Table Of Content251
Algemeen
Bob de Graaff, Op Weg naar Armageddon. De evolutie van het fanatisme 252
Volker Grieb en Sabine Todt ed., Piraterie von der Antike bis zur Gegenwart 253
Joachim Radkau, Wood. A history 255
Berber Bevernage, History, memory, and state-sponsored violence. Time and justice 256
Craig Harline, Conversions. Two family stories from the Reformation and modern America 258
Oudheid
Martin Beckmann, The column of Marcus Aurelius. The genesis and meaning of a Roman imperial monument 260
Brian Campbell, Rivers and the power of ancient Rome. Studies in the history of Greece and Rome 261
Middeleeuwen
Giselle de Nie en Thomas F.X. Noble ed., Envisioning experience in Late Antiquity and the Middle Ages.
Dynamic patterns in texts and images 263
De middeleeuwse kloostergeschiedenis van de Nederlanden, 3 dln.: I. Paulina de Nijs en Hans Kroeze ed.,
Kloosterleven in Nederland; II. Martijn Hillenga en Hans Kroeze ed., Dagelijks leven; III. Martijn Hillenga
en Hans Kroeze ed., Kloosters in Groningen 264
Nieuwe Tijd
Veerle de Laet, Brussel binnenskamers. Kunst- en luxebezit in het spanningsveld tussen hof en stad, 1600-1735 267
Piet Emmer en Jos Gommans, Rijk aan de rand van de wereld. De geschiedenis van Nederland overzee, 1600-1800 268
Feike Dietz, Literaire levensaders. Internationale uitwisselingen van woord, beeld en religie in de Republiek 269
Joke Spaans, De Levens der Maechden. Het verhaal van een religieuze vrouwengemeenschap in de eerste helft van
de zeventiende eeuw 271
David Onnekink and Gijs Rommelse ed., Ideology and foreign policy in Early Modern Europe (1650-1750) 272
Tsila Rädecker, Schuld en boete in joods Amsterdam. Kerktucht bij de Hoogduitse joodse gemeente, 1737-1764 274
Peter Altena, Gerrit Paape (1752-1803). Levens en werken 275
Nigel Worden ed., Cape Town between East and West. Social identities in a Dutch colonial town 277
Nieuwste Tijd
Mircea Ogrin, Ernst Bernheim (1850-1942). Historiker und Wissenschaftspolitiker im Kaiserreich und in
der Weimarer Republik 279
Marga Altena, A true history full of romance. Mixed marriages and ethnic identity in Dutch art, new media,
and popular culture (1883-1955) 280
Coos Huijsen, Nederland en het verhaal van Oranje. Het gewicht van het niet-weegbare 282
Jan Guichelaar, George B. Huitema, Hylke de Jong ed., Zekerheden in waarnemingen. Natuurwetenschappelijke
ontwikkelingen in Nederland rond 1900 283
Jan de Bruijn, De sabel van Colijn. Biografische opstellen over religie en politiek in Nederland 284
Louis Vos, Idealisme en engagement. De roeping van de katholieke studerende jeugd in Vlaanderen (1920-1990) 286
Bart van der Boom, ‘Wij weten niets van hun lot.’ Gewone Nederlanders en de Holocaust 287
Jan Tomasz Gross, Golden harvest. Events at the periphery of the Holocaust 288
Sönne Neitzel en Harald Welzer, Soldaten. Over vechten, doden en sterven 290
Hugo van de Voorde, Mensen of Barbaren? Een eigenzinnig perspectief op de wereldpolitiek na 1945 291
Tracey Carson, Tomorrow it could be you. Strikes and boycotts in South Africa, 1978-1982 293
Jouke Turpijn, 80’s dilemma. Nederland in de jaren tachtig 294
252 Boekbesprekingen
De historicus Bob de Graaff schreef deze om- 620). Dit is overigens ook de stelling van geleerden als
vangrijke en vlot geschreven studie in zijn Aziz al Azmeh.
hoedanigheid als hoogleraar inlichtingen- en Hiernaast speelt een andere vraag een rol: welk
veiligheidsstudies aan zowel de Universiteit van Utrecht gevaar levert het verschijnsel op? Het antwoord op die
als de Nederlandse defensieacademie in Breda. Het boek vraag luidt dat het fanatisme een cultuurverschijnsel lijkt
vormt de neerslag van een onderzoeksopdracht van het te zijn, dat in de huidige geglobaliseerde samenleving
Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiebureau pandemische vormen heeft aangenomen. Apocalyptische
(WODC) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid uit narratieven flitsen over de wereld en komen ook on-
2009. derling in conflict (p. 497). De auteur noemt dit be-
Met Op Weg naar Armaggedon heeft De Graaff angstigend, maar ziet geen remedie. Wel adviseert hij
beoogd een ‘voor een actuele beleidsbepaling’ relevante overheden gematigd te reageren (p. 621). Deze algemene
studie te schrijven (p. 10). Deze beleidsgerichtheid ver- uitkomst is opmerkelijk, omdat zoals uit het boven-
klaart wellicht ook waarom hij ‘het gedachtegoed van het staande al bleek, van een uitputtende bespreking van het
fanatisme’ op hoofdlijnen verschijnsel fanatisme geen
weergeeft en zich erop richt Algemeen sprake is. Om te beginnen
‘de ontwikkeling daarin blijft het jodendom vrijwel
kernachtig maar fair neer te geheel achterwege. Dit
zetten voor zover het West- Op weg naar lijkt me niet alleen proble-
Europa betreft en daar- matisch wat betreft latere
naast aandacht te besteden Armageddon? ontwikkelingen, inclusief
aan ontwikkelingen in de hedendaagse islamitische
Verenigde Staten en het apocalyptiek, maar ook
Midden-Oosten’ (p. 13, zie Bob de Graaff, Op Weg naar Armageddon. De wat betreft de oorsprong
ook p. 620). evolutie van het fanatisme (Boom; Amsterdam van het verschijnsel. De
De studie richt zich op 2012) 755 p., ill., €29,90 ISBN 9789461054630 Graaff legt de oorsprong
een ideeëngeschiedenis van de apocalyptiek bij het
van het millenarisme, dat Bijbelboek Openbaring van
gelijkgesteld wordt aan fanatisme, en waarvan vervolgens Johannes, terwijl het verschijnsel duidelijk teruggaat op
gezegd wordt dat het verbonden is met apocalyptische joodse tradities uit de eeuwen daarvoor en daarna blijft
teksten. De Graaff positioneert zijn studie uitdrukkelijk voortleven. Ook apocalyptische bewegingen buiten de
als het werk van een generalistisch denkende historicus, westerse wereld (inclusief bewegingen die als reactie op
niet dat van een theologisch, filosofisch of psycholo- die aanwezigheid van westerse kolonisatoren ontstonden)
gisch geschoolde specialist (p. 11). Het gaat de auteur blijven buiten beschouwing. Maar daar blijft het niet bij.
