Table Of ContentRapport van de Belgische Brexit
High Level Group
onder voorzitterschap van Graaf Paul Buysse
“Towards a Belgian Economic Brexit Strategy”
Position of the Belgian Employers’ Federations
Januari 2017
1
2
Voorwoord van Graaf Paul Buysse
Toen Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Kris Peeters mij, enkele weken voor het
Brits referendum op 23 juni 2016, vroeg een Brexit High Level Group (HLG) voor te zitten, die
zo goed als mogelijk de Belgische economische wereld zou vertegenwoordigen om ons voor te
bereiden op mogelijke onderhandelingen die uit een “Leave”-vote zouden volgen, heb ik niet
getwijfeld. Het betreft voor Europa en haar burgers ongetwijfeld één van de grootste uitdagin-
gen van de 21ste eeuw. Ook mijn persoonlijke verbondenheid met het Verenigd Koninkrijk (VK)
en de uitdagingen die deze onfortuinlijke beslissing aan de Belgische bedrijven zou stellen ge-
zien onze nauwe economische banden, zijn niet vreemd aan mijn beslissing.
De groep kwam een eerste maal samen vóór het referendum teneinde zich te beraden over de
situatie in het VK. Onmiddellijk na het bekend worden van het negatieve resultaat kwam de
groep opnieuw samen om haar werkzaamheden en een planning ervan op te starten.
De HLG kwam tussen 23 juni 2016 en 1 februari 2017 vijf keer samen waarbij zij, op basis van
rapporten van de Nationale Bank, de Brexit-Task Force van de FOD Economie en diverse be-
trokken sectoren, met name FEVIA, FEDUSTRIA en FEBELFIN de evolutie alsook de uitdagin-
gen analyseerde. De HLG verkreeg ook schriftelijke informatie en standpunten van de bedrijfs-
sectoren AGORIA, ASSURALIA, AWDC, BCZ, Boerenbond, ESSENSCIA, FEBEG, FEBETRA,
IAB, PHARMA, UPA, VBT, de diverse havens en sommige betrokken ondernemingen zoals
Fluxys. Nog tijdens de zomer verspreidden de leden van de groep via hun informatiekanalen
de door de Brexit-Task Force van de FOD Economie uitgewerkte antwoorden op een reeks vra-
gen (FAQ) die ondernemingen zich stelden.
Op haar vergadering van 9 december 2016 besliste de HLG dat het aangewezen was om een
rapport aan de Belgische regering op te stellen tegen haar volgende bijeenkomst op 30 januari
2017. Er mag immers verwacht worden dat het VK uiterlijk eind maart art 50 van het EU-
verdrag zal inroepen waarop het onderhandelingsproces tussen de EU-27 zal opstarten. De
Belgische federale en deelstaatregeringen hebben hun voorbereidingen hiervoor reeds opge-
start. Een aantal beargumenteerde verzoeken en/of overwegingen van een relevante vertegen-
woordiging van het Belgisch bedrijfsleven en operatoren over de opties en de gevolgen van de
Brexit op korte, middellange en lange termijn kunnen de regeringen daarbij ongetwijfeld be-
hulpzaam zijn.
Dit rapport kwam tot stand dank zij de inbreng van de verschillende economische stakeholders
die zetelen in de High Level Group en de vele federaties die gehoord werden of hun bijdragen
schriftelijk hebben ingebracht. Ik wens ook uitdrukkelijk de Nationale Bank van België, het
Planbureau en de diensten van de FOD Economie te danken voor hun analytische bijdrage aan
dit rapport. De HLG beperkt zich bij haar overwegingen tot de economische aspecten van de
3
Brexit die uiteraard een veel bredere maatschappelijke uitdaging vormen voor de Europese
Unie.
Het is dan ook met genoegen dat ik dit rapport aan Premier Michel, Vice-Eerste Minister Pee-
ters en Staatssecretaris De Crem heb overgemaakt na een finale bespreking op 30 januari 2017.
