Table Of Content*************************
AB 2013 no. 32 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 juli 2019
*************************
====================================================================
Intitulé : LANDSVERORDENING van 17 mei 2013 houdende regels tot het
cremeren van lijken
Citeertitel: Geen
Vindplaats : AB 2013 no. 32
Wijzigingen: AB 2014 no. 11 (inwtr. AB 2014 no. 12)
=====================================================================
Hoofdstuk I Algemene Bepalingen
Artikel 1
1. Lijkbezorging kan, naast hetgeen is bepaald in de Begrafenis-
verordening (AB 1999 no. GT 6), eveneens geschieden door crematie.
2. Crematie van het lijk van een overleden persoon of doodgeboren
kind geschiedt uitsluitend in een crematorium, dat in het bezit is van
een vergunning als bedoeld in artikel 4.
Artikel 2
1. De houder van een crematorium houdt een register van alle daar
gecremeerde lijken, met een nauwkeurige aanduiding van de bestemming,
die aan de as is gegeven en van degene op wiens aanwijzing zulks is
geschied.
2. Het in het eerste lid bedoelde register is openbaar en wordt
bij opheffing van het crematorium overgebracht naar het archief van
het land.
3. Het model van het register wordt bij landsbesluit, houdende
algemene maatregelen, vastgesteld.
Hoofdstuk II Crematoria
Artikel 3
1. Het is verboden een crematorium, dat niet op de voet van het
bepaalde bij of krachtens deze landsverordening is gevestigd of in
werking is, als zodanig in werking te brengen of te houden.
2. De met het toezicht belaste ambtenaren, genoemd in artikel 37
van de Begrafenisverordening, kunnen, in afwachting van de onverwijld
door hen in te roepen beslissing van de Minister, belast met de Volks-
gezondheid, een crematorium doen sluiten voor een periode van ten
hoogste 48 uur, indien niet wordt voldaan aan de artikelen 1 en 7. Een
beslissing als bedoeld in de eerste volzin wordt aan belanghebbende
meegedeeld.
Artikel 4
1. Het vestigen, uitbreiden of wijzigen van een crematorium be-
hoeft vergunning van de Minister, belast met de Volksgezondheid.
2. De Minister, belast met de Volksgezondheid kan aan de vergun-
ning voorschriften verbinden of deze onder beperkingen verlenen.
3. Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen,
*************************
AB 2013 no. 32 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 juli 2019
*************************
====================================================================
kan van de houder, aan wie een vergunningsrecht is verleend, een be-
drag worden bepaald van de te heffen vergunningsrechten en de termijn
waarbinnen aan deze eis moet zijn voldaan.
4. Bij niet voldoening aan het vergunningsrecht binnen de in het
derde lid bedoelde termijn is de Minister, belast met de Volksgezond-
heid bevoegd te bepalen dat het crematorium wordt gesloten.
Artikel 5
1. Een besluit tot het verlenen van een vergunning voor het ves-
tigen van een crematorium wordt niet genomen, dan nadat mededeling is
gedaan van het verzoekschrift in een of meer lokale nieuwsbladen of op
de voor publicatie van officiële mededelingen gebruikelijke wijze.
2. Een verzoek voor vergunning wordt geweigerd indien:
a. bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, is bepaald dat
een of meer wijken, buurten of straten worden aangewezen waarin ver-
gunningen niet worden verleend;
b. bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, is bepaald dat
een of meer wijken, buurten of straten worden aangewezen waarin ver-
gunningen niet dan onder bij dat landsbesluit vastgestelde voorwaarden
mogen worden verleend.
3. Alvorens te beslissen kan de Minister, belast met de Volksge-
zondheid, zich doen voorlichten door deskundigen en kan bepalen dat
zowel de verzoeker als zij die de bezwaren hebben kenbaar gemaakt op
die bezwaren worden gehoord.
Artikel 6
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden de geval-
len geregeld waarin een verleende vergunning door de Minister, belast
met de Volksgezondheid kan worden ingetrokken.
Hoofdstuk III Verlof tot crematie en termijnen
Artikel 7
1. Geen crematie van een lijk geschiedt zonder schriftelijk ver-
lof van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, dat kosteloos en vrij
van zegel wordt afgegeven en waarin de plaats van crematie wordt ver-
meld.
2. Verlof tot crematie wordt niet verleend, zolang niet is over-
gelegd een van de schriftelijke verklaringen als bedoeld in de Lands-
verordening overlijdensverklaringen (AB 1999 no. GT 7).
Artikel 8
1. De ingevolge artikel 7, tweede lid, overgelegde stukken worden
bij de akte van overlijden gevoegd.
2. Bij gebreke van een akte worden de overgelegde stukken bewaard
door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand.
Artikel 9
Ten aanzien van de termijnen bij crematie is artikel 6 van de Be-
grafenisverordening van overeenkomstige toepassing.
*************************
AB 2013 no. 32 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 juli 2019
*************************
====================================================================
Artikel 10
Ten aanzien van lijken die worden binnengebracht ter crematie,
kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van het bepaalde
in dit hoofdstuk worden afgeweken.