om gedachten en verhalen die geweld legitimeerden. Op Ook de keuzes die de auteur binnen de islamitische en
hoofdlijnen, zo stelt De Graaff, ontwaren we tot het einde westerse wereld maakt zijn soms opvallend en lijken me
van de achttiende eeuw in religie de enige achtergrond aanvechtbaar.
van het fanatisme (p. 16). Daarna vindt een omslag plaats Zeer sterk vind ik daarentegen de delen II en III, over
naar politiek gemotiveerd fanatisme, om in de huidige de rol van de Verlichting in het westerse apocalyptische
tijd weer plaats te maken voor religieus geïnspireerd fa- denken en de behandeling van het ‘ideologisch fana-
natisme. Daarbij doet zich naar de mening van De Graaff tisme’. Maar aan de rol van de middeleeuwse en (vroeg)
de vraag voor in hoeverre islamitisch fanatisme alleen moderne gewelddadige apocalyptiek in de islamitische
voortborduurt op premodern islamitisch apocalyptisch wereld wordt nauwelijks aandacht besteed. Zeer in-
gedachtegoed (zoals islamoloog Bernard Lewis stelde vloedrijke apocalyptische bewegingen zoals die van
omdat hij – ten onrechte – meende dat de Verlichting ge- de Almohaden rond Mahdi (messias) Ibn Tumart in
heel aan de islamitische wereld voorbij zou zijn gegaan), Marokko en de negentiende-eeuwse Mahdibewegingen
of ook geïnspireerd is door de geseculariseerde, heden- in Afrika blijven daardoor buiten beschouwing, terwijl
daagse, westerse vormen daarvan. Het antwoord op die De Graaff wel een aantal hedendaagse islamistische
vraag luidt dat dit hedendaags islamitisch fanatisme denkers bespreekt waarvan hij zelf constateert dat het
inderdaad de erfgenaam lijkt te zijn van de seculiere, apocalyptische verhaal slechts een marginale rol speelde
maar tegelijkertijd door religieus denken beïnvloede in hun ideeënwereld. Dit geldt voor Hassan al-Banna,
moderne ideologieën zoals het nationaal-socialisme (p. de stichter van de Moslimbroederschap, voor Sayyid
Algemeen 253
Qutb, de Indiase activist Mawdudi en voor Osama bin Nieuwe Aarde. Messianistische en eschatologische bewe-
Laden (zie bijvoorbeeld p. 553). In het algemeen geldt dat gingen en voorstellingen bij primitieve volken (Groningen
de gedeelten over de islam nogal wat onnauwkeurighe- 1978) een betere weg. Volgens hem kan messianisme ge-
den bevatten. Zo meent de Graaff bijvoorbeeld dat de zien worden als een religieuze reactie op acculturatiepro-
islamitische apocalyptische narratieven de vernietiging cessen. Sierksma en anderen hebben tevens aangetoond
van Jeruzalem voorspellen, terwijl Jeruzalem als plaats dat messianisme en apocalyptische narratieven niet nu
waar de eschatologische strijd zich af zal spelen juist (ook pas op mondiale schaal met elkaar verweven raken, maar
vanwege de aanwezigheid aldaar van een der belang- dat dit proces zich reeds in de koloniale periode voltrok.
rijkste islamitische heilige plaatsen, de haram al-sharif) Hieruit volgt mijns inziens dat de ‘homo apocalypticus’
beschermd zal worden (p. 473, vergelijk echter p. 499). niet bestaat: hij is het product van bepaalde omstan-
Een algemeen bezwaar tegen het besproken werk is digheden, waarin religie en levensbeschouwing een rol
het gebrek aan helderheid omtrent cruciale begrippen, spelen naast tal van andere factoren.
