Table Of ContentBiomassa 2030
Strategische visie voor de inzet
van biomassa op weg naar 2030
Foto omslag: Croda Gouda
Al meer dan 150 jaar produceert de Goudse vestiging van Croda ‘oleochemische’ halffabricaten uit hernieuwbare oliën en vetten.
Deze hebben inmiddels een breed scala aan toepassingen gekregen zoals cosmetica, verf, coatings, smeermiddelen en plastics.
Biomassa 2030 Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030
Samenvatting
Boodschap:
Om in de Nederlandse behoefte aan biomassa voor voedsel,
Biomassa speelt een belangrijke rol bij de voedselvoorziening en veevoer, energie, transport, chemie en materialen te voorzien,
de transitie naar een biobased en circulaire economie. Bij deze kan in potentie voldoende duurzame biomassa beschikbaar
transitie staat het terugdringen van onze afhankelijkheid van komen, mits succesvol ingezet wordt op vergroting van het
fossiele energie en grondstoffen, het optimaal gebruik van biomassa aanbod en optimale inzet van biomassa wordt
grondstoffen en de hiermee samenhangende noodzakelijke nagestreefd. Daarbij blijft het kabinet inzetten op verduurza-
CO-reductie centraal. De verwachting is dat de Nederlandse vraag ming van productie en toepassing van biomassa. De bijdrage
2
naar biomassa richting 2030 stijgt vanwege de inzet van her- aan onze beleidsdoelen en economische groei kan worden
nieuwbare grondstoffen, zowel vanuit energie- en klimaat-beleid, vergroot door vanuit een integrale sturing op CO-reductie de
2
toekomstige schaarste van fossiele grondstoffen en geopolitieke ontwikkeling van innovaties en de inzet van biochemie en
overwegingen. Het voorkomen van negatieve effecten bij de biomaterialen te bevorderen.
productie en de toepassing van biomassa is onderwerp van
wetenschappelijke en maatschappelijke discussie. In de kamer- • De inzet van biomassa kan in belangrijke mate bijdragen aan
brief ‘Meer waarde uit biomassa door cascadering’ is daarom de genoemde beleidsdoelen.
aangekondigd dat het Kabinet een strategische visie voor de inzet Biomassa kan een belangrijke bijdrage leveren aan het vervangen
van biomassa in 2030 zal opstellen. Met deze visie wordt integraal van fossiele grondstoffen door hernieuwbare grondstoffen en
naar de inzet van biomassa gekeken en worden ook de zorgen daarmee ook aan het reduceren van CO-emissies. Op de lange
2
geadresseerd. In 2016 vindt verdere uitwerking plaats in het termijn is het van belang biomassa primair voor die toepassingen in
overkoepelende programma circulaire economie dat aan de te zetten waar nauwelijks alternatieve, kosteneffectieve duurzame
Tweede Kamer is toegezegd. bronnen voor beschikbaar zijn. Dat betreft in elk geval de volgende
toepassingen: hoge temperatuur warmte voor de industrie,
Kernvraag biobrandstoffen voor lucht- en scheepvaart en grondstoffen voor
Hoe kan de inzet van biomassa in Nederland zo optimaal mogelijk chemicaliën en materialen. Op de korte en middellange termijn
bijdragen aan het behalen van de beleidsdoelstellingen richting zorgen de subsidies en investeringen in bio-energie ervoor dat
2030 op het gebied van voedsel, energie, klimaat, mobiliteit, duurzame houtachtige biomassastromen op gang komen. Door
biobased en circulaire economie? En hoe kan Nederland hiermee een verschuiving van verbranding naar verwaarding én verbranding
tegelijkertijd een innoverende, concurrerende economie realise- levert dit een impuls aan de biobased economie in Nederland.
ren? Randvoorwaarde hierbij is dat Nederland zoveel mogelijk • De vraag naar biomassa zal de komende 15 jaar naar
gebruik maakt van duurzaam geproduceerde biomassa. verwachting aanzienlijk stijgen.