Graaf Paul Buysse
4
Lijst van de leden van de groep
De heer Paul Buysse, voorzitter
De heer Joachim Coens, MBZ – gedelegeerd bestuurder
De heer Herman Daems, Fortis Bank - voorzitter RVB
De heer Jan De Brabanter, BECI - secretaris-generaal
De heer Pascal Lizin, Essenscia Wallonie – voorzitter
De heer Hans Maertens, Voka – gedelegeerd bestuurder
De heer Vincent Reuter, Union Wallonne des Entreprises (UWE) – gedelegeerd bestuurder
Mevrouw Michèle Sioen, VBO – voorzitter
De heer Pieter Timmermans, VBO - Gedelegeerd bestuurder
De heer Karel Van Eetvelt, UNIZO - Gedelegeerd bestuurder
De heer Karl Verlinden, UNIZO - voorzitter
De heer Olivier Willocx, Brussels Enterprises Commerce and Industry – gedelegeerd bestuur-
der,
_________________
Mevrouw Pascale Delcomminette, AWEX – gedelegeerd bestuurder
Mevrouw Claire Tillekaerts, FIT – gedelegeerd bestuurder
Mevrouw Bénédicte Wilders, Brussels Invest & Export – gedelegeerd bestuurder
_________________
De heer Kris Peeters Vice-eersteminister en Minister van Werk, Economie, Consumenten, belast
met Buitenlandse Handel
De heer Pieter De Crem staatssecretaris Buitenlandse Handel
De heer Jan Smets, Nationale Bank - gouverneur
De heer Eddy Peeters, Kabinetschef van de Vice-eersteminister en Minister van Werk, Econo-
mie, Consumenten, belast met Buitenlandse Handel
De heer Henk Mahieu, Directeur Cel Internationale Betrekkingen en Economisch Beleid, kabi-
net Peeters
5
Inhoudsopgave
1. IMPACT VAN DE BREXIT OP DE BELGISCHE ECONOMIE ................................................ 9
1.1. Economische gevolgen ......................................................................................................... 9
1.1.1. Gevolgen op korte en langere termijn ............................................................................... 9
A. Gevolgen op korte termijn ..................................................................................................10
B. Gevolgen op middellange termijn .....................................................................................17
1.1.2. Lange termijneffecten van de Brexit ................................................................................ 18
A. Mogelijke extra impuls voor nationalisme/protectionisme bij andere Lidstaten .......18
B. Tarifaire handelsbelemmeringen (douane-unie) .............................................................18
C. Niet-tarifaire handelsbelemmeringen (gemeenschappelijke markt) ............................21
D. Buitenlandse investeringen ................................................................................................21
E. Personen ................................................................................................................................22
1.2. Sectorale aandachtspunten bij de economische relaties tussen België en het VK ..... 25
1.2.1. Overzicht van de voornaamste bestaande economische relaties tussen BE & VK .... 25
A. Sectoren die in hoge mate bijdragen aan onze export naar het VK ..............................25
B. Handel in diensten ...............................................................................................................27
C. Belang van de eindvraag van het VK voor de Belgische toegevoegde waarde ..........29
D. Sectoren die omwille van het belang van het VK als afzetgebied het grootste risico
lopen ……………………………………………………………………………………………….30
E. Comparatieve voordelen .....................................................................................................33
F. Bijzondere activiteiten .........................................................................................................34
1.2.2. Brexitgevoeligheid van de Belgische sectoren ................................................................ 39
A. Goederenuitvoer van Belgische bedrijven naar het VK .................................................39
B. Goedereninvoer van Belgische bedrijven uit het VK ......................................................40
1.2.3. Doorvoerhandel .................................................................................................................. 41
1.2.4. Mogelijkheden benutten .................................................................................................... 42
2. STANDPUNT VAN DE FEDERATIES ...................................................................................... 51
2.1. VBO ....................................................................................................................................... 51
2.2. ESSENSCIA - Chemie en life-sciences sector .................................................................. 56
2.3. FEBETRA – Transportsector ............................................................................................. 60
2.4. Zeehavens ............................................................................................................................ 63
2.5. FEDUSTRIA......................................................................................................................... 80
2.6. FEVIA ................................................................................................................................... 86
2.7. Brouwerijsector ................................................................................................................... 91
2.8. Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie ............................................................. 92
2.9. AGORIA ............................................................................................................................... 94
2.10. PHARMA.BE ....................................................................................................................... 97
2.11. BOERENBOND ................................................................................................................... 99
2.12. VBT ..................................................................................................................................... 117
2.13. FEBEG ................................................................................................................................ 121
2.14. UPA .................................................................................................................................... 123
2.15. IAB ...................................................................................................................................... 127
2.16. ASSURALIA ...................................................................................................................... 128
6
2.17. FEBELFIN .......................................................................................................................... 129
3. AANBEVELINGEN ................................................................................................................... 141
7
8
1. IMPACT VAN DE BREXIT OP DE BELGISCHE
ECONOMIE
1.1. Economische gevolgen
De economische impact van de Brexit leidt terecht tot waakzaamheid. Voor de Europese Unie, en
voor de open Belgische economie in het bijzonder, is het Verenigd Koninkrijk één van de voor-
naamste economische partners. Voor heel wat sectoren en ondernemingen is het VK immers een
erg belangrijke afzetmarkt. Natuurlijk is de EU anderzijds ook een belangrijke afnemer van Britse
producten en diensten, maar veel meer dan andere Lidstaten, drijft het VK ook handel buiten de
Europese sfeer.
