AMC jaarverslag 2013.pdf 2.060 Kb

125 Pages·2014·1.96 MB·Dutch

MAATSCHAPPELIJK JAARVERSLAG 2013

van het ACADEMISCH ZIEKENHUIS en
de FACULTEIT der GENEESKUNDE van
de UNIVERSITEIT van AMSTERDAM

.
INHOUDSOPGAVE

MAATSCHAPPELIJK JAARVERSLAG 2013 2
Voorwoord 4
1 Uitgangspunten voor de verslaggeving 6
2 Profiel van de organisatie 7
2.1 Algemene gegevens en structuur ............................................................................................................. 7
2.2 Kernactiviteiten ........................................................................................................................................ 9
2.2.1 Patiëntenzorg............................................................................................................................................ 9
2.2.2 Wetenschappelijk onderwijs en opleidingen ............................................................................................ 9
2.2.3 Wetenschappelijk onderzoek ................................................................................................................. 10
2.3 Prestaties kernactiviteiten ...................................................................................................................... 10
2.4 Belanghebbenden en hun relatie tot het AMC ....................................................................................... 12
3 Governance 16
3.1 Bestuur.................................................................................................................................................... 16
3.1.1 Taken en verantwoordelijkheden ........................................................................................................... 16
3.1.2 Bedrijfsstrategie ...................................................................................................................................... 18
3.1.3 Normen en transparantie ....................................................................................................................... 18
3.1.4 Raad van Bestuur .................................................................................................................................... 19
3.1.5 Raad van Toezicht ................................................................................................................................... 21
3.1.6 Medezeggenschap .................................................................................................................................. 24
3.1.7 Maatschappelijk verantwoord ondernemen .......................................................................................... 26
3.2 Bedrijfsvoering ........................................................................................................................................ 28
3.2.1 Inrichting van interne bedrijfsvoering en beheersing............................................................................. 28
3.2.2 Risicobeheersing- en controlesysteem ................................................................................................... 29
4 Visie, beleid en prestaties 30
4.1 Inleiding .................................................................................................................................................. 30
4.2 Visie en meerjarenbeleid ........................................................................................................................ 30
4.3 Algemeen beleid ..................................................................................................................................... 31
4.3.1 Beleid inzake onderwijs en opleidingen ................................................................................................. 33
4.3.2 Beleid inzake onderzoek ......................................................................................................................... 39
4.4 Algemeen kwaliteitsbeleid...................................................................................................................... 44
4.5 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten ............................................................................................ 45
4.6 Beleid ten aanzien van medewerkers ..................................................................................................... 47
4.7 Financieel beleid ..................................................................................................................................... 49
5 Legitimering academische component 52
5.1 Inleiding .................................................................................................................................................. 52
5.2 Topreferente zorg ................................................................................................................................... 53
5.3 Innovatie en ontwikkeling ...................................................................................................................... 57
6 Financieel jaarverslag 2013 (separaat document)

3
VOORWOORD
De ideeënvorming over de alliantie tussen AMC en VUmc liep als een rode draad door 2013. In de laatste
maanden werd hard gewerkt aan een zogeheten ‘business case’: een model van de samenwerking op
termijn in zijn definitieve vorm. Hiertoe werden een viertal scenario’s geformuleerd waarbij
de synergie tussen het AMC en VUmc werd gekwantificeerd. Kwaliteitswinst voor patiëntenzorg, onderzoek
en onderwijs is het leidend principe, maar doelmatigheid en financiële consequenties worden uiteraard
meegenomen. De uitkomst van dit proces wordt medio 2014 verwacht.
Als juridische basis voor de alliantie tekenden de raden van bestuur in december 2013 een voorgenomen
besluit op weg naar een bestuurlijke fusie met een gezamenlijke Raad van Bestuur en Raad van Toezicht.
Dit juridisch traject heeft vertraging opgelopen omdat de Autoriteit Consument & Markt (ACM) – van wie
toestemming nodig is – pas kan instemmen als VU en VUmc twee aparte rechtspersonen vormen. Dat is nu
nog niet het geval.
De samenwerking wordt op inhoudelijke gebieden voortgezet. Op het gebied van het onderwijs besloten de
Raden van Bestuur van AMC en VUmc tot het ontwikkelen van een uniform derde masterjaar.