De vraag naar voedsel zal minimaal gelijke tred houden met de
Vertrekpunt groei van de wereldbevolking, waarbij er ook een verandering in
Het vertrekpunt voor de Visie Biomassa 2030 is de situatie op de dieet verwacht wordt als gevolg van wereldwijde welvaartstijging.
drempel van 2016, een situatie die gekenmerkt wordt door: Ook de mondiale vraag naar traditionele toepassingen van
- Een toenemende urgentie van klimaatopgaven en duurzaam- biomassa als bouwmateriaal, papier en karton zal wereldwijd
heid en een daarmee samenhangende noodzaak voor een stijgen. Daarnaast zien veel bedrijven kansen om over te
overgang naar hernieuwbare bronnen en een circulaire schakelen op biomassa als een hernieuwbare en duurzame
economie; grondstof voor materialen en chemie. In de periode tot 2030,
- Lage wereldmarktprijzen voor fossiele bronnen als aardolie en maar ook daarna, zal bio-energie naar verwachting een belang-
daarmee samenhangend een achterblijvende vraag naar rijke bron van hernieuwbare energie vormen.
hernieuwbare alternatieven; • Duurzaamheid is een wezenlijk uitgangspunt voor het kabinet.
- Het ontstaan van nieuwe toepassingsmogelijkheden voor Er zijn al veel ontwikkelingen naar duurzame biomassa en het
biomassa in de chemie, onder andere biobased bouwstenen kabinet ondersteunt deze. Naast efficiënter gebruik van beschik-
voor de productie van een breed palet aan chemicaliën en bare land-en bosbouwarealen en het tegengaan van verliezen in de
polymeren; keten is gecascadeerd gebruik van biomassa cruciaal. Cascadering
- Zorgen over schaarste, verdringing of ongewenste concurrentie gaat over sectoren en toepassingen heen en vergt daarom maat-
tussen de verschillende toepassingen van biomassa, geuit door regelen die cross-sectorale samenwerking stimuleren. Daarnaast is
de papier-, houtverwerkende en chemische industrie naar de ontwikkeling van een integraal duurzaamheidskader voor alle
aanleiding van subsidie op bio-energie; grondstoffen van belang. Want als we de grondstoffen waarvoor
- Aandacht voor duurzaamheid in de verschillende fasen van de biomassa een alternatief is, niet ook verduurzamen wordt de
keten zoals productie, bewerking, consumptie, afval en toepassing van hernieuwbare grondstoffen ongewenst benadeeld.
hergebruik. Aandacht voor coproductie bij de verwerking van Daarom is het verstandig stimulansen voor duurzaamheid te
landbouwgewassen en het voorkomen van uitputting van richten op één duurzaamheidskader voor alle grondstoffen,
vruchtbare bodems en schaarste aan bodemkoolstof. inclusief een goede borging, gecombineerd met specifieke maat-
regelen voor grondstofstromen die in de praktijk extra zorg vragen.
Biomassa 2030 Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030 3
Dit geldt voor Europa, maar ook als het gaat om indirecte effecten i) het uitfaseren van schadelijke stoffen als er een goed biobased
en de sociale gevolgen voor de lokale bevolking in ontwikkelings- alternatief is (bv. niet bio-degradeerbare microplastics in
landen (coherentie van het ontwikkelingsbeleid). cosmetica),
• In potentie kan er voldoende biomassa beschikbaar komen ii) het stimuleren van biobased en biodegradeerbare producten
om aan de Nederlandse behoefte aan voedsel, veevoer, in toepassingen waarin producten achterblijven in de natuur
energie, transportbrandstoffen, chemicaliën en materialen te (bv. smeermiddelen, landbouwplastics, boorvloeistoffen) en
voldoen. Een vertaling van de wereldwijde beschikbaarheid iii) het stimuleren van biobased producten die beter scoren op
naar de mogelijke beschikbaarheid voor Nederland komt uit op duurzaamheid en gezondheid dan hun huidige alternatieven
115-753 PJ in 2030. Het optellen van de verwachte vraag in 2030 (plasticizers, ingrediënten voor cosmetica, materialen voor
naar biomassa voor energie, biobrandstoffen, chemie en bouw, verpakkingen en automotive).