zoals millenarisme en apocalyptiek (zie hiervoor bij- Dicht bij huis toont de indrukwekkende casus van de
voorbeeld Jan Willem van Henten en Osger Mellink ed., doodslagen die zich in 1915 voordeden op de Katwijkse
Visoenen aangaande het einde. Apocalyptische geschriften logger KW 151 (de zogenaamde ‘gekkenlogger’) dit
door de eeuwen heen (Zoetermeer 1998)). Bovendien ook aan. Op microniveau is hier door interdisciplinair
blijft een cultuur- of religiewetenschappelijk perspectief onderzoek te achterhalen hoe vredige, vrome vissers zich
op de sociale contexten van de bestudeerde narratieven in korte tijd ontpopten tot de gewelddadige instrumen-
achterwege. De auteur suggereert wel dat het ‘fanatisme ten van hun ‘messias’ en mede-opvarenden op zee op
een constant globaal cultureel verschijnsel is’ (p. 620). brute wijze ombrachten (zie over deze zaak bijvoorbeeld
Toch stelt de constatering dat gewelddadige apocalyp- J. Verrips: ‘Slachtoffers van het geloof. Drie gevallen van
tiek een constante culturele factor is, waarop we altijd doodslag in Calvinistische kring’, Sociologisch Tijdschrift
verdacht zullen moeten blijven, in wetenschappelijke zin 3 (1987) 357-406).
niet tevreden.
De Nederlandse godsdienstwetenschapper Fokke Gerard Wiegers
Sierksma wees mijns inziens in Een Nieuwe hemel en een Universiteit van Amsterdam
Van weinig proble- Algemeen meer beziggehouden met
men kan worden de geschiedenis van de
gezegd dat ze niet trans-Atlantische handel.
alleen een eeuwenlange Oorlog, handel en Beiden zijn verbonden
geschiedenis hebben, maar aan de Helmut-Schmidt-
tegenwoordig nog even piraterij: een eeuwenoude Universität/Universität der
onoplosbaar blijken als ten Bundeswehr in Hamburg.
en uiterst actuele drie-
tijde van de Grieken. Voor Daar werd in 2009 een
piraterij gaat dit zeker op. eenheid congres georganiseerd,
Dat de samenstellers dit waarvan deze bundel de
onderschrijven, blijkt uit neerslag vormt. De auteurs
de opzet van de bundel Volker Grieb en Sabine Todt ed., Piraterie von van de artikelen zijn niet
Piraterie von der Antike bis der Antike bis zur Gegenwart (Franz Steiner alleen historici en arche-
zur Gegenwart. De eerste Verlag; Stuttgart 2012) 313 p., ill., krt., tbl., ologen, maar ook juristen
helft van het boek beslaat de €63,20 ISBN 9783515101387 en economen en zelfs een
geschiedenis van piraterij journalist, een marineoffi-
vanaf de vroege Oudheid cier, een filosoof en een the-
tot en met de achttiende eeuw en de tweede helft handelt oloog. Het motto van de bundel is een bekende uitspraak
over met name moderne Somalische piraterij. in Goethes Faust: ‘Krieg, Handel und Piraterie, Dreieinig
Samensteller Volker Grieb is gespecialiseerd in sind sie, nicht zu trennen.’
de geschiedenis van de zeevaart en zeeoorlogen in de Het eerste deel is chronologisch geordend en bevat
Klassieke Oudheid en Sabine Todt heeft zich onder naast een inleiding door de samenstellers zeven artikelen.
254 Boekbesprekingen
Met name de Klassieke Oudheid en de Middeleeuwen Europees Recht in Hamburg) schrijft een artikel dat
worden rijk bedeeld, terwijl de laatste twee artikelen over een maritiem historica enigszins boven de pet gaat. Dan
de zeventiende en achttiende eeuw gaan. De negentiende leest het korte artikel van de journalist Max Johns over
en twintigste eeuw komen in de bundel niet aan de orde. moderne piraterij uit het oogpunt van de handelsscheep-
Burkhard Meiβner - hoogleraar Oude Geschiedenis in vaart en rederijen vlotter, hoewel het in stijl en aanpak
Hamburg – schrijft over de koppeling tussen piraterij wat afwijkt van de andere artikelen in de bundel.
en handel in de Griekse Oudheid. Beide sectoren waren Viceadmiraal Lutz Feldt geeft een inkijkje vanuit de
risicovol en de deelnemers wisselden geregeld van rol, marinehoek. Veel van de eerder genoemde juridische
hoewel piraten opportunistischer waren dan de doelge- zaken komen in dit artikel terug, maar dan gekoppeld
richte handelaren. Pas later werden piraten steeds meer aan de praktijk van de piraterijbestrijding. Feldt beweert
gelijkgesteld aan vijanden. In een Engelstalig artikel dat Jemen weleens het nieuwe Somalië zou kunnen wor-
beschrijft de in kaapvaart en piraterij gespecialiseerde den, aangezien daar gelijksoortige ontwikkelingen aan
Philip de Souza hoe de Romeinen de grondslag legden de gang zijn. Ook spreekt hij zich uit tegen de inzet van
voor het moderne principe van het geweldsmonopolie particuliere beveiligers, die op korte termijn weliswaar
van de staat. een oplossing bieden, maar op langere termijn voor een
Dit deel bevat verder grondige artikelen over de escalatie van geweld kunnen zorgen. Hij concludeert:
Vikingen (door Detlef Elmers) en piraterij in de tijd van ‘Wir stellen Teilerfolge fest im Einsatz zum Schutz der
de Hanze (door Stephan Selzer). Ook Selzer - hoogle- Besatzungen und der Schiffe, aber wir sind immer noch
raar Middeleeuwse Geschiedenis in Hamburg – gaat in weit davon entfernt, die Piraterie zu bekämpfen.’ Een
zijn artikel in op het geweldsmonopolie. Hij stelt dat de eveneens verrassend gezichtspunt levert de econoom
staatsvorming pas na de Middeleeuwen het geweldsmo- Stefan Bayer. Hij ziet militair ingrijpen als een politieke
nopolie hiërarchisch en dus verticaal maakte, maar dat zaak, waarvan vooral de reders beter worden, maar dat
er in de tijd van de Hanze wel degelijk regels waren die het evenwicht in de wereldeconomie grondig verstoort.