Misschien het meest in het oog springend op het gebied van samenwerking is EVA, het elektronisch
patiëntendossier (EPD) VUmc -AMC. Dit gezamenlijk elektronisch patiëntendossier van AMC en VUmc begint
gestalte te krijgen. In het najaar viel de beslissing in het aanbestedingstraject en werd gekozen voor Epic als
leverancier van het nieuwe EPD. Voor AMC en VUmc leidt de gezamenlijke invoering tot een betere
informatievoorziening die nodig is om de ingezette samenwerking op medisch en wetenschappelijk gebied te
kunnen uitbouwen. Met het oog op een degelijke invoering wordt veel energie gestoken in het betrekken van
de medewerkers van beide instellingen bij het nieuwe dossier. Door middel van demonstraties, trainingen en
site visits zullen AMC’ers worden voorbereid. Bij de zogeheten validatiesessies kunnen de eindgebruikers hun
kritische blik laten gaan over het nieuwe systeem en veranderingen voorstellen. Naar verwachting zal Epic in de
zomer van 2015 worden geïmplementeerd in het AMC, een paar maanden later volgt het VUmc. Ook voor
patiënten wordt het dan mogelijk om een deel van hun medisch dossier in te zien.

De patiëntenzorg van het AMC kenmerkt zich door een toenemende verschuiving naar hoogcomplexe
laagvolumebehandelingen. Deze trend wordt toegejuicht door de zorgverzekeraars. Om capaciteit te creëren
voor deze tertiaire zorg en tegelijkertijd patiënten snel te helpen die behoefte hebben aan electieve basiszorg,
is het AMC samenwerkingsverbanden aangegaan met verschillende ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra
(ZBC’s). Meest in het oog springend is de alliantie met het Flevoziekenhuis. In het bijzonder op het gebied van de
heelkunde is er al een jarenlange samenwerking. Aan het einde van het jaar werd de voorbereiding van een
nieuwe samenwerkingsovereenkomst met het Flevoziekenhuis afgerond. Veel voorkomende, relatief eenvoudige
behandelingen en operaties zullen daarbij nog vaker plaatsvinden in het Flevoziekenhuis, waardoor het AMC
zich nog beter kan richten op de ingewikkelde zorg.
Het streven om de electieve basiszorg optimaal te organiseren en indien mogelijk, elders onder te brengen,
vormt ook de achtergrond voor de samenwerking tussen het AMC en private zorgaanbieders zoals Alant Vrouw
Amsterdam B.V., een ZBC van het AMC en de Bergman Klinieken, die zich richt op goedaardige gynaecologie.
Vanaf december 2012 is het Oogziekenhuis Amsterdam operationeel, een ZBC van het Oogziekenhuis
Zonnestraal en het AMC.

Wat betreft de financiën mag 2013 met recht een paradoxaal jaar genoemd worden. Het AMC sluit het jaar af
met een enkelvoudig resultaat van € 29,5 miljoen. Dit resultaat is voornamelijk het gevolg van de overgangs-
regeling met betrekking tot de prestatiebekostiging, het zogeheten transitiebudget. Deze overgangsregeling
werd in 2013 beëindigd.

Het operationeel resultaat - ook in 2013 - blijft echter een punt van zorg. Om inkomsten en uitgaven structureel
in balans te krijgen, is enkele jaren geleden het SLIM-programma gestart. Dit AMC-brede programma heeft tot
doel om € 65,0 miljoen aan kostenbesparing te realiseren in de periode 2012–2015. De betere inrichting van de
zorg levert zowel financiële als kwalitatieve verbetering op. Voor de periode tot en met 2013 was ten doel
gesteld om € 45,0 miljoen aan structurele besparing te realiseren. Die beoogde doelmatigheidsverbetering is
met behulp van het SLIM-programma voor een deel gerealiseerd.

Voorwoord 4
Hoewel bemoedigend, liggen de resultaten onder de doelstellingen en duurt het ten minste tot in 2015 voor
de beoogde doelstelling van € 65,0 miljoen wordt gehaald.
In het komende jaar zal daarom een extra inspanning gevraagd worden. Daarbij wordt de implementatie van
de AMC-brede concepten voortgezet en zullen divisies en diensten gevraagd worden om verder te besparen.