materialen komt op 432-570 PJ. Dit betekent dat in potentie Inzet op duurzaamheid van productie en gebruik van biomassa.
voldoende aanbod aan duurzame biomassa voor niet-voedsel- • Verkennen van de mogelijkheden om te komen tot één
toepassingen beschikbaar kan zijn. Kanttekening hierbij is dat over koepelend basisduurzaamheidskader voor alle grondstof-
de hogere schattingen voor biomassa beschikbaarheid pas fen. Verder het stimuleren van de toepassing van de VN ‘Ruggie
gerealiseerd worden bij succesvolle inzet op vergroting van het Principles’.
biomassa aanbod en een efficiënt gebruik van biomassa. • Voor biomassastromen die vanuit de overheid worden
• De inzet van biomassa biedt ons land economische kansen. gestimuleerd en voor risicovolle stromen kunnen aanvullende
Nederland heeft een goede uitgangspositie voor biobased criteria geformuleerd worden, inclusief borging.
investeringen: strategische ligging met goede zeehavens, sterke • Voor deze biomassastromen blijven we werken aan de ontwikke-
agro-, en chemie- en energiesector en hoogwaardige kennis- ling van een Europees geharmoniseerd duurzaamheidssysteem.
instellingen. Nederland verwerkt zeer omvangrijke hoeveelhe- De duurzaamheidscriteria uit het Energieakkoord, met het
den biomassa voor voedsel en veevoer vanwege haar sterke ingroeipad voor volledige toetsing op areaalniveau, behoren tot
agrofood sector. Door nog meer in te zetten op bioraffinage en de meest vooruitstrevende en verregaande criteria in de wereld.
coproductie kan met de huidige stromen extra biomassa • Versterkt doorzetten van het stimuleren van cross-sectorale
beschikbaar komen voor niet-voedsel toepassingen. samenwerking om cascadering van biomassa mogelijk te
Het aantal investeringen in de biobased economie neemt maken. Dit kan door inzet in Green Deals en versterking van de
wereldwijd toe. Voor Nederland zijn er concrete kansen voor landelijke platforms en regionale clusters, en het zodanig
nieuwe investeringen op het gebied van chemicaliën, materia- inrichten van instrumenten dat cascadering gestimuleerd wordt.
len, geavanceerde transportbrandstoffen/bio-energie. Benutten bijdrage van alle toepassingen van biomassa
(inclusief materialen).
Aanpak: welke maatregelen zijn nodig? • Nederland stuurt op EU-niveau aan op integratie van beleid
Om de duurzaamheid en kansen van biomassa (-toepassingen) te gericht op hernieuwbare energie, klimaat en materialen door te
realiseren wordt ingezet langs de pijlers van Groene Groei: Slimme sturen op één parameter, namelijk CO-reductie. De klimaat-
2
marktprikkels, Stimulerende wet- en regelgeving, Innovatie, Overheid winst van de inzet van biomassa in chemie en materialen door
als netwerkpartner en Vergroening via handel en investeringen. CO binding, klinkt nu maar ten dele door in de hernieuwbare
2
Concreet betekent dit: energiedoelen en in de emissiereductiedoelen. Om de inzet
Inzet op het vergroten van het aanbod aan duurzame biomassa. verder te stimuleren, zal worden gezocht naar manieren om
• Stimuleren van commodity vorming van reststromen uit land- en deze winst meer gehonoreerd te krijgen.
bosbouw, omdat de veelheid aan kleine stromen die divers van Inzet op innovatie en verdiencapaciteit in Nederland.
samenstelling zijn, niet aansluit op de vraag naar uniforme stromen • Stimuleren investeringen in nieuwe productiecapaciteit in
vanuit de energie en industriesectoren. Daarbij zijn zowel technolo- Nederland voor geavanceerde biobrandstoffen, chemie en
gische aspecten (welke conversietechnologie) als organisatorische materialen (‘first of a kind’-fabrieken).