het geweld kanaliseerden. Die regels echter ‘kanalisierten Enigszins misplaatst is aan het einde van dit deel het
Gewald horizontal’. De artikelen over Barbarijers (door artikel over piraterij in literatuur, film en opera door
Robert Bohn) en de Piratenronde (door Michael Kempe) Johannes Marbach. Weliswaar geeft zijn opsomming en
zijn vooral beschrijvend van aard en niet zo vernieu- korte beschrijving van allerlei boeken, films en opera’s
wend. Ze lezen echter prettig en zijn goed geannoteerd. over piraten veel herkenning, maar het artikel trekt geen
Het tweede deel van het boek is verrassender dan het grote lijnen en voegt weinig toe aan de bestaande kennis.
eerste deel. Op unieke wijze wordt de Somalische pira- Grieb sluit af met een slotbeschouwing waarin hij de
terij van alle kanten belicht. Het begint al met de door artikelen ‘aan elkaar praat’. De samenstellers doen dui-
de ethicus Volker Stümke gestelde vraag of geweld tegen delijk hun best om het verband tussen de losse artikelen
piraten ethisch gelegitimeerd is. Hij komt tot de conclusie aan te tonen en voor een dergelijke bundel is dat goed
dat er sterke gronden zijn om in Somalië militair in te gelukt. De artikelen zijn voornamelijk geschreven door
grijpen, maar plaatst ook kanttekeningen. Zo ziet hij het vooraanstaande wetenschappers en dat garandeert een
gevaar dat militair ingrijpen vooral gericht is op westerse goede aansluiting bij de huidige stand van zaken van het
belangen en niet op het welzijn van Somalië. Belachew piraterijonderzoek. Dat maakt de bundel voor historici
Gebrewold bespreekt uitvoerig de situatie op het vaste- interessant, maar het is vooral een absolute must voor
land van Somalië. Hij maakt op boeiende wijze duidelijk nationale en internationale politici die zich met moderne
dat de oorzaken van de problemen op diverse niveaus piraterij bezighouden.
liggen: regionaal, nationaal en wereldwijd.
Vervolgens wordt piraterij volkenrechtelijk beke- Joke E. Korteweg
ken. Andreas van Arnauld (hoogleraar Volkenrecht en Historicus te Papendrecht
Algemeen 255
In 1987 verscheen van de hand van Joachim Balticum, onder andere naar Engeland, was daarvan een
Radkau en Ingrid Schäfer, Holz, ein Naturstoff in uitvloeisel.
der Technikgeschichte. Beide auteurs waren aan de Het vlotten van hout in Midden-Europa in de
Universiteit Bielefeld betrokken bij het onderzoeksproject vijftiende eeuw was een gevolg van de grote vraag naar
‘Technologische Auswirkungen der Holzverknappung brandhout. Radkau vergelijkt de landschappelijke impact
in der frühen Neuzeit’. Al eerder had Radkau enkele hiervan met de aanleg van spoorwegen. Het begon met
artikelen over dit thema geschreven. Onderwerpen als de constructie van Holzriesen (houtglijbanen) om grote
hout, bos en milieu in hun historische context heeft hij stammen van hellingen te laten glijden. Een ander gevolg
daarna niet meer losgelaten. In 2007 verscheen Holz. Wie was het rechttrekken van beken om een vlotte afvoer
ein Naturstoff Geschichte schreibt. Het hier te bespreken te verzekeren. Naaldhout is relatief licht en laat zich
werk is de Engelse vertaling makkelijker dan loofhout
daarvan. Algemeen over water vervoeren. Dit
Het boek telt vijf gegeven had grote invloed
hoofdstukken. In de mij op de aanplant, en dus het
toegemeten ruimte kan ik Hout als spil van de aanzien van een bos. Ook
hieruit slechts enkele aspec- werden nu hele stukken
samenleving
ten belichten. In het eerste bos in één keer gekapt
hoofdstuk, ‘Paths into the in plaats van vroeger
thicket of history’, worden her en der een enkele
de eigenschappen en toe- Joachim Radkau, Wood. A history (Polity Press; boom. Je moest immers
passingen besproken van de Cambridge 2012) 399 p., ill., €22,46 grote hoeveelheden tegelijk
vele soorten hout waar we ISBN 9780745646886 vervoeren, dan werd het
in het verleden gebruik van rendabeler. De aard van
hebben gemaakt. Ook het de houthandel veranderde
heden wordt hierin betrokken. Een bonte verzameling radicaal: ‘water transport turned wood early into a com-
aan voorbeelden geeft enerzijds de vele toepassingen van modity on a grand scale’ (p. 114).