Aan het eind van het verslagjaar werd bekendgemaakt dat mevrouw drs. G.J.M. van den Maagdenberg ging
toetreden tot de Raad van Bestuur van het AMC. De belangrijkste aandachtsgebieden van de CFO zijn financiën
en bedrijfsvoering, waaronder bouw, huisvesting en ICT. Met haar aantreden krijgt de Raad van Bestuur van het
AMC weer een vaste samenstelling. In het verslagjaar werd de functie van CFO op ad interim basis ingevuld.

In april 2013 overleed de heer drs. A. Baan. Tot zijn plotselinge overlijden was hij een zeer actief en betrokken
lid van de Raad van Toezicht AMC. Zijn heengaan wordt als een groot verlies gevoeld.

Prof.dr. M. Levi
Voorzitter Raad van Bestuur
Voorwoord 5
1 UITGANGSPUNTEN VOOR DE VERSLAGGEVING
Het AMC hecht er aan om verantwoording af te leggen aan zijn stakeholders en andere belanghebbenden en
volgens de Richtlijnen voor de Jaarrekening (Titel 9 BW2 en RJ) is dit ook vereist. In dit document legt het AMC
aan de samenleving rekenschap af over het gevoerde beleid.
Wij hopen dat de lezer hiermee een indruk krijgt van de activiteiten van het AMC en daarmee de mogelijkheid
heeft om deze te vergelijken met die van andere instellingen - op nationaal en internationaal niveau. Waar
mogelijk hebben we de gegevens van 2013 afgezet tegenover die van 2012 om ze met het vorige jaar te kunnen
vergelijken.
Het jaardocument bestaat naast een beschrijving van de kernactiviteiten van het AMC in dit maatschappelijk
verslag, ook uit de financiële verslaglegging in de vorm van een jaarrekening. Wij publiceren deze documenten
gescheiden. Beide documenten en het zogenaamde digitaal maatschappelijk verslag (DigiMV) zijn integraal
gedeponeerd en op te vragen bij www.jaarverslagenzorg.nl.
Inhoudelijke informatie over verschillende zorgprocessen en aandoeningen zoals die via de zogenaamde
kwaliteitsindicatoren Zichtbare Zorg en basisset ziekenhuizen IGZ tot uiting komt, is vanaf 1 juni beschikbaar via
het openbare databestand dat in beheer is bij CvZ respectievelijk de databank www.ziekenhuizentransparant.nl
De jaarrekening is conform wettelijke voorschriften gecontroleerd door de externe accountant. Deze toetsing
heeft tevens plaatsgevonden op de onderwerpen governance en financiën in het maatschappelijk verslag.
Voor de overige gegevens geldt geen wettelijke controleplicht.

Uitgangspunten voor de verslaggeving 6
2 PROFIEL VAN DE ORGANISATIE
2.1 ALGEMENE GEGEVENS EN STRUCTUUR
Algemene identificatiegegevens

Naam Academisch Medisch Centrum
Adres Meibergdreef 9
Postcode 1105 AZ
Plaats Amsterdam
Postadres Postbus 22660
1100 DD Amsterdam
Telefoon 020 5669111
KvK nummer 34362777
E-mail [email protected]
Internetpagina www.amc.nl

Structuur van het concern
Stichting Stichting
Jumelage VUmc- Klinische
AMC Research BV
Stichting
AMC UvA Participaties
AMC
AMC Amsterdam
AMCAS BV PrFeasctautlitea teieevrset e ARMeCse Marecdhi cBaVl onAtMwiCkk teelrirnegin B- V BAVM C(v /Vhe BnDtuDreAs) PTrhoetoranpeine Alant Vrouw BV VZA Groep BV AOmosgtzeiredkaemnh BuVis
lijnszorg BV Centrum BV
ACS BBioVmarker TheraApIeMuMtic s BV Amdix BV Arthrogen BV SoTFlueotcrieohnnnssici caB lV HeDpe-Avrict eMse BdVical InredaB DViabetic Microzyme BV MirNext BV SigmasBcVreening HPorlidminagg eBnV RegenBeVsance SanEcon BV