aspecten van belang (op welk ruimtelijk schaalniveau, consortia- • Versterken van onderzoek en innovaties voor bijdragen op de
vorming, hoe vindt verdeling van lasten en opbrengsten plaats). langere termijn, zoals raffinage van hout en agroreststromen,
• Maatregelen gericht op verdere productiviteitsverhoging van de alternatieve eiwitproductie en de mogelijkheden voor negatieve
landbouw en de bosbouw in Europa en op mondiaal niveau, klimaatemissies (Bio-Energy with Carbon Capture and Storage/
inclusief aandacht voor productie van aquatische biomassa en inzet usage). Het uitvoeren van de onderzoeksagenda van het
van gedegradeerde gronden voor productie van biomassa. Topconsortium voor Kennis- en Innovatie Biobased Economy
• Het nieuwe het Europese Gemeenschappelijk Landbouw 2015 (GLB) (TKI-BBE) is een goed startpunt.
ondersteunt de transitie naar een biobased economie al veel beter
dan voorheen. Voor de periode na 2020 op EU-niveau inzetten op In 2016 vindt verdere uitwerking plaats in het overkoepelende
verdere versterking van de biobased economie middels het GLB. programma circulaire economie dat aan de Tweede Kamer is
Inzet op het ontwikkelen van de vraag naar duurzame biomassa. toegezegd. Dit in afstemming met de activiteiten rondom de
• Bevorderen marktontwikkeling door het ontwikkelen van Voedselvisie, de Energievisie, Groene Groei en de uitvoeringsagenda
productenbeleid op EU-niveau gericht op: van de Duurzame Brandstofvisie en de daarvoor geplande dialogen.
4 Biomassa 2030 Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030
Inhoudsopgave
Samenvatting 3
Inhoudsopgave 5
1. Inleiding 7
1.1. Aanleiding en context 7
1.2. Beleidsdoelen en kernvraag 7
1.3. Streefbeeld 2030; goed op weg 8
1.4. De uitdagingen voor beleid 8
1.5. Leeswijzer 9
2. Is er genoeg biomassa en kan de duurzaamheid hiervan
voldoende worden gerealiseerd? 11
2.1. Vergelijking van vraag en aanbod van biomassa in 2030 11
2.2. Duurzaamheid 13
2.3. Conclusies 14
3. Waar zitten de kansen voor Nederland? 15
3.1. Naar een integrale benadering van biomassa 15
3.2. Kansen voor biomassa in de energievoorziening 17
3.3. Kansen voor biomassa in transport en logistiek 18
3.4. Kansen voor biomassa in chemie en materialen 19
3.5. Kansen voor de biomassa leverende sectoren 20
3.6. Conclusies 20
4. Naar een optimale inzet van biomassa 23
4.1. Het stimuleren van vraag en aanbod van duurzame biomassa 23
4.1.1. Vergroten van het aanbod van duurzame biomassa 23
4.1.2. Efficiënter en circulair gebruik maken van biomassa 23
4.1.3. Naar een integraal duurzaamheidskader 24
4.2. Bijdrage van biomassa aan de beleidsdoelen 24
4.3. Kansen voor Nederland 25
4.4. Innovatie 25
4.5. Tot slot 26
Bijlage 1: Achtergronden bij aanbod van en vraag naar biomassa in 2030 27
Bijlage 2: Inbreng van betrokken partijen 31
Biomassa 2030 Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030 5
6 Biomassa 2030 Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030
1. Inleiding
Voedsel
De overgang naar een duurzame landbouw en
voedselvoorziening;
Energie
1.1. Aanleiding en context
De overgang naar een duurzame, betaalbare en betrouwbare
energievoorziening met bijbehorende doelstellingen: 14%
Nederland streeft naar groene groei: een economie die groeit, hernieuwbaar (NL-doel, 2020), 16% hernieuwbaar (NL-doel, 2023),
innoveert en concurreert op een duurzame manier. Vergroening 27% hernieuwbaar (EU-doel, 2030);
van onze economie is noodzakelijk. We moeten ons natuurlijk Klimaat
kapitaal vitaal houden, onze afhankelijkheid van fossiele en De overgang naar een broeikasgas neutrale samenleving in de
