Table Of ContentThe Project Gutenberg EBook of Encomium Artis Medicae, by Desiderius Erasmus
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: Encomium Artis Medicae
De Lof Der Geneeskunde
Author: Desiderius Erasmus
Translator: L. Hillesum
Release Date: August 3, 2006 [EBook #18976]
Language: Dutch
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK ENCOMIUM ARTIS MEDICAE ***
Produced by Louise Hope, Frank van Drogen, the Netherlands
Team and the Online Distributed Proofreading Team at
http://www.pgdp.net
Een aantal typografische fouten is gecorrigeerd.
Ze zijn met popups aangegeven. Van de
Griekse woorden in de Voetnoten is de
transliteratie op dezelfde wijze aangegeven:
τοῦτο.
A few typographical errors have been corrected.
They have been marked with popups. Greek
words in the Footnotes are similarly
transliterated: τοῦτο.
IMAGO·ERASMI·ROTERODAMI
AB·ALBERTO·DVRERO·AD
VIVAM·EFFIGIEM·DELINIATA
ΤΗΝ·ΚΡΕΙΤΤΩ·ΤΑ·ΣΥΓΓΡΑΜΜΑΤΑ·ΔΕΙΞΕΙ
MDXXVI
[AD]
ENCOMIUM ARTIS MEDICÆ
DESIDERIO ERASMO ROTERODAMO AUTORE.
DE LOF DER GENEESKUNDE
VAN
D E S I D E R I U S E R A S M U S .
Erasmus Roterodamus
D. Henrico Afinio Lyrano
insigni
Medico
S. D.
Erasmus van Rotterdam
aan Dr. Henricus Afinius
van Lier,1
den
voortreffelijken
medicus.
Nuper dum bibliothecam Toen ik onlangs mijne bibliotheek nazag, zeer
recenseo, doctissime Afini, geleerde A , kwam mij eene redevoering in
FINIUS
venit in manus oratio quaedam handen, die lang geleden door mij, toen ik
olim mihi nihil non experienti, mijne krachten nog aan allerlei beproefde,
in laudem artis medicae vervaardigd was over „den lof der
declamata; continuo visum est geneeskunde“. Terstond besloot ik de niet zeer
orationem non optimam optimo goede redevoering aan den zeer goeden
dicare medico, ut vel tui medicus op te dragen, opdat zij, door Uwen
nominis lenocinio studiosorum naam versierd, in de gelederen der studenten
centuriis commendetur. haren weg moge vinden.
Erit hoc interim mei in te animi Aanvaard intusschen dit blijk, hoe gering ook,
qualecunque documentum, dum van mijne genegenheid jegens U, totdat U een
dabitur aliud nostra ander, onze vriendschap meer waardig, zal
necessitudine dignius. gegeven worden.
Bene vale. Het ga U wel.
Lovanii tertio Idus Martias L , den 13den Maart, 1518.
EUVEN
Anno MDXVIII.
DECLAMATIO ERASMI REDEVOERING VAN ERASMUS
ROTERODAMI IN LAUDEM VAN ROTTERDAM OVER DEN
ARTIS MEDICÆ. LOF DER GENEESKUNDE.
Attentio.
uo oe vaker de lof
saepius der geneeskunde
est ars van deze plaats in
doorwrochte en
zorgvuldig
bewerkte
medicinae,
redevoeringen ten aanhoore
meditatis et
van de meesten Uwer
elaboratis orationibus, hoc
verkondigd is, en wel door mannen
ex loco, apud plerosque
met buitengewone welsprekendheid
vestrum praedicata, idque a
begaafd, des te meer, hoogaanzienlijke
viris singulari facundia
toehoorders, vrees ik, dat ik noch door
praeditis, auditores
mijne voordracht aan een zoo
celeberrimi, hoc mihi sane
gewichtig onderwerp recht zal weten
minus est fiduciae, me vel
te doen, noch aan Uwe verwachting
tantae rei, vel aurium
van hetgeen Gij te hooren zult krijgen
vestrarum expectationi
zal kunnen beantwoorden. Want aan den
satisfacturum. Neque enim rem
eenen kant zal ons gebrekkig
prope divinam nostra facile
redenaarstalent niet licht de hoogte van dit
assequetur infantia, neque
bijna goddelijke onderwerp bereiken, aan
vulgaris oratio de re toties audita
den anderen kant zal een alledaagsche
taedium possit effugere.
redevoering over iets, dat reeds zoo
dikwijls gehoord is, niet kunnen nalaten bij
het auditorium verveling op te wekken.