Het AMC is het Academisch Ziekenhuis bij de Universiteit van Amsterdam en vervult, naast zijn werkzaamheden
op het gebied van patiëntenzorg, wettelijke taken op het gebied van onderwijs en onderzoek. Ook vervult het
de taken van de medische faculteit zoals met de Universiteit van Amsterdam contractueel is overeengekomen.
Het AMC heeft een publiekrechtelijke rechtspositie op grond van de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek.
Naast bovengenoemde deelnemingen zijn AMC Foundation en Stichting Emma nauw verbonden aan het AMC.
Binnen de structuur van AMC worden de volgende rechtspersonen onderscheiden:

Stichting Klinische Research
Stichting Klinische Research heeft ten doel de klinische research binnen het AMC te bevorderen, onder andere
door verkregen inkomsten uit octrooien aan het AMC over te maken ten behoeve van nieuwe onderzoeks-
projecten in het AMC. In 2013 is het besluit genomen deze stichting te ontbinden. In 2014 krijgt dit zijn beslag.

Stichting Participaties
Stichting Participaties beoogt een algemeen nut beogende instelling te zijn en heeft ten doel het houden van
participaties die de bedrijfsvoering van het AMC ten dienst te staan:

AMCAS B.V.
AMCAS voert onderzoek uit op het gebied van het testen van geneesmiddelen en/of vaccins voor infectieziekten
en/of immunologische ziekten.
Profiel van de organisatie 7
AMC facultatieve prestatie eerste-lijnszorg B.V.
Op 20 december 2013 heeft het AMC de besloten vennootschap AMC facultatieve prestatie eerste lijnszorg B.V.
opgericht. De onderneming houdt zich voornamelijk bezig met het ontwikkelen van innovatieve zorgprestaties
leidend tot facultatieve prestaties.

AMC Medical Research B.V. (AMR)
AMR ondersteunt financiers, projectleiders en medewerkers bij het transparant en doelmatig uitvoeren van
door derden gefinancierd medisch wetenschappelijk onderzoek binnen het AMC. AMC is voornemens de door
de UvA gehouden aandelen over te nemen. Deze transactie zal zijn beslag krijgen in 2014.

AMC Terreinontwikkeling B.V.
AMCT ontwikkelt activiteiten die voortvloeien uit de verdere ontwikkeling van het AMC-terrein. Hiertoe behoren
onder meer opdrachten tot bebouwing en de uitgifte van terreinen. De kernactiviteiten inclusief het door de BV
gehouden onroerend goed zullen in 2014 worden overgedragen aan het AMC.

AMC Ventures B.V. (v/h BDDA)
AMC Ventures B.V. (v/h BDDA) faciliteert toponderzoekers in het AMC in hun pogingen om op basis van hun
wetenschappelijke vindingen vennootschappen op te richten op het gebied van Research&Development of
daaruit voortvloeiende productie. In 2013 treedt de BDDA naar buiten toe onder haar nieuwe handelsnaam
AMC Ventures B.V.

Amsterdam Protonen Therapie Centrum B.V. (APTC)
Op 20 augustus 2013 heeft het AMC samen met Stichting VU-VUmc en Stichting Het Nederlands Kankerinstituut
Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis de besloten vennootschap Amsterdam Protonen Therapie Centrum
opgericht. De oprichters van APTC hebben voor gelijke delen (33⅓%) een belang in de onderneming. APTC heeft
als doel het exploiteren van een protonen-therapiecentrum.

Alant Vrouw Amsterdam B.V. (AVA)
AVA heeft tot doel de exploitatie van een centrum voor vrouwengeneeskunde, waarin in het bijzonder de zorg
voor vrouwen met bekkenbodemklachten en afwijkende cervixcytologie wordt vormgegeven.

Verenigd Ziekenvervoer Amsterdam (VZA Groep B.V.)
De VZA richt zich hoofdzakelijk op ambulancezorg en het AWBZ-vervoer. De VZA is in 2012 met de ambulance-
dienst van de GGD gefuseerd tot de nieuwe organisatie Ambulance Amsterdam.

Oogziekenhuis Zonnestraal – AMC Amsterdam B.V. (OZAA)
Op 21 augustus 2013 heeft het AMC een belang van 49% genomen in OZAA. Het AMC heeft volgens genoemde
datum de aandelen overgenomen van Oogziekenhuis Zonnestraal Holding B.V. OZAA houdt zich overwegend
bezig met de exploitatie van (dag)klinieken en behandelcentra voornamelijk op het gebied van de oogheelkunde.