hout aan, anderzijds toont zij dat de auteur naar volledig- Hoofdstuk 3 is gewijd aan de periode waarin
heid heeft gestreefd. Je kunt ook zeggen dat hier de calei- het gebruik van hout op zijn hoogtepunt was. Na de
doscopische aard van het boek tot uiting komt. Af en toe Middeleeuwen werd sterker de nadruk op eigendoms-
krijgen we de indruk dat het onderwerp met de schrijver rechten gelegd. Als rechtvaardiging hiervoor werd aan-
op de loop is gegaan en dat hij als een soort propagandist gevoerd dat vorsten op de lange termijn zouden denken,
van zijn product optreedt. het volk alleen aan morgen. In 1773 werden boeren zelfs
In het tweede hoofdstuk behandelt Radkau de de bloedzuigers van het bos genoemd. Boeren hadden er
Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd. In juridische belang bij om bomen niet te groot te laten groeien, want
zin gold het bos als geschenk van God en de natuur dan zouden ze voor bijvoorbeeld scheepsbouw worden
aan de mensen. Met andere woorden: iedereen had het geclaimd en konden ze niet meer als brandhout gelden.
recht het te gebruiken, vooral als brandhout. Tijdens De bioloog Buffon, die belangen in de ijzerindustrie had,
de Middeleeuwse ontginningen werd niet rigoureus te waarschuwde in 1739 voor het ontstaan van een tekort
werk gegaan, maar werden al beschermende maatrege- aan hout (p. 137). Deze waarschuwing sloot aan bij de
len genomen. De auteur relativeert de intenties van de wens van regeringen om de houttoevoer voor de ijzerin-
vorstelijke bescherming – die hadden met jacht te maken, dustrie veilig te stellen. Radkau stelt dan ook: ‘iron gave
maar werden met de retoriek van houttekorten gemo- a lasting impetus to the wood economy’ in de achttiende
tiveerd. De vraag rijst of de jacht nu schadelijk of juist en het begin van de negentiende eeuw (p. 137). De kop-
beschermend voor het bos was. Radkau beschouwt het in peling van ijzer aan hout loopt als een rode draad door
ieder geval niet als een rationele wijze van conservering. het boek. Hij bestrijdt de gedachte dat de toepassing
Volgens hem was de scheepsbouw ‘the strongest political van kolen en cokes het kapitalisme en de vooruitgang
inducement to conservation’ (p. 72). ‘As soon as a country in Europa hebben gered. In de zestiende, en in mindere
rose to become a maritime power, the supply of timber mate in de achttiende eeuw, stelde het bos beperkingen
became a political issue of the first order’ (p. 137). In dit aan grote houtconsumenten als de ijzerindustrie, maar
gedeelte (p. 72-76) wordt ook geschreven over tekorten dat is iets anders dan crisis. ‘Even in the iron industry,
aan bepaalde categorieën hout. De handel in hout uit het it was quite normal to limit production out of a concern
256 Boekbesprekingen
for the forest’ (p. 161); ook bestond ‘broad consensus that den. Tegenwoordig vragen echter vooral hun ongunstige
economic development had to be adapted to the resour- ecologische effecten de aandacht.
ces available in a particular region’ (p. 163). De vrees voor Zoals ik hiervoor aangaf, zou het boek hebben gewon-
tekort werkte dus regulerend. Sinds de achttiende eeuw nen bij een concentratie op de westerse wereld. Dan zou
gold als uitgangspunt dat je niet meer uit het bos mocht Radkau bijvoorbeeld de ruimte hebben gehad om dieper
halen dan aangroeide. in te gaan op thema’s als klimaat (dat nu anderhalve
De rol van hout in de industriële periode is onder- bladzijde wordt toegemeten, p. 170-171) en ‘sustainabi-
werp van het vierde hoofdstuk. Zijn hoogtij vond in lity’. Daar zou de actualiteitswaarde van zijn studie baat
de Nazitijd plaats: negentig procent van de houtvesters bij hebben gehad. Een ander punt van kritiek betreft de
was lid van de partij. Hout werd gezien als de ‘perfect neiging van de schrijver om ons met informatie te over-
all-rounder’ (p. 245). ‘Global prospects and contrasts’ stelpen. Een gebrek aan structuur leidt tot het behandelen
vormen het laatste, tamelijk korte hoofdstuk. Hierin van dezelfde onderwerpen op uiteenlopende plaatsen,
wordt onder meer de loftrompet over Japan gestoken. zoals bij de besparingstechnieken in diverse takken van
Ook China, India en Nepal komen in dit hoofdstuk industrie. Ook maakt Radkau zonder enige aankondiging
aan de orde. Weliswaar worden in de hieraan gewijde soms onverwachte overgangen. We hebben anderzijds te
paragrafen interessante gezichtspunten besproken, maar maken met een onderzoeker die niet schroomt om zoge-
vergeleken bij de aandacht die in de rest van het boek naamd vaste waarheden in twijfel te trekken of te onder-
aan vooral Europese onderwerpen wordt besteed, komen graven. Vooral ten aanzien van de frequentie waarmee het
deze gebieden er nogal bekaaid van af: nog geen 30 blad- spookbeeld van een tekort aan hout als argument van stal
zijden tegenover ongeveer 280. Van de beoogde world werd gehaald levert deze opstelling regelmatig verrassen-
history komt aldus weinig terecht. In enkele bladzijden de inzichten op (p. 156-171). Radkau laat zien dat hierbij
passeren de vernietiging van tropische wouden en ‘turbo vaak sprake was van retoriek, die voor historici als valkuil
forests’ de revue. Radkau wijst erop dat de traditionele werkt. In de inleiding stelt Radkau de vraag of hout niet
symbiose tussen dorpen en bossen is teloorgegaan en dat een te algemeen begrip is om een historische studie aan te
herstel hiervan doorgaans niet wordt aangemoedigd. Met wijden (p. 6). Met dit boek, rijk aan wetenswaardigheden
‘turbo forests’ bedoelt de auteur vooral de aanplant van en boeiende oordelen, heeft hij getoond dat deze materie
snelgroeiende Eucalyptus-bomen. In de negentiende en meer dan één studie waard is.