schaarse grondstoffen verminderen en broeikasgassen in de tweede helft van deze eeuw met bijbehorende tussendoelstellingen:
atmosfeer terugdringen. Duurzaamheid is een bron voor econo- 20% CO-reductie (NL-doel 2020), tenminste 40% CO-reductie
2 2
mische groei. Het is een stuwende motor voor innovaties en kan (EU-doel 2030);
het verdienvermogen van de Nederlandse economie verder Biobased en circulaire economie
versterken. Hiermee stellen we onze welvaart ook voor de Overgang naar een biobased en circulaire economie, vervanging
volgende generaties zeker. van fossiele grondstoffen door biomassa; optimaal (her)gebruik
van grondstoffen en producten;
Biomassa speelt hierbij een belangrijke rol, voor zowel de Mobiliteit
voedselvoorziening als voor de overgang naar een biobased en Overgang naar duurzame wijzen van vervoer en transport met
circulaire economie. Dit is een economie die in toenemende mate bijbehorende doelstellingen: 10% hernieuwbare energie in vervoer
draait op biomassa als grondstof in plaats van op fossiele (Richtlijn hernieuwbare energie, 2020), 6% minder broeikasgas-
grondstoffen. De biobased economie is een van de hoekstenen emissies in 2020 ten opzichte van 2010 (Richtlijn brandstofkwali-
van de circulaire economie, waarin producten en materialen teit), 17% CO-reductie in 2030 (brandstofvisie uit SER-
2
worden hergebruikt en grondstoffen waarde behouden. Energieakkoord) en 60% CO-reductie in 2050 ten opzichte van
2
1990 (SER-Energieakkoord).
In de kamerbrief ‘Meer waarde uit biomassa door cascadering1’
is toegezegd een strategische visie op te stellen voor de inzet van Via bovenstaande beleidsdoelstellingen draagt Nederland ook bij
biomassa in 2030. Deze ‘Strategische visie voor de inzet van aan de VN Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs).
biomassa op weg naar 2030’ geeft duidelijkheid over de toekom-
stige inzet van biomassa en wat die kan betekenen voor het Uitdagingen het hoofd bieden
Europese klimaat- en energiebeleid op weg naar 2030. Om de grote uitdagingen van al deze beleidsdoelstellingen het
Daarnaast maakt de Visie Biomassa 2030 inzichtelijk hoe biomas- hoofd te kunnen bieden en zoveel mogelijk bij te dragen aan een
sa kan bijdragen aan beleidsdoelstellingen voor voedselzekerheid, economie die duurzaam groeit, innoveert en concurreert (de
hernieuwbare energie, biobrandstoffen en biobased en circulaire zogenoemde groene groei), moet Nederland heldere beleidskeu-
economie. Dit in combinatie met een gezonde economische zes maken. Cruciaal hiervoor is een integrale benadering voor de
ontwikkeling van Nederland. optimale inzet van biomassa.
Het voorkomen van negatieve effecten bij de inzet van biomassa Daarom gaat deze Visie Biomassa 2030 in op de volgende
is onderwerp van wetenschappelijke en maatschappelijke kernvraag:
discussie. Hier houdt de Visie Biomassa 2030 rekening mee. Er is
dankbaar gebruik gemaakt van het advies ‘Naar een duurzame Hoe kan de inzet van biomassa in Nederland zo optimaal mogelijk
bio-economie’ van de Commissie Duurzaamheidsvraagstukken bijdragen aan het behalen van de beleidsdoelstellingen richting 2030
Biomassa2. Deze visie is een reactie van het kabinet op de op het gebied van voedsel, energie, klimaat, mobiliteit, biobased en
aanbevelingen van de Commissie. circulaire economie? En hoe kan Nederland hiermee tegelijkertijd een
innoverende, concurrerende economie realiseren? Randvoorwaarde
hierbij is dat Nederland zoveel mogelijk gebruik maakt van duurzaam
1.2. Beleidsdoelen en kernvraag
geproduceerde biomassa.
