’en fesoenzijn Franse leenwoorden;poes‘poes’is waarschijnlijk een klankna-
d. umlaut van de lange oein de verkleinwoorden bu:kien, du:kien, hu:kien, ku:kien, kuu:ltien, bootsend woord. Onduidelijk is de herkomst van de oein foeke, kapoesteren poet.
vu:tien.
In bu:nenkomt de lange uuwaarschijnlijk uit een owg. korte u. Onduidelijk is de herkomst van oe:
de lange uuin nu:ren, snuu:pen stu:ver. De lange oe: klinkt ongeveer als de Nederlandse oe in boer. Zie hier een aantal
woorden met deze klank:
oe
De korte oe wordt uitgesproken als de klinker van het Nederlandse woord hoest. bloe:n bloeden moe:zen muizen
Hieronder volgt een aantal woorden met deze klank: boe:k boek oe:le uil
boe:r boer oe:nzelig (veroud.)vies, onverzorgd
bloeme bloem poesterig vies, onverzorgd broe:zen schuimen, bruisen oe:re oer, ijzererts
boek buik poet pal (bijw.) doe:n doen roe:t roet
broen bruin proeme pruim droe:ve druif (in de) roe:ze in het wilde weg,
broes schuim proesen niezen hoe:d hoed ruw geschat
doem duim roeken ruiken; roeken (zelfst. hoe:k hoek schoe:le school
doesen indommelen; douchen nw., mv.) hoe:ke (zelfst. nw., schoe:ne schoenen
doesterig slaperig, duf roene ruin mv.) (veroud.) hurken schoe:r (veroud.) (onweers)bui
fe’soen fatsoen roet onkruid hoe:sen hoesten schoe:ven schuiven
foeke fuik; valse vrouw roete ruit hoe:ven hoeven (werkw.; schroe:ve schroef
gloepen gluren sloeke keel zelfst. nw. mv.) snoe:ven snuiven
kapoester iets heel groots stoeken neerstorten, neerval- knoe:ren (hard) wegtrappen stoe:l stoel
kloete kluit len, neersmakken (v. e. bal) vloe:re vloer
knoes knuist stoete brood knoe:ven kluiven voe:t voet
kroepen kruipen stroeke struik koe:ke koek zoe:gen zuigen
loek luik swoenzes ’s woensdags koe:le kuil zoe:r zuur
moes muis toeken aanstaand, komend (in koe:ze kies (zelfst. nw.)
noe nu tijdsuitdr.) moe: moe (zelfst. nw.)
oelu jullie (lijdend voorw. toepen aanstaand, komend (in moe:r bijenkoningin;
ploeg ploeg tijdsuitdr.) vrouwtjeskonijn;
poes puist; poes zoepen zuipen moer
16 17
*Opmaak dialect Raalte_DEF 29-09-2011 11:22 Pagina 18
De dialecten van centraal-Salland: Raalte, Heino en Lemelerveld Raalte - de klinkers
De lange oevan bovenstaande woorden gaat terug op een: ee
a. owg. lange o, inbloe:n, boe:k, doe:n, hoe:d, hoe:k, hoe:ke, hoe:sen, hoe:ven, koe:ke, moe:, De Raalter lange ee is gelijk aan de klinker van het Nederlandse woord beek, zij
moe:r, roe:t, schoe:le, schoe:ne, stoe:l, vloe:reen voe:t. het dat hij niet, zoals in het Nederlands, enigszins als een tweeklank - d.w.z. met
b. owg. lange u(die als een lange oemoet hebben geklonken) en lang is gebleven voor rof in een soort j aan het eind - wordt uitgesproken, maar zijn eigen klank behoudt van
open lettergreep voor v, z, g,l, in boe:r, broe:zen, droe:ve, koe:le, koe:ze, moe:zen, oe:le, het begin tot aan het eind. Hier volgen enkele woorden met ee:
schoe:r, schoe:ven, zoe:gen, zoe:ren waarschijnlijk in knoe:ven, roe:zeen snoe:ven.
c. owg. umet rekking voor neusmedeklinker + tongpuntmedeklinker in oe:nzelig. achtereers achterwaarts, tegen lege laag (bijv. nw.)
Oe:rein een leenwoord uit het Duits, schroe:veuit het Latijn via het Romaans; onduidelijk is de de draad in lere catechisatie, gods-
herkomst van de lange oevan knoe:ren. al’lenig alleen dienstles
’an-keren aanvegen liefzeerte buikpijn
i beer beer, mannelijk var- meerderweggens op meer plaatsen
De korte klinker iis gelijk aan die van het Nederlandse woord wil. Hier volgt een ken meert maart
aantal woorden met deze klank: bleke bleek (zelfst. nw.) meesteweggens meestal
bleren blaten mere merrie
bissen biezen (van koeien) sisteren sissen deerne meisje meze mees
brikke rijtuig slippe slip (v. kledingstuk) e’lene geleden (voltooid näkend eersien sneeuwklokje (lett.:
brille bril spinde/spinne brood- of servies- deelw.) naakt kontje)
dikke dik (Hei, Le) kast, spinde e’snene gesneden pere peer; paarden
disse deze stikke pin (voor het vast- fleems onduidelijk, vaag; schere schaar
fitse klein beetje zetten v. e. dier) er moe uitziend snee snee; sneeuw
flikkerieje handeltje titte vrouwenborst geerne graag tweedónker schemering
ginne geen een; gindse vimme vim grepe greep, mestvork ’wedeman/
kidde/kirre paard wigge wig hee hij weduwman weduwnaar
kippe kip wille plezier; wil heet heide(plant) ’wedevrouw/
kiste kist wisse zeker hering haring weduwe weduwe
nikken knikken zich kleine zeis, zicht; keerse kaars weerd waard (bijv. nw.)
rikken afrastering zich (wederk. vnw.) keze kaas weven (ook: wèven) (Hei) weven
schimme schim zinnig mak (van paard) klere kleren wezeboom ponder, weesboom
leerze laars
De iin deze woorden is afkomstig van:
a. owg. i, in dikke, kippe, nikken, schimme, slippe, wille, wisse, zich, zinnig, en waarschijnlijk ook De eein bovenstaande woorden kan op verscheidene Oudwestgermaanse klinkers teruggaan, nl.:
bissen, vimme en wigge. a. owg. edie is gerekt in open lettergreep en voor r(+ tongpuntmedeklinker): in ’an-keren, beer,
b. owg. e, in disse, ginne‘gindse’, rikkenen stikke. geerne, keerse, leerze, weerd, wevenen mogelijk ook in -eersien. In dat laatste woord kan de
c. owg. ai(Oudsaksisch ee), na verkorting, in ginne‘geeneen’. owg. korte eontstaan zijn uit een oudere a met umlaut. Dat is zeker het geval in meert, mere
Leenwoorden zijn brikke(uit het Engels), brille, spinde/spinne, kiste(uit het Latijn), flikkerieje en waarschijnlijk heringen pere‘paarden’.
(uit het Duits) en waarschijnlijk kidde/kirre(uit het Oudnoors; lokroep). Sisterenis een klankna- b. owg. langea met umlaut, inkeze, lege enschere.
bootsend woord. Onduidelijk is de herkomst van fitseen titte. c. owg. idie is gerekt in open lettergreep, in e’lene, e’snene, snee ‘snee’, ’wede-/weduw- en
18 19