het begin van de twintigste eeuw speelden deze in Zuid-
Europa een belangrijke rol in de strijd tegen malaria Henk van Zon
omdat zij het droogleggen van natte gebieden bevorder- Rijksuniversiteit Groningen
An interesting Algemeen coming to term with mass
contribution to the violence. Based on examples
debates in the field ranging from facing the
of transitional justice comes Exploring Temporal consequences of military
from the Routledge series dictatorship in Argentina,
Approaches to history, Dimensions in Transitional Apartheid in South Africa
under the title History, and civil war in Sierra
Justice Processes
memory and state-sponsored Leon, the author framed his
violence, authored by Berber findings within the larger
Bevernage, lecturer and re- Berber Bevernage, History, memory, and debate on (in)compatibility
searcher of the University of state-sponsored violence. Time and justice between legal and historical
Gent History Department. (Routledge; New York 2012) 250 p., €112,05 approaches to criminal past.
The subtitle, Time and ISBN 9780415883405 Drawing ambitiously on the
justice, reveals the true body of philosophical lite-
emphasis of the book, which rature on temporality, the
evolved from a doctoral research on usage of history in author assumes that much of the collision between legal
transitional justice discourses into an inquiry of interplay and historical views on the past comes from fundamen-
of legal and historical concepts of time in the process of tally different understandings of the very status of past.
Algemeen 257
Whereas the legal system attempts to undo or remedy, and them within the discourse of transitional justice would
therefore reverse the consequences of past abuses, the tra- not suffice, and boldly calls for a new chronosophy which
ditional historical approach considers past events irrever- could adequately address the needs of transitional justice.
sible. Through a subtle scrutiny on the nature of memory Cornerstone of this chronosophy is ‘the notion of an ir-
on abuses, the author notices that particular presence of revocable past that cannot be undone but persists in the
such memories in the lives of affected contemporaries – present’ (p. 169-170).
which he labels irrevocable past – defies traditional legal The central argument of this book touches the much
and historical approaches and transgresses the debate on debated topic of the role of historians in the process
(ir)reversibility of the past. Failure to conceptualize this of dealing with the past in an original way. The neces-
problem is in the author’s view in the root of many pitfalls sity to address past wrongs, voiced after the Second
of transitional justice. World War, and particularly in the late 60s and early
In order to come to terms with this phenomenon, the 70s through different expressions (Aufarbeitung der
author proposes rethinking of the concept of time and Geschichte, Vergangenheitsbewaeltigung, facing the
temporality, all too frequently taken for granted both in past, confronting the past et cetera) came to the atten-
legal, paralegal and historical discourses. Building on tion of the community of historians with a certain time
Francois Hartog’s and Reinchard Kosseleck’s research on lag. Paradoxically, even though dealing with the past is
the development of historical understanding of the time, something they do on daily basis, historians were not
he locates the period of this fixation of the end of the 18th among the first to recognize this rising demand, and
and beginning of the 19th century. Aware that transgres- suddenly they found themselves in the midst of unfa-
sing the disciplinary understanding of temporality is by miliar contexts – as members of different commissions,
no means an easy task, particularly for practicing his- participants in unusually heated debates, witnesses on
torians, the author evokes research of Fernand Braudel, trials. Researching on a junction where memory meets
based exactly on different modes of times, as well as on history, historians of the present were therefore forced to
reenactments theory of Robin Collingwood, in order to theorize their position in the midst of fierce debates ra-
point out that the way we conceive the time is by no me- ging about the ways they confront the past. The question
ans fixed. Dwelling widely on the philosophical body of which Bevernage addresses is long overdue – whether
literature dealing with the nature of time, from Friedrich such engagement calls for modifications in methodology,
Nietzsche and Sigmund Freud to Walter Benjamin, Ernst or even a completely new ethics. The author seems to
Bloch and Louis Althusser, he particularly relies on assert that such is the case, and it is my sensation that a
works of Vladimir Jankelevitch and Jacques Derrida in new chronosophy for him is a cornerstone for full-blown
order to argue the necessity of thematising temporality in rethinking of historiographical sensibility, insofar as it
a more sophisticated way. The presence of the past in the relates to transitional justice.
aftermath of state sponsored violence should in his view
be understood as much more than a phrase or a metap-
hor, but rather as a key factor influencing our ability to Vladimir Petrović
deal with it. The author asserts that borrowing temporal NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en
concepts from law and from history, or crisscrossing Genocidestudies
258 Boekbesprekingen
Als ze had geweten wat een verschrikkelijk einde duidelijk werd dat Jacobus onderweg was naar Rome om
Jacobus te wachten stond, dan had ze gewenst toegelaten te worden tot de orde der Jezuïeten. Ondanks
dat hij nooit het daglicht zou hebben gezien, zo herhaaldelijk schrijven zou Jacobus nooit meer enig ant-
schreef Maria aan haar broer, die zich had bekeerd tot woord op zijn brieven krijgen en was het contact met zijn
het katholicisme en later zelfs bij de Jezuïeten zijn intrede familie voorgoed verbroken. Michael daarentegen zou
zou doen (p. 160). Dit is een van de vele intrigerende (en contact met zijn familie blijven houden, hoewel het niet
ontroerende) passages uit het meest recente boek van de veel had gescheeld of het lot van Jacobus zou hem ook
Amerikaanse cultureel historicus en vroegmodernist ten deel zijn gevallen aangezien zijn seksuele geaardheid
Craig Harline, (mede-)auteur van eerdere boeken zoals A (meer nog dan zijn bekering tot het Mormonisme) bijna
Bishop’s Tale en Miracles at the Jesus Oak. In Conversions tot een definitieve breuk met zijn ouders leidde.