Biomassa draagt in belangrijke mate bij aan een aantal beleids- Korte- en lange termijn oplossingen
doelstellingen van het kabinet voor de volgende gebieden. Te Behalve de verschillende beleidsuitdagingen is ook de tijdshorizon
weten: van belang. Vanwege de internationale consensus en urgentie van
handelen die daaruit voortvloeit, is het klimaatdoel zoals
1 Kamerbrief over ‘Meer waarde uit biomassa door cascadering 2014’ afgesproken tijdens de klimaatconferentie in Parijs als uitgangs-
2 Commissie Duurzaamheidsvraagstukken 2015: Naar een duurzame punt genomen. De opwarming van de aarde moet tot maximaal
bio-economie. 2 graden worden beperkt, met 1,5 graden als streefwaarde. In dit
Biomassa 2030 Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030 7
licht bezien is de uitdaging voor 2030 een tussenstap richting 2050 Groene eindproducten
en verder. Dit betekent niet alleen kosteneffectieve en maatschap- Nederland heeft zich de afgelopen 15 jaar steeds meer ontwikkeld
pelijk gedragen keuzes voor de korte termijn, maar ook kostenef- als productieland van groene eindproducten. Daar zijn we sterk in.
fectief en met draagvlak voor de langere termijn. Daarom weegt Enkele van Europa ’s grootste biopolymeerfabrieken zijn in
het reductie- en duurzame ontwikkelpotentieel voor de langere Nederland gevestigd. Er worden niet alleen suikerbieten verwerkt
termijn mee in de analyses en keuzes voor het beleidsinstrumen- van eigen bodem en uit de ons omringende landen, maar ook
tarium in deze visie. suikers uit hout dat in de haven van Rotterdam wordt aangevoerd.
Behalve hout voert ons land ook andere biomassastromen en
1.3. Streefbeeld 2030; goed op weg
halfproducten in, die hier tot geavanceerde biobrandstoffen en
chemicaliën worden verwerkt. Daarmee weet de haven van
De hierboven genoemde beleidsdoelen en ambities van het Rotterdam de teruglopende aanvoer van fossiele grondstoffen
kabinet en de door experts verwachte ontwikkelingen geven goed op te vangen.
het volgende streefbeeld voor Nederland.
Koploper duurzaam geproduceerde biomassa
In 2030 is Nederland goed op weg naar een broeikasgas neutrale, Nederland is in 2030 koploper in het toepassen van aantoonbaar
biobased en circulaire economie. Leidend voor de keuzes die we duurzaam geproduceerde biomassa; het Nederlandse bedrijfsle-
maken zijn duurzaamheid en de winst die we behalen met ven is toonaangevend. Onze landbouw is nog steeds leidend in de
CO-reductie in combinatie met de toegevoegde waarde voor wereld als voedselproducent en als efficiënte producent van
2
onze maatschappij. Het beleid richt zich op een economie waarin grondstoffen. De teelt en verwerking van suikerbieten bloeit als
hernieuwbare energie en grondstoffen de voorkeur krijgen boven nooit tevoren en ook de overige landbouw heeft er veel baat bij
fossiele grondstoffen. dat ze nu meer grondstoffen voor niet-voedseltoepassingen
kunnen leveren.