Artikel 11
1. Overblijfselen van lijken en kisten, die bij roering van een
graf of grafkelder te voorschijn mochten komen, mogen worden gecre-
meerd met inachtneming van de bepaling voor roering en opgraving als
bedoeld in artikel 9 en 31 van de Begrafenisverordening door degene
die het in artikel 4 van de Begrafenisverordening bedoelde verlof
heeft aangevraagd, dan wel degene, die redelijkerwijs geacht kan wor-
den in diens plaats te zijn getreden.
2. Ten aanzien van de in het vorige lid bedoelde crematie zijn de
bepalingen van dit hoofdstuk niet van toepassing.
Hoofdstuk IV Bestemming en bewaring van as
Artikel 12
1. Na de crematie wordt de as geborgen in een bus, die hermetisch
wordt gesloten en waarop de naam, de voornamen en de datum van over-
lijden of levenloze geboorte van de overledene of doodgeborene alsmede
een registratienummer in onuitwisbare letters en cijfers staan ver-
meld.
2. Binnen achttien jaren na het plaatsen van het in het eerste
lid bedoelde opschrift mag dit niet van een ongeopende asbus worden
verwijderd of daarop onleesbaar worden gemaakt.
Artikel 13
1. Nadat de as in de bus is geborgen, kan zij worden verstrooid.
2. Het verstrooien van de as is slechts toegestaan:
a. op een terrein dat bestemd is om permanent as op te verstrooien;
b. in open zee.
De bestemming van een terrein om permanent as op te verstrooien vindt
niet plaats dan met vergunning van de Minister van Algemene Zaken.
3. Mits is voldaan aan het in artikel 12 bepaalde, is de invoer
van de as van in het buitenland gecremeerde lijken toegelaten. Bij
aankomst dient te worden overgelegd een desbetreffende verklaring van
overlijden of van levenloze geboorte of een daarmee overeenstemmend
document waaruit de identiteit van de gecremeerde persoon of het dood-
geboren kind blijkt.
Artikel 14
1. Een asbus kan worden bijgezet:
a. in een in het bijzonder daarvoor bestemd gedeelte van het cremato-
rium, of
b. op een afzonderlijke plaats op een begraafplaats, of
c. in een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te regelen
bewaarplaats die buiten een crematorium of begraafplaats is gele-
gen.
2. Nadat de as in de bus is geborgen kan deze worden overgebracht
*************************
AB 2013 no. 32 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 juli 2019
*************************
====================================================================
naar degene die de zorg voor de asbus op zich neemt.
Artikel 15
Ten aanzien van de registratie van de bijzetting op bewaarplaat-
sen, genoemd in artikel 14, eerste lid, is artikel 20 van de Begrafe-
nisverordening van overeenkomstige toepassing.
Artikel 16
Een bewaarplaats als bedoeld in artikel 14, eerste lid onder c,
wordt niet in gebruik genomen dan met vergunning van de Minister van
Algemene Zaken.
Artikel 17
Omtrent de bestemming en bewaring van as kunnen bij landsbesluit,
houdende algemene maatregelen, nadere regels worden gesteld.
Hoofdstuk V Toezicht en strafbepalingen
Artikel 18
Ten aanzien van het toezicht op de naleving van het bepaalde in
deze landsverordening is artikel 37 van de Begrafenisverordening van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 19
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de
derde categorie wordt gestraft:
1. hij die een lijk verbrandt in strijd met of anders dan met inacht-
neming van hetgeen is bepaald bij de artikelen 1, tweede lid, en 7;
2. hij die verlof geeft tot crematie in strijd met artikel 7, tweede
lid;
3. hij die een lijk cremeert voordat dit ingevolge artikel 9, juncto
artikel 6 van de Begrafenisverordening is toegestaan;
4. hij die artikel 12 overtreedt, alsmede hij, die een asbus opent an-
ders dan bij toepassing van artikel 13;
5. hij die as verstrooit of een asbus verzendt, verwijdert, bewaart of
vervoert in strijd met of anders dan met inachtneming van hetgeen
is bepaald bij of krachtens artikel 13.
Artikel 20
Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de twee-
de categorie wordt gestraft:
1. hij die het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2, 3, 4, 15 en
16 overtreedt;
2. hij die het bepaalde krachtens artikel 17 overtreedt, voor zover
dit uitdrukkelijk als strafbaar feit in de zin van het onderhavige
artikel aangeduid.
*************************
AB 2013 no. 32 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 25 juli 2019
*************************
====================================================================
Artikel 21
De bij of krachtens deze landsverordening strafbaar gestelde fei-
ten zijn overtredingen.
Artikel 22
Voor zover in deze landsverordening niet anders is bepaald, zijn
de bepalingen van de Begrafenisverordening voor zoveel mogelijk van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 23
1. Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag
na die van haar plaatsing in het Afkondigingsblad van Aruba.
2. Zij kan worden aangehaald als Crematieverordening.