onderzoekt Harline de be- Harline verklaart de
tekenis en de gevolgen van Algemeen verschillende uitkom-
het ontstaan van religieuze sten door te wijzen op de
verschillen binnen een fa- verschillen tussen beide fa-
milie aan de hand van twee milies. De familie Rolandus
De paria van de familie?
casestudies: de bekering was een predikantenfamilie
van de zoon (Jacobus) van Over bekeringen, en juist deze familietra-
de gereformeerde predi- ditie maakte het nog veel
religieuze diversiteit en
kant Jacobus Rolandus in moeilijker om de beke-
de zeventiende-eeuwse familierelaties ring van hun zoon – die
Nederlanden en de over- voorbestemd was om ook
gang van Michael Sunbloom predikant te worden – te
(fictieve naam) tot het Craig Harline, Conversions. Two family stories accepteren. Alle familiele-
Mormonisme in Amerika from the Reformation and modern America den hielden sterk vast aan
in de twintigste eeuw. De (Yale University Press; New Haven 2012) 301 p., hun religieuze identiteit,
tweede casus heeft nog een €20,- ISBN 9780300167016 wat de kans op verzoening
extra dimensie door het in veel moeilijker – en zoals
de openbaarheid treden van bleek onmogelijk – maakte.
Michael over zijn homoseksuele geaardheid. De familie Sunbloom was echter in staat om te schakelen
Op basis van deze twee casestudies, zo verschillend tussen verschillende identiteiten en zijn ouders gingen
in tijd en plaats, laat Harline zien dat ondanks de totaal Michael als een ‘geliefde’ beschouwen in plaats van zijn
andere context de emoties die spelen bij de bekering van homoseksualiteit te benadrukken. Met andere woor-
een familielid tot een andere religie sterk overeenko- den, zijn identiteit als familielid prevaleerde voor zowel
men. In beide families leidde de bekering van Jacobus en Michael als zijn ouders boven zijn identiteit als homosek-
Michael tot veel verdriet en woede bij hun familieleden sueel.
evenals bij hun vrienden en voor beide bekeerlingen bete- Conversions is een exponent van het huidige
kende hun overgang de start van een nieuw leven, zowel Reformatieonderzoek waarin veel aandacht geschonken
in religieus als in sociaal opzicht. Ook werden zowel toen wordt aan religieuze verscheidenheid en religieuze iden-
als in de moderne tijd mensen voor overeenkomstige titeiten en waarbij vooral de interactie tussen mensen
keuzes gesteld: betekende een overgang, in religieuze of behorende tot verschillende confessies of geloofsgroepen
in het geval van Michael ook seksuele zin, het einde van centraal staat. Harline benadrukt het feit dat religieuze
de familierelaties of niet? Opvallend is dat in beide geval- diversiteit niet noodzakelijkerwijs tot verstoorde ver-
len de bekeerlingen aansturen op het handhaven van de houdingen tussen familieleden hoefde te leiden: vroeg-
relaties met hun families, de één uiteindelijk met meer modern Europa kende families die, zoals de Sunbloom
succes dan de ander. familie, religieuze of andersoortige verschillen wisten
Ondanks deze overeenkomsten zijn er ook duide- te overbruggen. Eveneens laat Harline zien dat het niet
lijke verschillen te noteren, waarvan de belangrijkste de simpelweg om een keuze tussen tolerantie, het met te-
reactie van de familieleden op de bekering is. Jacobus genzin aanvaarden van verschillen, en intolerantie ging,
onderhield gedurende ongeveer een jaar contact met zijn aangezien voor sommige mensen een relatie met een fa-
zusje Maria door middel van een briefwisseling, maar dit milielid meer om het lijf had en tolerantie niet afdoende
contact werd abrupt door Maria afgekapt toen eenmaal was (p. 245). Het is jammer dat dit punt niet wat verder
Algemeen 259
uitgewerkt wordt: was het bijvoorbeeld gemakkelijker die in het boek aangesneden worden, verraden dat de
voor een gereformeerd gezin om de bekering van een auteur veel kennis heeft van de historiografische debatten
familielid naar een andere protestantse gezindte dan een die zich op de achtergrond afspelen. Zo is er voor ieder
overgang naar het katholicisme te tolereren of accepte- wat wils, al is het voor studenten en academici spijtig
ren? Op pagina 246 somt de auteur een aantal factoren dat een index ontbreekt. Afgezien van dit kleinigheidje
op die van invloed kunnen zijn op de mate van tolerantie is het een bijzonder lezenswaardig boek dat een mooi
of intolerantie van religieuze verscheidenheid als gevolg beeld geeft van de houding en de gevoelens van mensen
van bekeringen, wat wellicht tot meer systematisch ver- die met religieuze diversiteit en verschillen in seksuele
volgonderzoek kan leiden. geaardheid worden geconfronteerd, een kwestie die ook
Het type geschiedschrijving dat Harline beoefent kan in de wereld waarin wij leven uitermate actueel is.
door het ontbreken van een uitgebreid notenapparaat
en door zijn - alom geprezen - narratieve schrijfstijl als
populaire geschiedenis beschouwd worden. Echter, zowel Jaap Geraerts
het uitgebreide bibliografische essay als de onderwerpen University College London
260 Boekbesprekingen
In deze monografie behandelt Martin Beckmann een van een zekere Adrastus, die als procurator de supervisie
monument dat iedereen die ooit in Rome is geweest over de zuil had, is op te maken dat de zuil in 193 n.Chr.