Biobased en circulaire (chemie) hotspot
Draaide de Nederlandse economie in 2012 nog voor 95% op Hierdoor heeft de landbouw nog meer kunnen investeren in een
fossiele grondstoffen3, dankzij de inzet van hernieuwbare energie duurzame landbouw en voedselvoorziening. De houtverwerkende
en grondstoffen is dat in 2030 tot 70% teruggebracht. De industrie heeft een sterke ontwikkeling doorgemaakt met
Europese doelen voor hernieuwbare energie en uitstoot van CO hergebruik en lang behoud van materialen in de keten. Het
2
zijn in 2030 gehaald, mede dankzij de bijdrage van bio-energie en produceren van biomassa heeft het beheer van natuur en
de klimaatwinst van bioproducten. landschap een sterkere financiële basis gegeven. Richting 2030 zijn
ook algen en wieren steeds meer in zwang gekomen als waarde-
Met name de chemische industrie slaagt goed in de geleidelijke volle biomassagrondstof. Een zeer groot deel van de gebruikte
overgang van fossiel naar biobased. Inmiddels is 20% van de biomassa wordt aantoonbaar op duurzame wijze geproduceerd,
chemische productie in Nederland gebaseerd op hernieuwbare waardoor de maatschappelijke acceptatie voor biomassa
grondstoffen. Hierdoor zijn nieuwe investeringen op gang toegenomen is.
gekomen en vervult Nederland een belangrijke rol als biobased en
circulaire (chemie) hotspot in Europa en de rest van de wereld. Om dit streefbeeld in 2030 daadwerkelijk mogelijk te maken,
wordt Nederland geconfronteerd met diverse grote uitdagingen.
Effectief gebruik van reststromen Hierna volgen de belangrijkste.
In 2030 is de inzet van biomassa voor chemicaliën en materialen
relatief sterker gegroeid dan de inzet voor energie en brandstof-
1.4. De uitdagingen voor beleid
fen. Nederland maakt effectief gebruik van reststromen die door
re- en upcycling zo lang mogelijk van waarde blijven; de inzet van
biomassa hoog in de waardeketen heeft namelijk een betere De Visie Biomassa 2030 heeft 2016 als vertrekpunt genomen.
business case. Biomassa wordt in een biobased economie zo Een situatie die gekenmerkt wordt door de volgende punten:
hoogwaardig mogelijk ingezet, waarbij alle componenten van • Een toenemende urgentie van klimaatopgaven en duurzaamheid
biomassastromen zo goed mogelijk worden gebruikt (ook wel en een daarmee samenhangende noodzaak voor een overgang
cascadering genoemd). Door cascadering van biomassa worden naar hernieuwbare bronnen en een circulaire economie;
voedselgewassen geraffineerd, voor voeding en veevoer ingezet • Lage wereldmarktprijzen voor fossiele bronnen als aardolie en
én gebruikt voor de productie van chemie en materialen. Energie daarmee samenhangend een achterblijvende vraag naar
uit biomassa komt aan het einde van de rit en is de laatste fase hernieuwbare alternatieven;
van cascadering. • Het ontstaan van nieuwe toepassingsmogelijkheden voor
biomassa in de chemie, onder andere biobased bouwstenen voor
de productie van een breed palet aan chemicaliën en polymeren;
3 Ministerie EZ 2014: Voortgangsrapportage – Energie uit hernieuwbare
bronnen in Nederland 2011-2012
8 Biomassa 2030 Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030
• Zorgen over schaarste, verdringing of ongewenste concurrentie
tussen de verschillende toepassingen van biomassa, met name
zorgen bij de papier-, houtverwerkende en chemische industrie
over subsidie op bio-energie;
• Aandacht voor duurzaamheid in de verschillende fasen van de
keten zoals productie, bewerking, consumptie, afval en
hergebruik;
• Duurzaamheid van biomassa heeft ook betrekking op de sociale
en maatschappelijke effecten in ontwikkelingslanden m.b.t.
landrechten, mensenrechten, migratie en de groeiende vraag
naar water.
1.5. Leeswijzer
Hoofdstuk 2 brengt op basis van bestaand onderzoeksmateriaal in
beeld wat de te verwachten ontwikkeling is van aanbod en vraag
naar (duurzame) biomassa. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de
kansen voor Nederland in beeld gebracht. In hoofdstuk 4 worden
ten slotte op basis van de analyse ‘no regret’ opties geformuleerd
voor het beleid naar 2030.
Biomassa 2030 Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030 9
10 Biomassa 2030 Strategische visie voor de inzet van biomassa op weg naar 2030