Propositio. Desniettegenstaande zal ook ik, om een
Verumtamen ne salutari maiorum heilzame gewoonte onzer voorouders niet
instituto videar deesse, qui te verzaken, die van oordeel waren, dat
solenni encomio juventutis door een jaarlijks uit te spreken lofrede de
animos ad huius praeclarae gemoederen der jeugd tot de studie van en
scientiae studium, admirationem, bewondering en liefde voor deze
amorem, excitandos, wetenschap opgewekt, aangevuurd en
accendendos, inflammandosque ontvlamd moesten worden, indien Gij
censuerunt, experiar et ipse pro mijne voordracht met Uwe aandacht en
censuerunt, experiar et ipse pro mijne voordracht met Uwe aandacht en
mea virili (siquidem me dicentem welwillendheid wilt steunen, indien Gij
adjutabit vestra tum attentio, tum hem, wien Uw gezag deze eervolle taak
humanitas, favore candido heeft opgedragen, met oprechte toewijding
prosequens, quem ad hoc wilt volgen, zal ook ik naar mijne zwakke
muneris vestra adegit autoritas) krachten beproeven,
medicae facultatis dignitatem, de waardigheid, den invloed, het nut en de
autoritatem, usum, necessitatem, noodwendigheid der medische wetenschap,
non dicam explicare, quod wel niet in alle onderdeelen voor U te
prorsus infiniti fuerit negotii, sed ontwikkelen, wat een oneindig werk zou
summatim modo perstringere, ac zijn, maar, slechts de hoofdzaken
veluti confertissimas aanrakende, in het kort te behandelen, en,
locupletissimae cujuspiam evenals de dicht opeengehoopte schatten
reginae opes, per transennam (ut van een zeer rijke koningin, slechts
aiunt) studiosorum exhibere vluchtigjes, als het ware achter traliën, aan
conspectibus. de blikken der studenten te vertoonen.
Laudandi ratio per comparationem. Haar grootste lof bestaat nu in de eerste
Cuius quidem ea vel praecipua plaats daarin, dat zij in het geheel geen
laus est, primum quod nullis lofspraken noodig heeft, daar zij zich zelve
omnino praeconiis indiget, ipsa meer dan voldoende den menschen door
abunde per se vel utilitate, vel haar nut en onmisbaarheid aanbeveelt.
necessitate commendata Vervolgens, dat zij, hoewel reeds zoovele
mortalibus. Deinde quod toties malen door zoo voortreffelijke geesten
iam a tam praeclaris ingeniis geprezen, toch ook aan minder vruchtbare
praedicata, semper tamen novam vernuften steeds weer nieuwe stof tot
laudum suarum materiam, prijzen biedt, zoodat men bij het zingen
ingeniis etiam parum foecundis van haar lof volstrekt niet zijn toevlucht
ex sese suppeditat, ut nihil behoeft te nemen tot het gewone hatelijke
necesse sit, eam vulgato more middel, door dit namelijk op die wijze te
invidiosis illis contentionibus, doen, dat men de overige wetenschappen in
non sine caeterarum een minder gunstig daglicht plaatst.
disciplinarum contumelia
depraedicare.
Quin illud magis metuendum, ne Veeleer is dit te vreezen, dat de mensch
domesticas illius dotes, ne geen woorden genoeg zal kunnen vinden,
germanam ac nativam om de haar eigene gaven, hare natuurlijke
amplitudinem, ne majestatem en aangeboren grootheid, hare
amplitudinem, ne majestatem en aangeboren grootheid, hare
humana conditione maiorem, verhevenheid, die het menschelijke ver
mortalis oratio non assequatur. achter zich laat, voldoende weer te geven.
Tantum abest, ut vel aliena Zooverre is het ervan verwijderd, dat zij òf
contumelia, vel asciticiis door vernedering van andere
Rhetorum fucis, aut wetenschappen, òf door gekunstelde
amplificationum praestigiis sit rhetorische opsmukking of valsche
attollenda. overdrijving moet opgevijzeld worden.
γνώμη. Slechts gestalten van middelmatige
Mediocrium est formarum, schoonheid kunnen alleen door
deformiorum comparatione, aut vergelijking met leelijke of door den
cultus lenociniis commendari; res opschik harer kleeding indruk op ons
per se vereque praeclaras, satis maken; dingen, die door zich zelve en in
est vel nudas oculis ostendisse. waarheid uitblinken, mag men ook bloot
aan aller blikken prijsgeven.
Dignitas et autoritas medicinae. In de eerste plaats dan (om ter zake te
Inventio artis.
komen) waren wel ook de andere
Iam primum enim (ut ad rem
wetenschappen, daar alle de eene of andere
festinemus) reliquae artes
geriefelijkheid aan ons leven bezorgden,
quoniam nulla non magnam
oudtijds in hooge eere. Maar de uitvinding
aliquam vitae commoditatem
der geneeskunde werd in den ouden tijd
attulit, summo quidem in pretio
door het menschdom zóó bewonderd, hare
fuere. Verum medicinae
toepassing als een zóó groote weldaad
quondam tam admirabilis fuit
ondervonden, dat hare uitvinders òf geheel
humano generi inventio, tam
en al voor goden werden gehouden, zooals
dulcis experientia, ut eius
Apollo en diens zoon Aesculapius en zelfs,
autores, aut plane pro diis habiti
sint, velut Apollo, et huius filius
Aesculapius,
imo (quod ait Plinius) singula naar Plinius zegt, sommigen ten gevolge
quosdam inventa deorum numero van één enkele uitvinding onder de goden
addiderunt, aut certe divinis werden geplaatst, òf ten minste goddelijke
honoribus digni sint existimati, vereering zijn waardig gekeurd, zooals bij
velut Asclepiades, quem Illyrici voorbeeld Asclepiades, dien de Illyriers als
numinis instar receptum Herculi een god opnamen en op dezelfde wijze als
in honoribus aequarunt. Hercules vereerden.
Torquet exemplum in suum commodum. Nu keur ik natuurlijk niet goed, wat de