wel heeft gezien, maar waarover betrekkelijk weinig gereed was. Deze tekst bevat een groot aantal aanwijzin-
bekend is: de zuil van Marcus Aurelius die zich op het gen die voor de kennis van de context van belang zijn,
plein vóór de ambtswoning van de Italiaanse minister- maar is slechts in één (matige) afbeelding getoond. Het
president op de Piazza Colonna bevindt, vlak bij de Via ware beter geweest wanneer de inscriptie in zijn geheel
del Corso. In de Oudheid vormde deze het begin van de was gegeven, met mogelijke aanvullingen van ontbre-
Via Flaminia, de belangrijkste uitvalsweg in noordelijke kende delen en een volledige vertaling. De afwezigheid
richting. Het terrein waarop de zuil was aangelegd stond van Marcus Arelius’ zoon en opvolger Commodus in de
bekend als de Campus Martius, het Marsveld. Met zijn ba- reliëfs brengt Beckmann ertoe de aanvang van de bouw
sis van oorspronkelijk 10,52 te dateren in 176 n.Chr.,
meter was de zuil een stuk Oudheid toen Commodus nog niet
hoger dan zijn voorbeeld, tot Caesar was uitgeroepen.
de Zuil van Traianus op het Eerdere publicaties gaven
Forum van Traianus, die ook wel 180 als aanvang
Een Romeinse slangenzuil
‘maar’een sokkel van 5,27 van de bouw. De argumen-
meter had. Voor de mo- tatie is hier echter niet heel
derne beschouwer springt Martin Beckmann, The column of Marcus sterk, zoals in het boek wel
het spiraalvormige fries met Aurelius. The genesis and meaning of a Roman vaker het geval is. Hier
oorlogsscènes het meest in imperial monument (University of North zou een veel uitgebreidere
het oog (circa dertig meter Carolina Press; North Carolina 2011) 248 p., analyse van de historische
hoog). De afbeeldingen €61,95 ISBN 9780807834619 context op zijn plaats zijn
hierop herinneren aan geweest, bijvoorbeeld door
veldtochten van Marcus meer aandacht te schenken
Aurelius (161-181 n.Chr.) tegen een aantal Germaanse aan de regeringstijd van Commodus, onder wiens rege-
stammen. Bovenop de zuil stond een standbeeld van ring het grootste deel van de vervaardiging van de zuil
Marcus Aurelius. heeft plaatsgevonden.
Martin Beckmann is werkzaam als Assistant De urbanistieke context komt aan de orde in hoofd-
Professor aan het Department of Classics van Mcmaster stuk 2. Hierbij valt op dat de auteur veel nadruk legt
University, Hamilton Ontario. Als archeoloog houdt op de ontwikkeling van de gehele noordelijke Campus
hij zich enerzijds bezig met urbanistiek en neemt hij Martius vanaf Augustus en relatief kort ingaat op de
deel aan een survey-onderzoek op het Griekse eiland directe omgeving van het monument zelf. Beckmann
Teos. Anderzijds vormen monumenten en munten van maakt de zuil bovendien bijna tot een openbaar toe-
Romeinse keizers uit de tweede eeuw n.Chr. zijn bijzon- gankelijk monument door te stellen dat de ingang aan
dere interesse, waarvan het boek dat hier wordt bespro- de oostzijde lag, naar de Via Flaminia toe, ‘inviting
ken een voorbeeld is. passers by to enter’. Er is echter geen enkele aanwijzing
Beckmann vangt aan met een korte biografie van voor toegankelijkheid van het monument. Zijn conclu-
keizer Marcus Aurelius en gaat in op eerdere publica- sie ten aanzien van de functie is dat het een ‘honorary
ties van de zuil en de beeldhouwkunst in de tijd van monument’ was voor een militaire overwinnaar en geen
Marcus Aurelius, waarin hij speciale aandacht schenkt grafmonument.
aan de ideeën die zijn geopperd over wat Rodenwaldt In hoofdstuk 3 (Form and Function) komt eigenlijk
de ‘Antoninische Stilwandel’ heeft genoemd, de grote vooral de naam van de zuil aan bod die we kennen uit de
omslag in stijl in de Romeinse kunst die in de tweede late oudheid (Columna Cochlis = slangenzuil) die volgens
helft van de tweede eeuw n.Chr. heeft plaatsgevonden. Beckmann vooral duidt op de interne trap en niet op het
Na de introductie valt het werk uiteen in twee delen. In reliëffries. Maar kan het echt niet allebei zijn geweest,
de eerste vier hoofdstukken komen de architectuur, de aangezien we niet weten of het publiek veel zag van de
functie en de context van het monument aan bod, terwijl trap, terwijl de reliëfband voor iedereen te zien was? In
Beckmann in hoofdstuk 5 tot 9 een analyse maakt van hoofdstuk 4 gaat hij vooral in op de relatie met het voor-
het fries. beeld, de zuil van Traianus, waarbij hij vooral kijkt naar
In hoofdstuk 1 staan twee vragen centraal: wanneer de architectuur.
is de bouw verordonneerd en waarom? Uit een inscriptie De nadruk in de studie ligt duidelijk bij het tweede
Description:Bob de Graaff, Op Weg naar Armageddon. De evolutie van het wetenschap en (neuro)psychologie, na lezing van deze conclusie, maar ook de