St. Jumulage
Op 9 november 2012 is de Stichting St. Jumelage opgericht door Stichting VU-VUmc en het AMC, beide hebben
voor gelijke delen belang in de Stichting. De Stichting heeft ten doel een bijdrage te leveren aan het verbeteren
van de kwaliteit en efficiëntie van de zorgverlening op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en te zorgen voor
transparantie ter zake van de rechtmatige besteding van overheidsbijdragen.

Psychiatrie Vof AMC/Arkin is een vennootschap onder firma van Arkin en het AMC. De vennootschap is
verantwoordelijk voor klinische en ambulante geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen in de regio rond
het AMC, voor een aantal topreferente zorgprogramma’s en voor het academisch onderwijs, onderzoek en de
opleiding tot psychiater. AMC en Arkin zijn op zoek naar een andere samenwerkingsvorm.
Vooruitlopend op besluitvorming hierover is de samenwerking via de vennootschap onder firma per 1 januari
2011 opgezegd; sinds die datum bevindt de vennootschap onder firma zich ontbinding.
Per 1 januari 2013 is de vennootschap onder firma in juridische zin ontbonden.

Profiel van de organisatie 8
2.2 KERNACTIVITEITEN
Het AMC omvat het Academisch Ziekenhuis en de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam
De kernactiviteiten van het AMC liggen op het gebied van patiëntenzorg, (medisch) wetenschappelijk onderwijs
en (medische) opleidingen evenals wetenschappelijk onderzoek. Kennis is hierbij de bindende factor: het gaat bij
de kernactiviteiten om kennisontwikkeling, kennisoverdracht en kennistoepassing. In dit hoofdstuk volgt een
samenvatting van wat er in dit jaarverslag aan de orde komt ten aanzien van deze kernactiviteiten.

2.2.1 PATIËNTENZORG

Het AMC kent drie categorieën patiëntenzorg, te weten basiszorg, topklinische zorg en topreferente zorg en
bestrijkt daarmee heel Nederland als zijn verzorgingsgebied. Vooral aan de bewoners in de directe omgeving
van het AMC wordt basiszorg geboden. Aan de bewoners van de provincie Noord (-Oost) Holland, Flevoland en
een deel van de provincie Utrecht biedt het AMC topklinische zorg. Het gaat dan om hooggespecialiseerde zorg
die, met het oog op de benodigde infrastructuur en hoge kosten die ermee gepaard gaan, aan een beperkt
aantal ziekenhuizen is toegewezen. Tot de topklinische functies van het AMC behoren openhartoperaties, IVF,
nierdialyse en orgaantransplantaties. Een aanzienlijk deel van de zorg is echter topreferente zorg. Voor deze zorg
worden patiënten doorverwezen door huisartsen en specialisten vanuit heel Nederland en zelfs daarbuiten.
Tot de topreferente zorg in het AMC (ook wel onze speerpunten genoemd) behoren hart en vaatziekten
(inclusief cardio-neurovasculaire interventies), immunologische aandoeningen en infectieziekten, gastro-
intestinale stoornissen, stofwisselingsziekten, neuro-psychiatrische ziekten, integrale kindergeneeskunde,
oncologie in het bijzonder op gastro-intestinaal, gynaecologisch, hematologisch en kinderoncologisch gebied en
fertiliteits- stoornissen. Deze categorie patiëntenzorg gaat bovendien gepaard met bijzondere diagnostiek en/of
behandeling. Het gevarieerde patiëntenaanbod dat dit met zich meebrengt is van groot belang voor de kwaliteit
van het onderwijs aan studenten Geneeskunde.
Het AMC geeft prioriteit aan groei van de topklinische en topreferente zorg. De omvang hiervan blijft toenemen
en eist een steeds groter deel van de beschikbare capaciteit op. Tegelijkertijd is het essentieel om ook
laagcomplexe zorg (basiszorg) op het gewenste kwaliteitsniveau te houden. Daarom is ervoor gekozen deze zorg
anders te organiseren dan wel elders onder te brengen. Zo werken diverse specialismen samen met andere
ziekenhuizen. Hierdoor creëert het AMC capaciteit voor de behandeling van complexere aandoeningen.