In dit eerste deel van het verslag behandelen we enkele transmissiekanalen waarlangs de Brexit op
korte en op langere termijn de Belgische economie kan beïnvloeden. Naast de buitenlandse handel
(die verder uitgebreid aan bod komt), besteden we aandacht aan het ondernemers- en het consu-
mentenvertrouwen, de wisselkoers, de diverse scenario’s waar binnen de toekomstige economische
relaties tussen het VK en de EU zich kunnen ontrollen.
1.1.1. Gevolgen op korte en langere termijn
In hoofdzaak kan de Brexit twee soorten van economische effecten teweegbrengen die gevolgen
zullen hebben op de Britse economie en op haar partners, waaronder België.
Enerzijds zorgt de Brexit voor een toename van de onzekerheid. Direct na de aankondiging van een
volksraadpleging had die onzekerheid eerst betrekking op de resultaten van het referendum. Een-
maal deze bekend waren, m.n. vanaf 24 juni 2016, hadden de speculaties betrekking op de onder-
handelingskalender en op de aard van de toekomstige relaties tussen het Verenigd Koninkrijk en
zijn Europese partners. De onzekerheid zal in de komende maanden en jaren blijven heersen en zal
qua intensiteit variëren naargelang het stadium waarin de onderhandelingen zich bevinden.
Het intenser worden van de onzekerheid van de toekomstige economische omgeving maakt de be-
slissingsname op vlak van consumptie, werkgelegenheid en investeringen ingewikkelder. Dit kan
leiden tot een afwachtende en voorzichtige houding vanwege de huishoudens en de bedrijven. Ook
de financiële markten kunnen lijden onder de veranderende houding van de investeerders.
Anderzijds zal de afscheiding van het Verenigd Koninkrijk, eenmaal deze effectief zal zijn, leiden
tot een min of meer grondige reorganisatie van de aard en de intensiteit van de relaties met de an-
dere Europese economieën. Deze relaties werden sinds verschillende decennia opgebouwd op de
douane-unie, de gemeenschappelijke markt, het vrij verkeer van personen en kapitaal. Deze ver-
schillende grondslagen zullen op min of meer uitgesproken wijze aangetast worden door de op-
komst van nieuwe belemmeringen. In deze context zullen de bedrijven gedwongen worden om
hun organisatie- en financieringswijze, die zich steeds ruimer over de nationale grenzen heen via de
9
globale waardeketens hadden ontwikkeld, te heroverwegen. In fine, zouden deze nieuwe belem-
meringen een negatief effect moeten hebben op het groeipotentieel.
A. Gevolgen op korte termijn
Tot hiertoe lijken de economische effecten met betrekking tot de Brexit relatief onuitgesproken. Af-
gezien van de tijdelijke bewegingen rond het referendum is het vertrouwen van de Britse onder-
nemers positief gebleven. Het BBP bleef een krachtig traject volgen, met een stijging van 0,6 % (tri-
mesteriele stijging) tijdens het derde trimester van 2016. Afgezien van de vluchtige bewegingen di-
rect na het referendum of tijdens belangrijke politieke aankondigingen, hebben de beurskoersen en
de rentevoeten op lange termijn in ruime mate de algemeen geobserveerde tendensen gevolgd, ook
na de Amerikaanse verkiezingen.
Grafiek 1. Conjunctuurindicatoren voor de verwerkende nijverheid
Maandelijkse gegevens
Indicatoren ESI en ISM
Referendum
Bron: Thomson Reuters Datastream, ISM, Ecfin
10
Description:IAB, PHARMA, UPA, VBT, de diverse havens en sommige betrokken ondernemingen zoals. Fluxys. Planbureau en de diensten van de FOD Economie te danken voor hun analytische bijdrage aan gaan, centraal staan, dan zal de Europese Unie waarschijnlijk voordelige akkoorden trachten te slui-.