2.2.2 WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN OPLEIDINGEN

Voor de inrichting, organisatie, coördinatie en evaluatie van het onderwijs dat de AMC-UvA/HvA opleidingen
verzorgen, kent het AMC vijf onderwijsinstituten:
• onderwijsinstituut Geneeskunde: Bachelor- en masteropleiding Geneeskunde, alsook de ongedeelde
opleiding Geneeskunde;
• onderwijsinstituut Medische informatiekunde: Bacheloropleiding Medische Informatiekunde en de
masteropleiding Medical Informatics;
• AMC Graduate School: Opleidingsgedeelte van de AMC promotietrajecten;
• onderwijsinstituut Medisch Specialistische Opleidingen: vanuit het AMC het aanspreekpunt voor de
Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) met betrekking tot
alle specialistenopleidingen die het AMC aanbiedt. Dit onderwijsinstituut heeft een voortrekkersrol in
het scholen van opleiders in het AMC en de geaffilieerde ziekenhuizen;
• Amsterdam School of Health Professions: Biedt binnen een samenwerkingsverband tussen de HvA en het
AMC-UvA de HBO-bacheloropleidingen Verpleegkunde, Fysiotherapie, Oefentherapie Mensendieck en
Ergotherapie en de postinitiële masteropleidingen Verloskunde, Evidence Based Practice en Occupational
Therapy aan.

Met de faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (NWI) van de UvA werkt het AMC nauw
samen op het terrein van het biomedisch onderwijs. Ook draagt het AMC intensief bij aan het 'pre-med'
trackonderwijs van het Amsterdam University College (AUC), een Liberal Arts and Sciences College, waarin
UvA en VU samenwerken (zie 4.3.1).
Profiel van de organisatie 9
2.2.3 WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
Het onderzoek in het AMC concentreert zich op basale, translationele en klinische research binnen de
speerpunten cardiovasculaire aandoeningen, infectieziekten en immunologie, maag-, darm- en leverziekten,
metabole aandoeningen, neurologische en psychiatrische aandoeningen, oncologie, kindergeneeskunde,
fertiliteit en public health en epidemiologie.
Het College van Bestuur van de UvA selecteert zwaartepunten in onderzoek en verwacht dat de faculteiten
in hun zwaartepunten investeren. Het CvB kent aan de beste zwaartepunten additionele financiering toe.
Het AMC participeert in de volgende, extra gefinancierde UvA Zwaartepunten in onderzoek:
• Global Health: Hierin participeert het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD),
opgericht in 2009, op de locatie AMC. Het gaat om een samenwerkingsverband tussen het AMC,
de AIGHD, de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de UvA, de faculteiten Maatschappij en Gedrags-
wetenschappen van de UvA en de VU, de PharmAccess Foundation en het Health Insurance Fund.
Het AMC is coördinator van dit zwaartepunt;
• het Spinozacentrum voor Neuro-imaging: Opgericht in het kader van het zwaartepunt Cognitie, een
samenwerkingsproject van het AMC met het Netherlands Institute for Neuroscience, de faculteit
Maatschappij
en Gedragswetenschappen en de faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. Ook de VU
en het LUMC participeren in dit centrum;
• Systems Biology: Hierbinnen participeert het AMC in onderzoek op het gebied van de systeembiologie
in samenwerking met de faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica;
• Medical Integromics Unit: Dit is een samenwerkingsverband binnen het AMC van de zwaartepunten
Cardiovascular Diseases, Metabolic Diseases en Infection and Immunity, waarvan in 2013 bekend
geworden is dat deze
in 2014 zal aanvangen.

Zie ook onderzoekprofiel van de UvA op http://www.uva.nl/onderzoek/onderzoek-aan-de-uva/zwaartepunten.

2.3 PRESTATIES KERNACTIVITEITEN
In deze paragraaf wordt op basis van de output geïllustreerd hoe er in 2013 is gepresteerd op de activiteiten.

Patiëntenzorg
Patiënten kwamen iets minder vaak naar de poli (-6%), o.a. door hogere eigen bijdrage, maar ook door de zelf
geïnitieerde vermindering basiszorg (bijvoorbeeld Oogheelkunde). Voor verwijzers blijft het AMC onmisbaar
als het gaat om (dag)klinische patiënten, de klinische drukte blijft in 2013 op peil.

Poliklinische drukte Klinische drukte
400.000 63.000
62.000
375.000
61.000
350.000 60.000
j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n d

Profiel van de organisatie 10